Neeltgen Philips , † 1639.
Dochter van Philips Joostensz (Philips Joesten) (??) en Neeltgen Jacobsdr (??) .

Neeltgen Philips, won. Wollefoppen. Zij had een broer Commer Phiipsz.

Neeltgen Philipsdr. was mogelijk afkomstig uit de familie Van der Meer. Haar vader was Philips Joosten.

Te H’berg op 16-9-1613 comp. Neeltge Philips, weduwe van Willem Ariensz op Wollefoppen, geassisteerd met Commer Philipsz, haar broer en voogd in deze, en heeft verticht tegen Vranck Willemsz voor zichzelf, Cornelis Lenertsz gehuwd met Annetge Willems, (Pouwels Ariensz [als oom en voogd van ?? (doorgehaald)] en de voorszegde Cornelis Lenertsz als voogd van Arien en Cornelis IJsbrandsz, kinderen van Maritge Willems, en de voorszegde Vranck Willemsz als voogd van Maritge Willems, en dezelfde Vranck Willemsz vervangende Jacob,Dirkge, Neeltge, Leentge, Machteldge en Jan Willemsz en Pouwels Ariensz als voogd van Philips Willemsz (d.d. nu namenlijk voor het [??] baten overleden is), Trijntge, Ariaentge, Arien, Maritge en Geertge Willems. Zij zijn allen kinderen en kindskinderen van Willem Ariensz, haar vader en bestevader respectieve, en zij hebben verticht.

Neeltge Philips, weduwe van Willem Ariensz. op Wollefoppen, wordt op 16-9-1613 in H’berg genoemd samen met haar broer Commer Philipsz.

H’berg, 16-2-1626: Rekening van Pouwels Ariensz., als oom en voogd van Ariaentge, Arien, Maritge en Geertge Willems, de vier jongste nagelaten weeskinderen van Willem Ariensz zaliger, in presentie van Severt Jeroensz, der kinderen stiefvader, mitsgaders Peije Ariensz, hun zwager, gehuwd met Trijntge Willems. (doorgehaald: Cornelis Ariensz, wonende op Wollefoppen).

Rotterdam, 24-6-1636: Severt Jeroensz en Neeltge Phillipsdr, wonend in Wolffoppen in Hillegonsberch, bevestigen hun codicil d.d. 13-11-1635 en vermaken hun leengoederen, zijnde 7 margen, aan hun kinderen en kleinkinderen, uitgezonderd de kinderen en kleinkinderen van Cornelis Severtsz en Maertge Severtsdr.

Te H’berg op 22-1-1638 Comp.
- Neeltge Philips, weduwe van Severt Jeroensz, geassisteerd met Peije Ariensz, haar zwager en voogd in deze, ter eenre, en
- Maerten Severtsz en Arien Severtsz, beiden voor zichzelf, mitsgaders Arien Willemsz van der Kade als vader en voogd van zijn kind, geprocreëerd bij zaliger Cornelis Severtsz en van het nagelaten weeskind van zaliger Maritge Severts, mede-erfgenamen, ter andere zijde.
Cornelis Jacobsz van der Baen, wonende tot Segwaert, als behuwdoom van het kind van Maritge Severts, alsmede van het kind van Lijsbeth Severts en Willem Cornelisz Schoonder als vader van zijn kinderen bij Maertge Severts, verder door tussenspreken van Arien Jansz Slobbe, Maerten Ariensz Goetkint en Simon Pietersz Stolk als geburen en goede vrienden en hebben verkaveld.

