Sijken Lenarts
, † >1598.
Dochter van
Lenert Gerrits ( Cranendonck)
en
Mariken Woutersdr
.
Sijken Lenartsdr., een dochter van Lenert Gerritsz. Cranendonck en Mariken Woutersdr. Zij wordt ’Sijken Leners Jan Damen huysvrou’ genoemd.
×
Jan Damen
, † <1594.
Kinderen:
-
Daem Jansz Romeijn
, † ±1625 .
Daem Jansz
trad op als getuige bij
de doop van
Pieter Claes Foppensz (Pieter Cleijsen) van Driel
.
Daem Jansz. Romeyn/Roemeyn/Roomain was boer in de Reijerwaard en in 1622 heemraad van Ridderkerk.
Daem Jansz. en Neeltge Bastiaenen waren op 19-11-1606 in Barendrecht getuigen bij de doop van Jacob, zoon van Adriaen Pietersz. en Ariaentge Cornelisdr.
Overl. tussen 1624 en 14-5-1626.
×
Barendrecht 23-6-1601
Neeltien Bastiaens
, *West-Barendrecht ±1580
.
Dochter van
Sebastiaen Louwensz (Bastiaen Lourisz)
(?) en
Aeriaenke Leendertsdr
(?).
Otr. op 3-6-1601
in Ridderkerk.
Daem Jansz., j.g. van Ridderkerk, en Neeltien Bastiaensdr., j.d. van Barendrecht, otr. Ridderkerk 3-6 door schrijven van Barendrecht en bescheid gegeven om te Barendrecht te tr. 23-6
Geschat geboortejaar.
Neeltien Bastiaensdr., j.d. van West-Barendrecht (1601), weduwe van Ridderkerk (1626), is waarschijnlijk dochter van Sebastiaen Lauwerensz., hoogheemraad van Barendrecht, dijkgraaf van West-Barendrecht en Carnisse, en Aryaentken Lenertsdr.
Ridderkerk, 19-5-1626: Ariaen Hendriksz. Outraet, schout en secr. van Barendrecht verkoopt als man en voogd van Neeltgen Bastiaansdr., wed. van sal. Deam Jansz. Romain, samen met (voor de andere helft) Wouter Jansz. te Mijnsherenland en Gillis Ariensz. Vinck, baljuw, man van Zuid-Holland, capitein van de Linde, nomine uxori, 2 morgen, 235 roeden land.
-
Wouter Jansz
, *Ridderkerk ±1578
, † ±1641 .
×
Mijnsheerenland 1604
Marichge Ghijsbrecht Pieters (Marichge Ghijsbrechts) Meeuwenhil
, * >1579
, † >5-1658.
5 kind(eren)
-
Marijken Jansdr (Mariken Jan Damendr)
, *Ridderkerk ±1580
, † <6-1667 .
Mariken Jansdr. was boerin te Groote Lindt. Zij was een dochter van Jan Damen, boer in de Oud-Reijerwaard, en Sijken Lenartsdr., een dochter van Lenert Gerritsz. Cranendonck en Mariken Woutersdr. Zij wordt ’Sijken Leners Jan Damen huysvrou’ genoemd.
Marygen Jans, weduwe van Gielys Arenss. Vinck, in zijn leven schout van Groote Lindt, gaf bij akte van 31-12-1653 aan Aryen Cornelyss. Molenaer 16 roeden land aan de oostzijde van de Hooge Stege in het dorp Groote Lindt in onverstervelijke erfpacht voor 6 gld jaarlijks, te betalen op nieuwjaarsdag. Aryen beloofde op het land een huis en molen te bouwen en zou gedurende de rest van haar leven al het koren malen dat Marygen voor haar huishouding nodig had. Daarnaast werden er nog afspraken gemaakt over de paarden, wagen en landbouwwerktuigen die Marygen of haar volk over de grond lieten gaan.
Uit deze akte kan men opmaken dat Marygen een boerenbedrijf runde. Zij werd overigens vele malen vermeld gevonden als belender van land in de juridictie van Groote
Lindt.
Adriaen van Blenckvliet, secretaris te Zwijndrecht, deed met last en procuratie van Schilman Dircxe, getrouwd met Machteltje Jans, en Cornells Heyndricxe van der Linde, getrouwd met Breghien Jans, kinderen (!) en erfgenamen van Gillis Adriaens Vinck en Maryken Jans, een verzoek tot het hof van Holland en Westvriesland gericht te hebben vanwege fideicommis van door Maryken Jans nagelaten
landerijen te Korendijk (Goudswaard), Numanspolder en elders. Hierbij is een bedrag van 4766 gld. genoemd, welke Leendert Gillisz. Vinck zou innen.69 De twee genoemde zusters waren volgens een akte van 16-4-167570 evenwel kinderen van Maeycken Gillis Vinck en derhalve kleinkinderen van Gillis Vinck en Marygen Jans.
