Willem Willemsz
, † <1627.
Zoon van
Willem Willemsz
(??)
.
Willem Willemsz. won. te Streefkerk, deed op 18-4-1593 belijdenis, was lidmaat in 1609/10. Willem Willemsz.had 6 morgen land, gelegen Langerak, in gebruik in 1579.
Willem Willemsz., wonende Streefkerk, en Thonis Willemsz. Smit, wonende Langerak, verkopen op 16 juni 1601 ten behoeve van de weduwe en kinderen van Adriaen Gijsbertsz. Beijer een weer land van 10 morgen land in Leerbroek aan Willem Gijsbertsz.
Boedelscheiding te Rotterdam op 28-4-1633:
- Teunis Willems te Langerack, Maertge Willems, vrouw van Wouter Pieters te Willigen Langerack, Neeltge Willems, wed. van Schalck Claesz te Streefkerck, tezamen voor 1/3e deel;
- Willem Gijsberts Beyer te Mijnsheerenlant, zoon van Gijsbert Aryens Beyer, mede namens zijn zuster Annetgen Gijsberts Beyer en nog met Jan Aryens ’t Melckmeysgen, als voogden van de kinderen van wijlen Aryaen Anthonisz, naeldemaker, en Maicken Aryaens, tezamen voor 1/3e deel;
Zij zijn erfgenamen van vaderszijde van Gijsbert Jansz. caescooper en Maertgen Herculesdr, wed. van genoemde Gijsbert Jans Caescooper. Zij hebben inventaris opgemaakt van diens goederen, met inachtneming van het testament en de legaten, en de boedel verdeeld.
N.B. In de akte is doorgestreept een passage waarin de volgende namen voorkomen: Jan Gijsberts Verkerck te Tienthoven, zoon van Gijsbert Jacobs Verkerck, mede namens zijn broers en zussen, en Jan Arents Verkerck, zoon van Hilletgen Jacobs Verkerck, mede namens zijn broers en zusters.
==
AANTEKENINGEN BETREFFENDE DE ERVEN VAN GIJSBERT CAESCOOPER
Rotterdam, 2-12-1632:
Gijsbert Jansz caescooper en zijn vrouw Maertgen Herculesdr. legateren elkaar het huis gelegen aan de zuidzijde van de Houttuyn waarin zij nu wonen. Zij benoemt tot erfgenamen haar kinderen Maertgen Joosten en Annetgen Joosten, verwekt door Joost Leenders, haar eerste man. Beiden legateren aan Anthonis Aryensz en Grietgen Aryensdr, nagelaten kinderen van Aryean Anthonisz naeldenmaker, en Maycken Aryensdr. zijn vrouw, tezamen 700 gulden, welk bedrag hij op 3 april 1624 bij de weeskamer voor hen heeft vastgelegd. Hij legateert aan Annetgen Jansdr. zijn dienstmaecht 200 gulden, aan de nakomelingen van Maertgen Ockers 50 gulden en aan de nakomelingen van Cornelis Ockers ook 50 gulden. Zij benoemen tot voogden over Anthonis en Grietgen Aryaens, Jan Aryaensz en Willem Gijsberss, wonende in Mijnsheerenlant.
Rotterdam, 20-3-1634:
Jan Aryensz ’t Melckmeysgen, 60 jaar, en Willem Gijsbertsz Beyer, wonende in Mijnsherenlant en 37 jaar, verklaren op verzoek van Annetgen Joosten dat zij zijn ontboden bij het ziekbed van Gijsbert Jansz kaescooper, wonende in de Houttuyn, waarna hij is overleden. Tijdens dit bezoek verklaarde Gijsbert dat hij buiten medeweten van zijn vrouw Maertgen Herculesdr. 300 gulden heeft uitgeleend aan Jan Jochemsz Vucht. Na zijn overlijden moet het geld als volgt worden verdeeld: 150 gulden aan Anneken Jans zijn jonckwijff, 50 gulden aan Grietgen Ariensdr., 50 gulden aan Teunis Ariensz, broer van voorn. Grietgen, en 50 gulden aan Anneken Gijsberts. Dit onder conditie dat Annetgen Joosten, de dochter van zijn vrouw, niet gebonden is iets uit te keren aan zijn erfgenamen.
Overl. ná maart 1610 en vóór 1626.
×
Annetgen Gijsbertsdr Beyer
, * ±1550
.
Kinderen:
-
Anthonis Willemsz
, † <6-1648 .
