Pieter Willemsz
, † 1579.
Zoon van
Willem Reijersz (Willem Neel Reyersz)
en
Neeltgen
.
Pieter Willemsz., won. Streefkerk. Hij wordt vermeld in de 10e penning van 1553, 1557 en 1561. Hij was heemraad in 1555 en 1570. Hij werd beleend - na overdracht - met 3 morgen land, gelgeven te Streefkerk.
Mogelijk heette zijn vrouw Anneke.
Op 1-12-1602 comp. Gheeraert Barentsz. en Reyer Pietersz., beiden wonend te Streefkerk, Barent Gheeritsz. en François Aertsz., burgers te Dordrecht, alle vier voor een gerecht 1/5e part en Aert Jansz. [Verleck], wonend Nieuw-Lekkerland voor een gerecht 1/10e part, samen vervangend Willem Willemsz. van Streefkerk, ook voor 1/10e part, allen bloedvrienden en magen en curatoren van de belaste en bezwaarde boedel van Willem Pietersz., wonend mede te Streefkerk, ook met procuratie van de voorschr. Willem Pietersz. van 1 februari 1600, gepasseerd voor schout en gerecht van Streefkerk, geven te kennen dat zij met elkaar tot bereddering van de boedel samen berekend hebben dat deze boedel, behalve de 785 gulden 18 stuiver die zij daarop voor 1 februari 1600 te pretenderen hadden ook nog bezwaard is met 2062 gulden 3 stuiver wegens geleend geld, nog op interest lopende.
Reyer Pietersz. heeft daarvan tot zijn last genomen Barent Geeritsz. en François Aertsz. 630 gulden te betalen ‘wt zake van beleeninghe’. François Aertsz. neemt van de 2062 gulden 3 stuiver ten behoeve van de crediteuren tot zijn last 100 gulden die hij tot ontlasting van de boedel ontvangen heeft van de secretaris in ’s-Gravendeel als eerste betaling van een huis en erf, ter voorschr. plaats gelegen en aan hem verkocht. De overige 1332 gulden 3 stuiver nemen zij elk voor 1/5e voor hun rekening, zijnde elk 266 gulden 8½ stuiver, te dragen als volgt: Gheeraert Barents betaalt aan de weeskinderen van Dierck Cornelisz. Voocht te Rotterdam 250 gulden en de rest aan Barent Gheeritsz. en François Aertsz. als sequesters van de boedel. Willem Willemsz. en Aert Jansz. betalen ook 250 gulden aan dezelfde weeskinderen en de resterende 16 gulden 8½ stuiver aan de sequesters. Barent Gheeritsz. en François Aertsz. beloven eveneens te betalen zekere drie obligaties aan Griet Rutten, zekere weeskinderen in Zeeland en aan Jan de Lapper.
Overl. tussen 27-4-1579 en 28-8-1579 (postuum vermeld 1602).
Kinderen:
-
Reinier Pietersz
, † ±1628 .
Reinier Pietersz., woont te Streefkerk, deed belijdenis op 25-12-1588, was lidmaat (1609/’10, 1626) en ouderling (1604, 1611-1618, 1622, 1626).
In de lidmaatlijst van 1626 staat bij zowel Reinier als Lijntgen de aantekening ‘overleden’.
Reinier Petersz. is vermeld in het kohier van de 500e penning van 1627.
Wsl. overl. in of kort ná 1627, i.e.g. vóór 1636.
×
<5-1594
Lijntgen Wouter Gijsbertszdr (Lijntgen Wouters)
, † <1637.
Dochter van
Wouter Gijsbertsz
en
NN.
(?).
beide lidm. 4-4-1610, kinderen o.a. Pieter, Anneke, Maritge, Hillichje, Ariaentje en Willem.
Lijntgen Wouter GijsbertszDr., minderjarig (1581), lidmaat (1609/’10, 1626).