Zij is overl. tussen 20-10-1663 en 5-5-1667.
×
Ridderkerk 16-6-1602
Gillis Adriaensz (Jelijs Adriaensz) Vinck
, † ±1644.
Zoon van
Adriaen Adriaensz Vinck
en
Bregtgen Gielis
.
Otr. op 26-5-1602
in Ridderkerk.
Gielis Adriaensz Vinck, j.g. van de Linde, en Mariken Jans, j.d. van Ridderkerk.
Gillis Adriaensz. Vinck, j . g . te D e L i n d e, schout aldaar 1607—1643.
Bij akte van 15-11-1612 transporteerde de te Dordrecht woonachtige Frans Corneliss. van Beaumont als rentmeester van de kerkegoederen aldaar en op last van de kerkmeesters binnen Dordrecht aan Brechtgen Gielisdr., weduwe van Adriaen Arynss. Vinck den ouden, en aan haar zoon Gielis Adriaenss. Vinck elk de helft van de helft in 21 hont in het hoofdambacht van Groote Lindt genaamd ’den broodkijff. Gielis en de zijnen bezaten hiervan reeds de wederhelft.
Gillis Adriaens Vinck werd in het kohier van de 1000e penning van Groote Lindt over 1626 aangeslagen voor 13 pond 10 stuivers, zodat hij ruim 13.000 pond gegoed was. Zijn moeder Brechtgen Gillis met haar ongehuwde kinderen werd voor maar liefst 30 pond aangeslagen, dus voor een vermogen van 30.000 pond.
Adriaen Heindricxz. Outraet, schout in Barendrecht, transporteerde op 10-5-1629 aan Gillis Arensz. Vinck, capitein en schout in de Linde, 856 roeden in het Oudeland van Ridderkerk met een daarvoor liggende griend van 184 roeden.
Noordeloos, 16-8-1608:
Chielle Aryaensen VINCK, schout, als erfgenaam van Adryaen VINCK, en transport hebbende van Corstiaen VAN DER HEYDE. Hij transporteert aan de Heer Adryaen VAN NES, baljuw en schout van Ndls alle recht als hij had op een rentebrief groot 16 pond groot Vlaams om 6 gl per jaar, met alle interest daarvan tot op heden onbetaald zijnde, verschijnende jaarlijks op St. Pieter ad Cathedram, verleden voor schout en schepenen van Hardinxvelt, bij Floris DE JEUDE, sprekende op het ¼e deel v/h huisweer, hem, Floris DE JEUDE aanbestorven bij overlijden van zijn vader Jan DE JEUDE, gelegen a/d oz v/d Hardinxveltse kerk, strekk. v/d Nykerkse opslag t/d hofstede van Pieter Ghysen toe, waar nu eigenaar van is Marijken wde van Jan Poonsen c.s., welke wde en boedelhoudster bij dit ransport present is en daarin toestemt en nog op het ¼e deel van 2½ m2h in Fleurkensweer met de buitendijkse grienden daarbij horende zoals in de brief beschreven van 26-2-1539, waar dit huidige transport aan is bevestigd en Gielis Aryaensen VINCK doet afstand v/d brief en alle recht daarop t.b.v. Adryaen VAN NES en zijn erfgenamen.
Gillis Ariensz. Vinck, kapitein en schout in de Linde, kocht land op 5 mei 1629 in Ridderkerk.
Rotterdam, 3-2-1639: Josynna Adriaens, weduwe van Daniëll van Nasch, machtigt haar zoon Jacob van Nasch, zijdelaekencooper te Dordrecht, om namens haar te verkopen of te verhuren een stuk weiland van 5 morgen, genaamd de Hoogenoort, gelegen in Groote Linde bij Dordrecht, dat tot nu toe verhuurd is aan Gillis Adriaenss Vinck, schout van Groote Linde. Wouter Adriaenss Vinck huurt van dit land de grienden en de bomen. Deze machtiging geldt tevens voor het verhuren van een stuk weiland van 6 morgen, genaamd de Daelem, gelegen in de Groote Linde, dat nu in gebruik is door Wouter Adriaenss Vinck.
Functie: Schout van 1626 tot 1626
Overl. tussen 13-11-1643 en 20-2-1645.
Jelijs Adriaensz
trad op als getuige bij
de doop van
Maerichje Jans van der Linden
.
4 kind(eren)