×
Aelken Joosten de Ridder
, † <12-1708.
Dochter van
Joost Dircksz de Ridder
en
Aelken Dirck Vrancken (Aeltgen Dirck Francken)
.
Aelken Joost Dircxs de Riddersdochter was een dochter van Joost Dircksz. de Ridder en Aelken Dirck Vranckensdr.
Jan Dirck Francken, won. op Noordeloos, als van moederssijde voocht ende naeste bloetverwant van de naergelaeten weeskinderen van Aelken Joost Dircksdr., geproc. bij Anthonis Willemsz., geeft op 18-11-1608 procuratie aan Willem Jansz. Neck, burgemeester ter Ameyde.
17-11-1608: Anthonis Willemsz, als boedelhouder der naergelaeten goederen van Aelken Joost Dircxs de Riddersdochter, syne huysvrouwe, geass. met Wouter Pieters, synen swager, ter eenre ende Cornelis Gysbertsz., Gysbert Jacobsz. Verkerck, met Jan Dirck Vrancken, alle voochden ende naeste bloetvoochden respectieve van vaders- en de moederssijde van de ses naergelaeten weeskynderen byde voors. Aelken Joost Dircx achtergelaten met namen Aelken, Joost, Adriaen, Dirck, Jan ende Willems Thonisz., vertichting.
24-4-1609: Gysbert Jacobsz. Verkerck met Cornelis Gysbertsz. als voochden ende mombers van de naergelaeten weeskinderen van Aelken Joost Dircksdr. geproc. bij Anthonis Willemsz. van vaderssijde ende Willem Jansz. Neck, als gemachtigde van Jan Dirck Franckensz., van moederszijde, tr. aan Aert van Honthorst, drost deser stede Ameyde ende Thienhoven, seeckere huysinge.
15-5-1609: Cornelis Hendricks Uijl, is geld schuldig aan Cornelis Ghisbertsz., Ghisbert Jacobsz. Verkerck, Jan Dirck Franckensz., als voogd van de zes weeskinderen Aertgen Joostensdr.
×
±1608
NN.
.
9 kind(eren)
-
Marichje Willemsdr (Maertge Willemsdr)
, † <5-1637 .
Marichje Willemsdr. woont te Willige-Langerak (1607), is weduwe van Jacob Vuyren en een dochter van Willem Willemsz. en Annetgen Gijsbertsdr. Beyer.
De kinderen uit het eerste huwelijk van Marichje Willemsdr. zijn:
1) Jacob Jacobsz. Vuyren, getrouwd met Maritge Jansdr.;
2) Jan Jacobsz. Vuyren, getrouwd met Neeltje Willemsdr., dochter van Willem Jacobsz. en Neeltje Cornelisdr.;
3) Swaantje Jacobsdr., getrouwd te Jaarsveld 1623 met Jan Bastiaensz. (ook: Jan Lauwen). Uit dit laatste echtpaar stamt een dochter Neeltje Jansdr. Verhoef (ook: Neeltje Jan Lauwen), die getrouwd is op 1 mei 1670 te Jaarsveld met Cornelis Jansz. Ooms (Oom, Noom).
Op 28 april 1633 zijn Theunis Willemsz., wonende Langerak, Maertge Willemsdr., vrouw van Wouter Pietersz., wonende Willige Langerak, en Neeltge Willemsdr., weduwe van Schalck Claesz., wonende Streefkerk, samen voor 1/3e deel erfgenamen van Gijsbert Jansz., kaaskoper, en Maertgen Herculusdr.
Op 26 april 1637 compareren de kinderen en erfgenamen van Wouter Pietersz. en Marichgen Willemsdr., zowel voor Jan Jansz. Spoor, getrouwd met Grietgen Hendricksdr., nagelaten weduwe van Willem Jacobsz. Vuyren, als voor de erfgenamen van het nagelaten weeskind van Willem Jacobsz. Vuyren, alsmede voor degenen die alsnog in de boedel gerechtigd zullen worden bevonden, waarna de boedelbeschrijving volgt. Vervolgens verklaart Pieter de Kneeckere, substituut-schout, dat hij met last van de kinderen en erfgenamen van Wouter Pietersz. en Marichgen Willemsdr., de penningen van het weeskind van Willem Jacobsz. of wie daarin gerechtigd mocht zijn, heeft gearresteerd en ondergebracht bij Theunis Cornelisz., bode.
