Geertruij Melsen
(Truijcken Melsen)
, † <12-1630.
Dochter van
Melchior Jansz
en
Aleijt Gerits (van Bommel)
.
"Truijcken Aertss Scheppen weduwe".
Op xxvje junij anno xvjc ende seven was sprake van een vrijgift betr. die wedue ende kijnderen van Aert Adriaenss Schep.
Truijcken, Aert Adriaensz Scheppen weduwe, werd genoemd op 23-4-1617 in Groot-Waspik in een vrijgift acte tegenover Jan Jansz van den Werck.
Scheijdinghe ende erffdelinge tusschen de kijnderen ende erfgenamen van Truijcken Aertss Scheppen weduwe zaliger. Alhier voor recht aengebrocht desen 18e november 1630 in Groot-Waspik.
Item inden eersten zoo is Mels Aertss Schep, schouteth in Vrijhoeven, geloot, gecavelt ende beërffdelt. Item hiertegens zoo is Wilmken Aerts Schep met Peeter Thomas, secretaris, haeren gecoren vocht in desen, geloot, gecavelt ende beërffdelt. Item hiertegens zoo is Aert Peetersen geloot, gecavelt ende beërffdelt.
Overl. ná mrt. 1617 en vóór dec. 1630.
×
±1583
Aert Adriaens Schep
, *Waspik ±1540
, † Waspik 1606.
Kinderen:
-
Mels Aertsen Schep
, † Vrijhoeve-Capelle 10-11-1651 , [] Sprang .
×
±1622
Barbara (Barbel Peters) Ockers
, *Vrijhoeve-Capelle ±1600
, † Vrijhoeve-Capelle 30-1-1651, [] Sprang .
7 kind(eren)
- ??
Jan Aertss Schep
, † <4-8-1631 .
Als Jan tot dit gezin behoort, dan zal hij vóór zijn zus Truijcken zijn overleden, want hij wordt níet genoemd bij haar erfgenamen. Dan is Jan vóór 18-11-1630 overleden.
×
Maeijken Peterss
.
Maijken Peeterss werd genoemd als wed. van Jan Aertss Schep op 4-8-1631 in Groot-Waspik in wilceur en vrijgift acten, aangegaan met Peeter Thomas, secretaris.
Maeijken Peeter Janss en haar broer Cornelis Pieterss werden op 16-1-1626 genoemd te Groot-Waspik in een acte van aanneming met bloetvoocht Mels Aertss Schep.
Maijken Peeterss, wed. Jan Aertss Schep, wordt op 4-8-1631 in Waspik genoemd in een combinatie van een vrijgift en wilceur acte met als 1e comparant Peeter Thomas, secreataris.
-
Wilmken Aertss Scheppen
, * ±1602
, † ±1654 .
Willemken Aerts Scheppen x Jan Adriaen Cuijper, ca 41 jaar, legde een verklaring af op 16-4-1644.
Staet ende inventaris gemaeckt bijden voocht ende toesiender ende overgelevert bij Wilmken Adriaenss Scheppen weduwe van Jan Adriaenss Cuijper zaliger van alle de goederen soo roerende als onroerende, huijsraet ende alle uutgaende schulden ende incomende penningen.
Op 11-11-1630 werd Wilmken nog vergezeld door een voogd.
In Groot-Waspik werden Wilmken en haar man genoemd in vrijgift en wilceur acten van 5-3-1632 met als comparanten Jan Wilmss Buijs en Willem Joosten Brock, molenaar te Capelle.
Wilmken Aertsen Scheppen werd genoemd als weduwe van Jan Adr. Cuijper te Groot-Waspik in een wilceur acte van 7-6-1651 met Dirck Willems Cop. Idem op 4-3-1652 met Wouter Willems Cop. Idem op 21-1-1653 met Cornelis Jochum Rijcken en Gerit Dircxss.
Aenneminge Wilmken Aertss Scheppen haere onmondige weeskijnderen verweckt bij Jan Adriaenss Cuijper.
Op huijden desen xe jannuarij 1650 compareerden voor ons schout ende heemraden des dorps Waspick deersame Willemken Aertsen Scheppen, weduwe van Jan Adriaenss Cuijper, ende heeft rechtelijcken voor recht aengenomen hare acht onmondige weeskijnderen verweckt bij Jan Adriaenss Cuijper voorss ende dat van Michiel Adriaenss als oom ende gerechte bestorven bloetvocht met Mels Aertss Schep als toesiender ter presentie ende int bijwesen van Aert Adriaenss.
Wilmken Aertsen Scheppen, wed. Jan Adr. Cuijper, comp. in Groot-Waspik op 4-3-1652 en 21-1-1653.
