Reyer Gysbertsz
, † ±1497.
Zoon van
?
.
Reyer Gijsbertsz. was bouwman en in 1494 gezworene te Leerbroek.
Gorkum, 3-12-1481: Gherijt Otten, Govert Vinck, Aernt Vinc, Jan Vrancken, Peter Hermans, Reyner Gijsberts ende Jacop Jans gheloven Jan Lourijn Steven Hermans ende Willem Scoec drie hondert ende L scilden, XIIII stuver voir den scilden, elcx vanden voirs. personen sijn aendeel te betalen.
Middelkoop, 27-2-1488: Claes Willemsz draagt Reijer Gijsbertsz 7 hond over in een hoeve van 16 mg, onverdeeld met Jan Kerstensz tussen Out Jansz’ erf en Gerijt die Goijer Claesz, strekkend van de Hubertse wetering tot het Leerbroekse land.
Gorkum, 9-1-1495: Peter Harmans, Wouter Goverts, Reyer Gijsberts, Jan Kerstiaens ende Jan Tymans geloven Gobel Moir den Clocgieter van den Bossch IIc XXV Rijns gulden, te betalen tot corsmis naestcomende, te betalen mit: gouden rijns gulden voir XXVIII stuver, een oude croen XXXV, een vuerijser III blancken ende voirt alle ander gelt tot dien prijse dair nae volgende ende sullen hem dat gelt leveren binnen sHertogenbosch in sijn vrij behout, off ten sal geen betalinge sijn.
Overl. tussen 9-5-1496 en 15-1-1498.
×
Mary Gerritsdr
, † >1497.
Kinderen:
-
Jan Reyersz
, * ±1465
, † <6-1525 .
×
Peterken Heynricks Besemer
, * ±1470
, † <2-1536.
10 kind(eren)
-
Gysbert Reyersz (de Bruyn)
, * ±1478
, † ±1531 .
Hij was 50 jaar oud op 3-7-1529.
Gysbert Reyersz., bouwman (landbouwer) en gezworene en heemraad te Leerbroek.
De naam van Gysbert’s vrouw is onbekend, maar zij was overl. vóór april 1533.
Gysbert’s 4 zonen worden vanaf de jaren ’30 van de 16e eeuw genoemd met de achternaam De Bruijn.
Gysbert Reyersz. is de vader van Cornelis Ghysbertsz., gehuwd met Cornelia Woutersdr., zus van Adriana Woutersdr., gehuwd met Gysbert Jansz.
Middelkoop, 10-9-1526: Huijch Willemsz, Dirck Gheritsz, Dirck Govertsz, Claes Willemsz, Thijman Jansz en Ghijsbert Reijersz verklaren dat zij de laatste 3 of 4 jaar gezworenen zijn geweest van Leerbroek en Middelkoop en dat geen van hen in die tijd heer Jan Jacopsz, vicaris of onderpastoor in Leerbroek last of bevel gegeven heeft om namens de genoemde dorpen te verdingen of verbrandschatten aan de Geldersen of daarvoor enig geld te loven op geen enkele manier en dat zij nooit gehoord hebben dat enige inwoners van Leerbroek of Middelkoop heer Jan Jacopsz daartoe enig bevel had gegeven.
Middelkoop, 2-7-1551: Henrick de Bruijn Gijsbertsz draagt met toestemming van het gerecht en Joost Gijsbertsz, Cornelis Gijsbertsz en Reijer Gijsbertsz, zijn broers, aan Thuenis Thijmansz in Middelkoop over 5 mg op Leerbroek in Gijsbert Reijersz’ huisweer, waarin de Keij. Mat als heer van Arkel 1 mg aan de westzijde van de kamp toekomt, te weten de 5 mg met de Keizersmorgen samen een kamp van 6 mg vormend, boven de pastorie van Leerbroek, beneden de Keij. Mat, strekkend van de Middelkoper dijk tot de dwarssloot. Op 11 juli verkoopt Anthuenis Thijmansz aan Henrick de Bruijn Gijsbertsz 48 Car.gln jaarlijkse rente uit 5 mg op Leerbroek, boven de pastorie van Leerbroek, beneden de Keij. Mat, strekkend van Thuenis Huijghen land van de dwarssloot tot het kijlspit van de kamp, te lossen met 800 Car.gln.
Overl. tussen 21-5-1530 en 13-3-1532.
5 kind(eren)