Amb. Hillegersberg, 30-4-1639:
- Arien Willemsz. van de Kade voor hem zelf,
- Peije Ariensz., getrouwd hebbende Trijntgen Willemsdr.,
- Pieter Arien Peijen, getrouwd hebbende Ariaentgen Willemsdr.,
- Gerrit Michielsz. Levelang, getrouwd hebbende Maritgen Willemsdr.,
- Lenert Jochimsz. als voogd van het nagelaten weeskind van zaliger Cornelis Eeuwoutsz., mitsgaders
- Jan Ariensz. wonende te Zevenhuizen als last hebbende zo hij verklaarde en mede hem sterk makende en de rato caverende voor Dirck Jansz. van Iselmeer, zijn zoon, als getrouwd hebbende Geertgen Willemsdr. (met dezelfde Geertgen Willemsdr. op de present),
alle kinderen en erfgenamen van zaliger Neeltgen Phillipsdr., die in haar leven lest weduwe was van zaliger Severt Jeroensz.
Zij transporteren aan:
- Dirck Jansz. van IJselmeer en Gerrit Michielsz. Levelang te samen mede-erfgenamen als boven vier zesde parten in een partij land gelegen op Wollefoppen daarin de heiligegeestarmen van Hillegersberg competeren vier zevende parten van 2 hond gemeen leggende met de voorsz. partij dat de kopers te samen in het geheel moeten verongelden voor 4 morgen;
- Arien Severtsz. [onze buurknecht] een partij land te verongelden voor 2 morgen gelegen in de Ommoordse polder;
- Phillips Commersz. [onze buurman] het recht en de beterschap van een partij erfpacht land genaamd ’t Bueierlant te verongelden voor 2 morgen gelegen in de Ommoordse polder.
overl. tussen 26 februari 1639 en 9 maart 1639.

Capelle a/d IJssel, 9-3-1639:
- Pieter Adriaen Peyez. na overdracht door Vranck Willemsz. en Adriaen Willemsz., mede namens
- Trijntje Willemsdochter, gehuwd met Pye Adriaensz.,
- Maritge Willemsdochter, gehuwd met Gerrit Michielsz. Levelang,
- Geertge Willemsdochter, gehuwd met Dirc Jansz. en
- Henrick Pleunen als voogd van het weeskind van wijlen Comelis Ewoutsz.;
Zij zijn kinderen en erfgenamen van wijlen Neeltgen Philipsdochter, laatst weduwe van Severt Jeroensz., procuratie verleden op 6-3-1639 voor notaris Adriaen Haveker te Rotterdam, volgens octrooi d.d. 26-2-1639 aan haar verleend. Zij woonde te Wollefoppen en haar man Willem Ariensz. is in 1613 overleden, op 26-11-1613 had zij met diens oudste zoon Vranck en zijn nakinderen geaccordeerd dat zij en haar onmondige kinderen het leen zouden erven. Na een geschil is op 3 1-10-1615 bepaald dat de weeskinderen 200 karolus gulden zouden ontvangen en dat Vranck geen beesten op het land mag laten lopen. Hij heeft 2 zoons ouder dan 20 jaar, die na zijn dood het leen zouden willen aantasten, omdat zijn goederen met hypotheken zijn belast en daarom wordt dit nu verkocht.

Eeuwout Cornelis Ockersz. bezat land in de Swanlasche Polder in Zevenhuizen.

In Zevenhuizen op 27 jan. 1602. comp. Neeltghen Phillipsdr., naergelaeten weese van Eeuwout Cornelis S., gheassisteert met Comr. Phillipsz., haer broeder ende gherechte voocht, ter eenre, ende Heyndrick Michielsz, als voocht van de weeskindt by de Selve Euwout Cornz. ende Neeltge Phillips gheprocreert, benaempt Corn. Euwouts, oudt drye weecken voor Heylichmis Laestleeden vyer Jaer, ende bekenden verticht te hebben.

Ewout Cornelis Ockersz, overl. voor 20-10-1602, huwt Neeltgen Phillips; zij huwt 2e 1602/3 Willem Aryens; zij huwt 3e Severt Jeroens.

Ewout Cornelis Ockersz. kreeg rond 1597 een zoon Cornelis Ewoutsz.
Hij is overl. tussen 27-8-1600 en 27-1-1602.

Naar schatting rond 1602-3 getrouwd.

Getr. ná aug. 1613 en vóór mrt. 1626. Severt Jeroensz., was wednr. van Trijntje Jans

Severt Jeroenss, Neeltge Adriaens en Tryntge Jans waren op 8-7-1612 getuigen bij de doop van Marritge, dochter van Gerit Jacopss (van der Baen) uit Zegwaart.

Op 6-2-1626 was Severt Jeroensz reeds de stiefvader van de kinderen van Willem Ariensz.

