Snoey Gherrritsz
, * ±1450
, † <1527.
Zoon van
Gheryt Voppensz
(?)
en
Margriet Snoeyensdr
.
Snoey Gherritsz. is geld schuldig 1476, 1479, 1482, 1485, 1487 en treedt in 1477 op als voogd voor de prior van den Donc (een klooster bij Brandwijk).
Op 8-2-1495 is er sprake van eenrentebrief, die zijn voorkinderen hebben, sprekende op het land waar hun vader nu woont.
Met zijn vrouw Marken koopt Snoey Gherritsz op 21-2-1507 ca. 2½ morgen, 1½ hond in de Geer t.b.v. hun 2 jongste kinderen Kersien en Merken.
Op 26-10-1514 is Snoey Gerritsz. geld schuldig aan zijn zoon Gerrit en in 1517 samen met zijn zoon Hoen aan zijn andere zoons Gerrit en Jan.
Snoey Gherritsz. schenkt op 8-5-1521 samen met zijn vrouw Maritghe aan hun dochter Machel, en Adriaen en Kers, hun zonen, ieder 7 hond land als arbeidsloon dat zij verdiend hebben.
Heinric Jansz. die vleishouder, onze medepoorter, heeft onder ede verklaard dat hij afgelost heeft zijn aandeel van de losrente van 4 pond holl. per jaar, dat hij betaalde van Snoey Geerytsz.‘s land, zijn wijfs vader za.ged., welke penningen ontvangen heeft Daem Dircxz. van Nyeuwerkerck uit handen van Heinric Jansz. vsz. in okt. 1525.
×
Maritghe Hoenensdr
.
Maritghe is een dochter Hoen (Mertynsz.), won. Ouderkerk a/d IJssel, overl. vóór 1455. Hij tr. Wein, vertichtte haar kinderen op 8-6-1455.
×
Mariken
.
Kinderen:
-
Gerrit Snoeijensz
, † ±1544 .
Gerrit Snoeyensz., wordt vermeld te Ouderkerk a/d IJssel als schuldeiser in 1514 en 1515, idem 1517 tesamen met Jan Snoeyensz.
In 1543 wordt Gerrit Snoeyensz. vermeld als eiser contra de pastoor van Capelle, waaruit o.a. blijkt, dat zijn land naast de kerklaan van Capelle ligt en dat hij te Capelle woont. De uitspraak volgt 12-8-1544. Hij zal kort daarna zijn overleden, daar hij in
de 10e penning van Capelle van 1545 niet meer vermeld wordt.
1 kind(eren)
-
Hoen Snoeijensz
, † >1558 .
Hoen Snoeyensz., gezworene 1519, 1520, 1522, heilige geestmeester 1522.
Hij is in 1544 gemachtigde van Kars Honens dr. genaamd Tryn Kars.
Op 23-2-1545 doet Neel Hoenesz., van zyns vaders wege voogd van Kars Honens s.g. (saliger gedachte) weeskinderen, rekening voor de schout Matthys Jansz. Besemer. Kars, zijn kinderen Cent, Cars en Tryn zijn op 14-3-1552 geld schuldig: onderpand 2 morgen.
3 kind(eren)
-
Jan Snoeijensz
.
-
Vincent Snoeijensz (Sent Snoeijensz)
.
Vincent Snoeisz., vermeld in de rek. als ,,den Timmerman” in Keeten 1538-1550 en in de Middelmolenpolder 1538.
Op 31-5-1594 was sprake van Martgen Vincent Snoyens wede.
De dochter van Vincent Snoeyen, die huwde met Ploen Maertensz., heette Neeltje en werd 18-6-1617 begraven, terwijl Leendert begraven werd op 22-11-1630 en zijn vrouw op 18-4-1620.