Op 10 mei 1592 doet haar man en voogd Balten Willemsz. van Dijck hulde voor haar. Niet lang daarna is haar man overleden.
Lijntgen hertrouwde met Reinier Pietersz., won. Streefkerk, deed belijdenis ald. 25-12-1588, was lidmaat samen met zijn vrouw in 1609/10 en was ouderling o.a. in de periode 1611-1618.
Op 1 mei 1594 doet Reinier Pietersz. hulde voor haar; zij is dan dus hertrouwd. Dit huwelijk zal niet lang daarvoor gesloten zijn, want (pas) op 1 oktober 1594 verticht Lijntgen Woutersdr., weduwe van Balten Willemsz., het weeskind ‘Baltintghen’. Als voogd treedt Willem Willemsz. op, grootvader van het kind.
Vervolgens doen op 1 oktober 1596 Willem Willemsz., als grootvader en voogd van het weeskind van zijn zoon, genaamd ‘Baltentgen’, en Reinier Pietersz., als man en voogd van Lijntgen Woutersdr., rekening en bewijs. Zij hebben in gemeenschap de volgende landerijen, gelegen in Nieuw-Lekkerland: (1) een weer van 6½ morgen, genaamd ‘Elssenhout’, (2) een weer, groot 7 morgen, genaamd ‘’t Walant’ en (3) een deel, namelijk 7½ hond ¼ hond en 1/8e hond, van een weer, genaamd ‘die vyff mergen’, groot in de hoefslag 5 morgen 1½ hond.
Ten slotte scheiden Willem Willemsz. en Reinier Pietersz., getrouwd met Lijntgen Woutersdr. de hiervoor genoemde landerijen op 5 april 1598, waarbij het 1e en het 3e perceel voor de helft aan het weeskind en de andere helft aan Reinier Pietersz. toekomen en het 2e perceel wordt verdeeld in 2/3e voor het weeskind en 1/3e voor Reinier Pietersz. Vermeld wordt nog het leengoed van 4 morgen land, gelegen in Langerak, dat Lijntgen Woutersdr., weduwe van wijlen Balten Willemsz., aangeërfd is van haar vader zaliger.
Op 17 december 1600 wordt Daniël Bastiaensz. beleend met dit leenland. Hij zal daarvoor een schuld zijn aangegaan, want op 6 september 1614 verklaart hij dat hij nog geld schuldig is aan Reinier Pietersz., als man en voogd van Lijntgen Wouter Gijsbertszdr.
Overl. in de periode 1626-1636.
7 kind(eren)
-
Willem Pietersz
, † Streefkerk 5-6-1611 .
Willem Pietersz. won. Streefkerk, belijdenis ald. 7-7-1585. Hij was er ouderling en heemraad.
Op 16-1-1602 droeg Willem Pietersz. 3 morgen leenland te Streefkerk over.
In 1609/10 was hij lidmaat met zijn huisvrouw.
Willem Pietersz. heeft op 16 januari 1602 een perceel van drie morgen land, gelegen in Streefkerk - hem aangekomen van Pieter Willemsz., zijn vader - overgedragen aan Frans (François) Aertsz. te Dordrecht.
In het kerkenboek staat een aantekening dat Willem Pietersz., ouderling, op 5 juni 1611 was overleden, en in plaats van hem Reinier Pietersz., zijn broer, tot ouderling werd verkozen.
×
NN. Adriaensweduwe ("Adriaentje")
.
×
Streefkerk 2-5-1587
Nelletgen Gerritsdr (Nelletgen Gerrit Barentsdr)
, * ±1565
, † 1644.
Nelletgen Gerrit Barentsdr
trad op als getuige bij
de doop van
Willem Reijnier Pieterse
.
9 kind(eren)
-
NN. Pietersdr ("Neeltgen")
, * ±1560
.
×
±1580
Aert Jansz ( Verleck)
, * ±1551
, † Nieuw-Lekkerland 28-2-1629.
8 kind(eren)