Pieter Cornelisz
Baers
, † <1638.
Zoon van
Cornelis
.
Naar schatting rond 1565 geboren.
Pieter Cornelisz. Baers woonde te Puttershoek. De naam van zijn vrouw is onbekend.
Pieter Cornelisz. was (zalm)visser en pachter van de visrechten onder Oud-Beijerland in de periode 1619-21.
Op 18 oktober 1597 deed Pieter Cornelisz. Baers beslag leggen op zodanige penningen als Cornelis Andriesz. tot Bergambacht van de te Puttershoek wonende Lauweris Jansz. Koeymain te vorderen had".
De te Puttershoek wonende Pieter Cornelisz. verklaarde op 22 november 1599 van het weeskind van zijn zaliger broeder Adriaen Cornelisz. Schipper, genaaind Lijsken Adriaensdr.. gedurende twee jaren C) C’ar. gld. 3 stuivers 8 penningen opgenomen te hebben. als zijnde de besterfenis van zijn bestenioeder, en dat met coiisent van Sebastiaen Cornelisz., bloedvoogd van het weeskind. Wij verzekerde deze lening op al zijn verdere goederen.
Puttershoek, 18 juni 1629: Ploenken Krijnen te Dordrecht, eiseres, contra Pieter Cornelisen Baers, gedaagde. Eist 28 gulden i.v.m. geleverd laken. Is bij partijen afgedaan en geaccordeerd.
Binnen de familie Baars afkomstig uit Oud-Beijerland is er geen eenheid betreffend de wapenvoering.
Wellicht overl. tussen 23 juni 1629 en 24 maart 1637.
Kinderen:
-
Lijsbeth Pieters Baers
, † <7-1621 .
×
<1614
Cornelis Jansz Lammen
, † >1664.
3 kind(eren)
-
Jan Pietersz Baers
, † <8-1659 .
Jan Pietersz. Baers woonde in Zuid-Beijerland.
Jan Pietersse Baers, wonend alhier in Groot Zuijt Beijerlandt, verkoopt op 26-11-1656 aan Gerrit Huijgen Cooij een huijsken ende erve aan de Zuid-Beijerlandse dijk, ontrent de cleijne sluijs. De koper betaalt met een schepenen besegelden schultbrieff.
Gerrit Huijgen Cooij verklaart op 26-11-1656 schuldig te zijn aan Jan Pietersse Baers de somme van 100 car. gld. i.v.m. de koop van een huijsken ende erve aan de Zuid-Beijerlandse dijk, ontrent de cleijne sluijs. Hij zal het bedrag aflossen met 25 car. gld. per jaar, ingaande Beijerlantse Jaermarckt 1657.
×
? Oud-Beijerland 18-1-1632
Dirckgen Thonis
.
- ??
Sijchien Pietersdr
.
Sijchien Pietersdr
trad op als getuige bij
de doop van
Adriaantgen Cornelis (Adriaenken Cornelis) Wiedraijer
(?)
.
Zij was op 25 maart 1629 doopgetuige te Puttershoek bij een kind van (mogelijk haar zuster ?) Neeltje Pietersdr.
-
Cornelis Pietersz (de) (Ouwe) Hoogheijt
, * ±1585
, [] Puttershoek 8-7-1657.
Cornelis Pietersz
trad op als getuige bij
de doop van
Adriaantgen Cornelis (Adriaenken Cornelis) Wiedraijer
(?)
,
de ondertrouw van
Jacob Adriaensz (Japick Ariensz) Decker
.
CORNELIS PIETERSZ. BAERS alias (de) (ouwe) HOOGHEYT. Hij was 3 keer gehuwd.
Kinderen: Dirck, Maergien, Ariaentge, Anneken, Jacob en Pieter.
Cornelis Pieters Hoogheyt was in 1637 te Puttershoek getuige bij het huwelijk van zijn dochter Maergien. Hij werd na belijdenis op 3 april 1638 lidmaat aldaar.
Als ’Cornelis P(iete)r Baers’ is hij genoemd in een akte van 10 november 1644 als grootvader en voogd van de kinderen van zijn overleden dochter Marijke Cornelisdr.
In 1648/1649 kregen de Hoogheyt en zijn vrouw van de diakonie elk een paar muilen, gemaakt door de Puttershoekse schoenmaker Marynis Jansz. (Morgaert).
In de jaren 1651-1654 kreeg de Hoogheyt ondersteuning van de Puttershoekse diakonie; o.a. met de verstrekking van turf.
In een akte gedateerd 29 september 1655 legden de schepenen Jan Teunis Polderman en Leendert Clootwijck op verzoek van de Puttershoekse predikant Isakus de Winter een verklaring al over ’ontstichtinge’ tijdens de predikatie enige tijd daarvoor door Cornelis de Hoogheyt, waardoor de kerkdienst ernstig gehinderd werd. Voornoemde attestanten hadden Cornelis vervolgens aan de arm genomen en uit de kerk verwijderd.
Uit een dezelfde
dag opgemaakte akte blijkt dat de Hoogheyt toen onder invloed van drank de predikant ervan had beschuldigd 200 gld. van de Armen te hebben gestolen. Hij gaf toe deze beschuldiging geuit te hebben en had er zo’n spijt over dat hij ’daer over op sijn knieën soude vallen om vergiffenis te bidden’ en dat het ’van harten leef deed.