Witte Ariaensz., scout in het ambacht van Coppel opdie Ysel, en Cornelis Symonsz. en Cornelis Herbersz., buurluiden aldaar, oorkonden dat Sent Snoeyz. verklaart schuldig te zijn een jaarlijkse rente aan JacopClaesz., groot 9 rinsse guldens, 20 stuivers voor de gulden. Te betalen alle jaren op meyedach (1-5) of veertien dagen daarna, m.i.v. het jaar 1539. Welke rente Sent Snoeyz. heeft verzekerd op 18 morgen land, welk land en erf is liggende in dit ambacht en wel in drieërlei eigen van land. Te weten 6 morgen daarvan in de hofstede waarop Sent Snoeyz. nu woont, strekkende uit de Ysel tot de landscheiding, Cornelis Jacobsz. WZen Jan Jans Jansz. OZ, elk met eigen en met erf. De tweede 6 morgen daarvan liggende in een zate land groot 12 morgen, gemener aarde en gemener voor met AriaenDircksz., strekkende uit de Ysel tot de landscheiding, Vere DirckDircksz.‘s weduwe met haar evenknieën OZ en Cornelis Zierssoon met zijn evenknieën WZ.De derde 6 morgen land daarvan zijn strekkende uit de Ysel tot de landscheiding, Cornelis Geeritsz. OZ en Jan Symonsz. WZ,elk met eigen en met erf.
Op 25-5-1542 wordt Sent’s dochter Leentge Zentensdr. beleend met de helft van een viertel land, groot 3 morgen (waarschijnlijk gesitueerd in het 40e weer in de Keeten), die door de vader namens zijn dochter op 7-2-1550 wordt overgedragen op Dirc
Dirxsz.
×
Martgen ("Martgen Vincent Snoyens wede")
.
Martgen Vincent Snoyens wede.
Trijntje, de weduwe van Arie Ariensz., bezat samen met Martge, de weduwe van Vincent Snoysz., 12 morgen in het 44e weer in de Ketensepolder. Mogelijk waren zij zussen.
Zie: "Ons Voorgeslacht" 1974.
4 kind(eren)
-
Kers Snoeijensz
, † ±1570 .
Snoey Gherritsz. schenkt op 8-5-1521 samen met zijn vrouw Maritghe aan hun dochter Machel, en Adriaen en Kers, hun zonen, ieder 7 hond land als arbeidsloon dat zij verdiend hebben.
Koers Snoeijensz had een zoon Snoeij (die zoons Arien en Jan had) en een dochter Geertgen, gehuwd met Renger Hendriksz., vermeld als belender aan de westzijde van het huis van Jan Snoeijen.
Kers Snoeyensz., koopt in 1529 land van Jan Brantsz. liggende in Snoey Gerrits hofstede, is voogd in 1530 over zijn zuster Merrichgen, komt voor in de 10e penning van 1543, 1553, 1559, 1561 met een huis in het dorp en in 1561 met een rosmolen daarbij 20 en in de IOepenning van Krimpen a.d. IJssel van 1561 met 2½ morgen land.
Ouderkerk a.d. IJssel:
1543: IOe penning huis 3 Rijnsgld..: Kers Snoeiens.
1553: IOe penning huis 4 Kar.gld.:Kars Snoeysz.
1559: 10e penning huis 4 Kar.gld..:Kars Snoysz.
1561: IOe penning een huis en rosmolen 4 Kargld.: Kars Snoysz.
1565: Kerflijst 1 112 steek: Kars Snoysz. en Snoy Karsz.
1566: Kerflijst 1 l/z steek: Kars Snoysz. en Snoy Karsz.
1568: Kerflijst 1 steek: Kars Snoysz.
Overl. tussen 1568 en 1572.
Te Ouderkerk a.d. IJssel was sprake van:
1568: Kerflijst 1 steek: Kars Snoysz.
1572-1578: Belast met een kerkelijke pacht of rente van 10 stv.per jaar: de erfgenamen van Cors Snoeyen
2 kind(eren)
-
Maerken Snoeijendr (Merrichgen Snoeijendr)
.
-
Arien Snoeijensz
, * ±1500
, † <1561 .
5 kind(eren)