Amb. Hillegersberg, 13-7-1626:
Severt Jeroensz. bekent bij zekere partij land, gekomen uit de gemeen boedel van Aerien Maertsz. Goetkindt, tot zijn last genomen te hebben een jaarlijkse rente van 18 gld. 15 st., volgens de brief toebehorende de kinderen van Leendert Cornelisz. Solbol en Neeltgen Jansdr. en heeft tot verzekering vandien speciaal verbonden zijn huis en erf staande en gelegen in Wollefoppen.

Op 24-6-1636 testeerde Severt Jeroensz samen met Neeltge Phillipsdr. Op 22-1-1638 wordt Neeltge Philips de weduwe van Severt Jeroensz. genoemd.

Severt Jeroensz., wonende tot Cralingen, wordt genoemd bij de Sint Louris Schouwe van Augustus 1616. Severt Jeroensz. wordt in de periode 1606-1634 in Zegwaart genoemd.

Severt Jeroensz. is op 7-3-1612 in Zoetermeer getuige bij de doop van Adriaentge, dochter van Jaep Jeroenss uit Zegwaart.

Cornelis Ariensz. op Wollefoppen en Severt Jeroensz. kopen op 26-7-1624 in ’t Amb. Hillegersberg: de beterschap van een partij erfpacht land te verongelden voor 2 morgen gelegen in Ommoord. Cornelis Ariensz. op Wollefoppen en Severt Jeroensz. en daarom zijn schuldig door overwijzing van de gemeen erfgenamen van zaliger Maritgen Michielsdr., weduwe Arien Maertsz. Goedtkindt, aan en ten behoeve van Cornelis Jansz., onze gerechtsbode, de som van 840 gld.

H’berg, 19-3-1629: Staat en verdeling voor de erfgenamen van Commer Philipsz. Erfgenamen: Philips Commersz, Arien Jacobsz de Rij, gehuwd met Trijntge Commers, Lenert Cornelisz., gehuwd met Ariaentge Commers, Arien Lenertsz Buijck als vader, en Andries Cornelisz Cleijwegh, als voogd van de nagelaten weeskinderen van zaliger Maritge Commers, en Philips Commersz en Severt Jeroensz, als voogden van Dieuwertge Commers, altezamen kinderen en erfgenamen van zaliger Commer Philipsz.

Rotterdam, 13-11-1635: Severt Jeroensz uit Wolffoppen, jurisdictie Hillegonsberch, laat de nakomelingen van Cornelis Severtsz, wijlen zijn zoon, 400 gld. na. De nakomelingen van wijlen Maertge Severtsdr, zijn dochter, 400 gld. Hij benoemt Maerten Severts en Arien Severts, zijn zonen, tot voogden over voornoemde afstammelingen.

In H’berg op 28-8-1636 comp. Arien Willemsz, weduwnaar van zaliger Lijsbeth Severts, en koopt uit tegen Maerten Severtsz., als oom en geordonneerd voogd van Trijntje Ariens, 1 jaar, zijn kind, mitsgaders tegen Severt Jeroensz als grootvader van hetzelfde kind.

Amb. H’berg,. 8-4-1637: Cornelis Jansz. Cloot, onze buurman, transporteert aan Severt Jeroensz. de helft van een partij erfpacht lands beterschap in het geheel te verongelden voor 2 morgen daar van hem Severt Jeroensz. de wederhelft mede is toebehorende, te samen gemeen leggende in Ommoord.

Amb. H’berg, 30-4-1639: Maerten Severtsz. en Arien Severtsz., beide voor haar zelf, en Arien Willemsz. van der Kade, als vader en voogd van zijn kind geprocreëerd bij Lijsbet Severtsdr., zijn mede-erfgenamen ex testamento van zaliger Severt Jeroensz. Zij transporteren aan Sijmon Dircksz. Geneuchelick [onze buurman] het recht en de beterschap van een partij leenland te verongelden voor 7 morgen namelijk 6 morgen 75 roeden zware en 5 hond 25 roeden lichte verponding, gelegen op Wollefoppen met huising, barg, schuur daar op staande.
Severt Jeroensz. is overleden tussen 28-8-1636 en 22 jan. of 1 okt. in 1638 (bronnen verschillen).