In een onderschrift geplaatst bij de akte verklaren op 24 september 1637 Jacob Jacobsz. Vuyren, Jan Jacobsz. Vuyren, Jan Sebastiaensz. en Cornelis Woutersz. de eerder genoemde geconsigneerde en gespecificeerde penningen op 26 april 1637 onder het gerecht van Willige-Langerak te hebben geconsigneerd voor Jan Jansz. Spoor, als getrouwd hebbende Grietgen Hendricksdr., nagelaten weduwe van Willem Jacobsz. Vuyren, alsmede ten behoeve van de erfgenamen van het nagelaten weeskind, toch maar weer te hebben gelicht.
Op 1 mei 1678 werd een loting gehouden, waarbij optraden:
- Cornelis Woutersz. Jongbloet, wonende te Lopik,
- Cornelis Jansz. Ooms, getrouwd met Neeltgen Jansdr., nagelaten dochter van Swaentgen Jacobsdr. Vuyren, samen erfgenamen van Jacob Jacobsz. Vuyren,
- mitsgaders Aert Jansz., wonende te Bergambacht, als erfgenaam van Maritgen Jansdr., in haar leven echtelieden, gewoond hebbende in Willige-Langerak.
Arien Leendertsz. Sliedrecht, als getrouwd met Maritge Cornelisdr., legataris van Jacob Jacobsz. Vuyren, krijgt de hofstede met 5 morgen land te Willige-Langerak toegewezen, en wel 7/8e part, terwijl 1/8e part toebehoort aan de kinderen van Annetje Jansdr., die mede-erfgenamen zijn van voornoemde Jacob Jacobsz. Vuyren en Maritgen Jansdr.
De inventaris was al gemaakt op 18 april 1674.
×
Jacob Vuijren
, † <1608.
×
Schoonhoven 21-12-1607
Wouter Pietersz
, † ±1636.
Maertge Willems, vrouw van Wouter Pieters te Willigen Langerack, geref. huw., kinderen: Cornelis en Annichen.
Wouter Pietersz. was afk. van Streefkerk (1607), woont te Willige-Langerak, burgemeester (1630), schepen (1630-1631, 1633-1635).
Wouter is een zoon van Pieter Laurensz. en Pietertgen
Anthonisdr. (= Pietertge Fockers).
Wouter Pietersz. wordt op 2 juni 1610 bij overdracht beleend met de helft van 3½ morgen land, gelegen te Streefkerk.
Een interessante akte – vanwege de reikwijdte – is die waarin de familie van zijn vrouw de boedel verdeelt, nagelaten door Gijsbert Jansz., kaaskoper.
Op 28 april 1633 compareren:
- Teunis Willemsz., wonende te Langerak, Maertgen Willemsdr., vrouw van Wouter Pietersz., wonende te Willige-Langerak, Neeltge Willemsdr., weduwe van Schalck Claesz., wonende te Streefkerk, samen voor 1/3e deel,
- Willem Gijsbertsz. Beyer, wonende te Mijnsheerenland, zoon van Gijsbert Ariensz. Beyer, mede namens zijn zuster Annetgen Gijsbertsdr. Beyer, en nog met Jan Ariensz. ’t Melckmeysgen, als voogden van de kinderen van
wijlen Adriaen Anthonisz., naaldemaker, en Maijcken Ariensdr., samen voor 1/3e deel.
Zij zijn allen erfgenamen van vaderszijde van Gijsbert Jansz., kaaskoper, aan de ene kant en diens weduwe Maertgen Herculesdr., aan de andere kant.
Zij hebben de inventaris opgemaakt van de goederen met inachtneming van zijn testament en gemaakte legaten en de boedel verdeeld. In de akte is een passage doorgehaald, waarin worden genoemd Jan Gijsbertsz. Verkerck, wonende te Tienhoven, zoon van Gijsbert Jacobsz. Verkerck, mede namens zijn broers en zusters, en Jan Arentsz. Verkerck, zoon van Hilletgen Jacobsdr. Verkerck, mede namens zijn broers en zuster.
Overl. tussen 8-5-1635 en 21-10-1636.
Wouter Pietersz
trad op als getuige bij
de doop van
Pietertje Gijsbertse
.
6 kind(eren)
-
Neeltge Willems (Neltijen Willems)
, *Streefkerk ±1580
, † Streefkerk 29-7-1669 .
×
1604
Schalck Claesz (van Esch)
, *Streefkerk ±1580
, † Streefkerk 1626.
5 kind(eren)