De vrouw van ouwe Hoogheyt ontving in 1655/1656 10 tonnen turf van de diakonie te Puttershoek.
Beste doodkleed te Puttershoek, pro deo, 8 juli 1657.
×
<1615
NN.
.
Zij hadden i.e.g. een zoon Dirck.
×
<1625
Neeltgen Andriesdr
.
Zij hadden i.e.g. een dochter Ariaentge.
×
Janneken Jans (Anneken Jans)
.
Otr. op 22-5-1627
in Puttershoek.
Janneken Jansdr. was weduwe van Cors Cornelisz., wonende te Puttershoek. Kinderen: Anneken, Jacob en Pieter.
De vrouw van ouwe Hoogheyt ontving in 1655/1656 10 tonnen turf van de diakonie te
Puttershoek.
Over de periode 1656/1657 is er sprake van verstrekking van turf aan de weduwe van de Hoogheyt.
6 kind(eren)
-
Pieter Pietersz (den) Baers
, * ±1592
, † ±1667 .
PIETER PIETERSZ. (DEN) BAERS alias PIETERMAN (ca. 1592-1666/1667), was visser en pachter van de visrechten op de Oude Maas onder Oud-Beijerland, later van de visrecliten van het Borrekeen onder Zuid-Beijerland. Hij woonde in Oud-Beijerland.
Pieter pacht de visrechten op de Oud Beijerlandse Kreek vanaf 1622, later op de Oude Maas en het Spui; is eerder aannemer en als zodanig betrokken bij de aanleg van de haven en de hoofden te Oud Beijerland.
×
±1620
Lijdeweij Cornelisdr ( Rooster)
, † >1645.
Zij hadden nageslacht, o.a. zoons Cornelis en Pieter.
Zij is een dochter van Cornelis Cornelisz Rooster en Trijntje Centen. Zij was eerder getrouwd met ene Adriaen Ariens [Pieterman], visser en eigenaar van een huis in de Linchoek, en had met hem 2 (voor)kinderen.
Oud-Beijerland, 9-4-1646:
Pieter Pietersz. den Baers, visser, en Lijdewijchgen Cornelisd., ’echte man ende wijff,’ wonend alhier, Lijdewijtgen ’sieckel. van lichaem in een stoel sittende’ testeren voor notaris Cristiaen van Vliet. Testament t.b.v. langstlevende. Deze zal hun kinderen opvoeden, onderhouden etc. hen op hun ’mondigen dage ofte huwel. state’ een uitzet geven en elk 150 gld. uitbetalen, net als hun getrouwde kinderen hebben gehad. De twee voorkinderen van Lijdewij Cornelisd. ’die haer vaderl. goed vooruijt hebben genoten,’ zullen na het overlijden van de langstlevende eenzelfde aandeel krijgen als hun andere kinderen. Getuigen: Cornelis Willemsz. Broeder, bode vande Beijerlanden en Jasper Lambrechtsz. van der Landen.
5 kind(eren)
-
Neeltgen Pietersdr ( Baers)
, * ±1600
, † ±1635 .
Cornelis Hendricksz. Wieldrayer hertr. 1637 met Margien Aryensdr. Hofrnan (zij hertr. Isaack Pietersz. Bestebreurtie, timmerman).
Cornelis Henderickse, inwoner van Puttershoek, kwam op 24 maart 1637 met Cornelis Pietersen Hoocheyt, oom en bloedvoogd van zijn nagelaten weeskinderen bij Adriaenken (moet zijn: Neeltgen !) Pieters, tot uitkoop van zijn kinderen: Elisabet, 9 jaar, Adriaenken, 8 jaar, Marya, 6 jaar en Henderick, 4 jaar oud. Vader Cornelis Henderickse zou in de boedel blijven zitten en daarvoor zou hij zijn kinderen moeten opvoeden etc. en hen bij mondigheid 50 Car. gld. uitreiken. Bij de akte is geschreven dat deze akte van uitkoop op 2 november 1642 teniet werd gedaan omdat de kinderen met elkaar de som van 50 gld. verteerd hadden.
Overl. tussen 1633 en 1636.
×
Puttershoek 21-11-1627
Cornelis Heijndricks Wiedraijer
, † 1637.
Otr. op 23-10-1627
in Putten.
Hij was wieldraaier te Puttershoek.
Uit het eerste huwelijk van Cornelis werden de volgende kinderen te Puttershoek gedoopt: a. Elisabeth ged. 16 januari 1628 (get. Dirrick Cornelis, Pieterge Jans), b. Adriaantgen, ged. 25 maart 1629 (get. Cornelis Pieters, Deliantje Cornelis, Sijchie Pieters), c. Maritge, ged. 24 november 1630, en d. Heyndrick, ged. 7 juli 1633 (get. Abraham Lenaerts, Maerten van Dilsen, Cleys Meews, Heyltgie Reyers, huysvr. van de predicant van Simonshaven).
In 1643 kreeg Cornelis Pieterse Hoogheyt door de diakonie van Puttershoek betaald voor het in huis nemen van ene Henderick, ongetwijfeld het jongste kind van zijn zwager de wieldraaier. In 1644 en 1646 staan door de diakonie betalingen geboekt aan de vrouw van Hoogheyt voor het houden van - ongetwijfeld hetzelfde- kind van Cornelis Heyndrickse Wieldrayer.
Hij is overl. tussen 26 april en 18 dec. 1637.
4 kind(eren)