Reeckeninge bewijs ende reliqua die bij desen sijn doende Aert Jochumss Timmermans en Aert Peeterssen Cuijl als voocht ende toesiender van de kinderen van Jan Adriaenss Cuijper en Willemken Aertssen Schepper za sedert 19-2-1655; actum 27-2-1662 in Groot-Waspik.
Toirkonden dese geteeckent desen viije meij 1665:
Smaldeelinghe gedaen tusschen de kijnderen ende erffgenamen van Jan Aertssen Cuijper saliger ende dat van alle de naergelaten ghoederen die de voorss Cuijper ende Willemken Adraenssen sijne gewese huijsvrouwe ende moeder vande voorss kijnderen tsamen beseten ende metter doot ontruijmt hebben. Ende dat in manieren als volght.
Item inden eersten soo is Adriaen ende Mathijs Janssen gebroeders als kinderen vande voorss Cuijper geloot, gecavelt ende beërffdeelt.
Item hiertegens soo sijn geloot, gecavelt ende beërffdeelt Peeter Gielen als man ende voicht van Truijcken Janssen, Aert ende Lijs Janssen, alle kijnderen vande voorss Jan Aertssen Cuijper Hiertegens is Alleth, Wouter ende Theuntken Janssen kijnderen vanden voorss Jan Aertssen Cuijper ende Willemken Aertssen Scheppen geloot, gecavelt ende beërffdeelt.
In de kantlijn: Willem Janss Keijser als jegenwoordigen bruijdigom ende toecomende man van Theunken Janss Cuijper.
Overl. ná 1652 en vóór maart 1655.
×
±1630
Jan Adriaenss (Jan Aertss) Cuijper
, † <7-1651.
Er waren 8 kinderen uit dit huwelijk: Adriaen, Matthijs, Truijcken, Aert, Lijs, Allert, Wouter & Theuntken.
Jan Aertss/Adriaenss Cuijper had een broer Michiel.
Jan Aertss Cuijper werd in Groot-Waspik genoemd in een vrijgift acte van 20-3-1631 samen met Adriaen Jan Matheuss.
Jan Aertss Cuijper werd in Groot-Waspik genoemd in vrijgift en wilceur acten van 14-11-1631 samen met Cornelis Adriaen Peeterss.
De broers Jan en Michiel Arss Cuijper werden in Groot-Waspik genoemd in een vrijgift acte van 5-10-1632 samen met Wouter Wouterss.
Scheijdinge ende erffdelinge tusschen de kijnderen ende erffgenamen van Jan Wouterss zaliger, in zijn leven oudt secretaris tot Waspick soo ende gelijck hij Jan Wouterss de selve in sijnen leven in sijn boeck gheschreven ende de goederen ghedeelt heeft volgens mede dacte van renonchatie vande voorgaende deelinge bijde ghelijcke erffgenamen inden boeck van Jan Wouterss voorss ge[…]. Alhier [in Groot-Waspik] voor recht aengebrocht desen xije mert 1632.
Item inden eersten soo sijn de kijnderen van Adriaen Mathijss in sijnen leven getrout hebbende Wouterken Janssdochter int bijwesen van Jan Artss Cuijper ende Peeter Henricxss als man ende vocht van Gouken Adriaen Mathijss dochter ende Wouter Janss schout als vocht vande kijnderen van Adriaen Stevens, in sijnen leven getrout hebbende Janneken Janssdochter, tsamen geloot, gecavelt ende beërffdelt. Enz.
Op huijden desen vje desember 1640 compareerden Catelijn Janss, weduwe van zaliger Jan Janss, geassistert met Jan Aertss Cuijper, haerer neve, ende heeft rechtelijcken voor recht aengenomen hare drie onmondige weeskijnderen verweckt bij Jan Janss voorss ende dat van Coenraet Janss als gerechte bestorven bloetvoocht ende Mathijs Janss als toesiender.
Reeckeninghe bewijs ende reliqua die bij deser sijn doende Aerdt Jochumssen Timmerman ende Aerdt Peeterssen Cuijl beijde als voochden ende toesienders van Jan Adriaenssz Cuijper ende Wilmken Aertsen Scheppen zijn huijsvrouwe van alle handelinghe, bewijnde ende adminstratie de ghene sij voochden voorschreven van wegens de voorss weeskijnderen gehadt hebben sedert het overlijden vande voorschreven Wilmken Aertsen Scheppen tot den dach ende datum deser reeckeninghe wesende den xjxe februarij 1655 in Groot-Waspik.
Er was ook een Jacop Arss Cuijper.
8 kind(eren)