1. Cornelis Ewoutsz , *Zevenhuizen ±1597 , † <5-1635 .
   
   In Zevenhuizen op 27 jan. 1602. comp. Neeltghen Phillipsdr., naergelaeten weese van Eeuwout Cornelis S., gheassisteert met Comr. Phillipsz., haer broeder ende gherechte voocht, ter eenre, ende Heyndrick Michielsz, als voocht van de weeskindt by de Selve Euwout Cornz. ende Neeltge Phillips gheprocreert, benaempt Corn. Euwouts, oudt drye weecken voor Heylichmis Laestleeden vyer Jaer, ende bekenden verticht te hebben.
   
   
   × Rotterdam, Kralingen 1-4-1620   Anneken Jochems , *Rotterdam, Kralingen ±1595 .
   Zij hadden i.e.g. een dochter Annetje.
   
   
   1 kind(eren)



2. Arien Willems van der Kade , *Rotterdam, Hillegersberg >1600 , † <1670 .
   Arien Willems trad op als getuige bij de ondertrouw van Arij Jansz (Arien Janssen) Kerckhof , de ondertrouw van Pieter Adriaenss Langelaan , de ondertrouw van Jacob Pietersz Bos .
   
   Arien Willemss, wed. Lijsbeth Severts, wonend: Hillegersberg, en Aefgen Franss, wed. Jan Arienss, wonend: Hillegersberg, zijn op 2-11-1636 in Hillegersberg getrouwd na een otr. ald. op 18 okt.
   
   Arien Willemsz. van der Kade / Verkade was in 1658 ouderling te Hillegersberg.
   
   H’berg, 6-2-1626:
   Rekening van Pouwels Ariensz als oom en voogd van Ariaentge, Arien, Maritge en Geertge Willems, de vier jongste nagelaten weeskinderen van Willem Ariensz zaliger, in presentie van Severt Jeroensz, der kinderen stiefvader, mitsgaders Peije Ariensz, hun zwager, gehuwd met Trijntge Willems. (doorgehaald: Cornelis Ariensz, wonende op Wollefoppen).
   
   Rotterdam, 13-11-1635: Severt Jeroensz uit Wolffoppen, jurisdictie Hillegonsberch, laat de nakomelingen van Cornelis Severtsz, wijlen zijn zoon, 400 gld. na. De nakomelingen van wijlen Maertge Severtsdr, zijn dochter, 400 gld. Hij benoemt Maerten Severts en Arien Severts, zijn zonen, tot voogden over voornoemde afstammelingen.
   
   Rotterdam, 24-6-1636: Severt Jeroensz en Neeltge Phillipsdr, wonend in Wolffoppen in Hillegonsberch, bevestigen hun codicil d.d. 13-11-1635 en vermaken hun leengoederen, zijnde 7 margen, aan hun kinderen en kleinkinderen, uitgezonderd de kinderen en kleinkinderen van Cornelis Severtsz en Maertge Severtsdr.
   
   Te H’berg op 16-8-1628 Comp Arien Michielsz en Willem Claesz (van der Bregge) als kerkmeesters, mitsgaders Jan Ariensz Decker en Simon Cornelisz Ruijchrock als heilige geest- en armmeesters dezes ambachts
   ter eenre en Jannetge Cornelisse, weduwe van Lenert Cornelisz, Cornelis Lenertsz de Boer, Cornelis Lenertsz Kerkhoff en Arien Lenertsz Dijcksman, alle drie voor zichzelf, Cornelis Lenertsz Coppelenaer en Pieter Jansz Klinkert nomine uxoris en allen in de naam van Pieter
   Lenertsz en nog Cornelis Lenertsz Kerkhoff in de naam van Lucas Jansz Coppert, als getrouwd geweest zijnde met Ingetge Lenerts, allen erfgenamen van Lenert Cornelisz voornoemd, mitsgaders Severt Jeroensz en Claeske Corsse, allen tezamen possesseurs van het merendeel van de woning.
   
   Capelle a/d IJssel, 9-3-1639:
   - Pieter Adriaen Peyez. na overdracht door Vranck Willemsz. en Adriaen Willemsz., mede namens
   - Trijntje Willemsdochter, gehuwd met Pye Adriaensz.,
   - Maritge Willemsdochter, gehuwd met Gerrit Michielsz. Levelang,
   - Geertge Willemsdochter, gehuwd met Dirc Jansz. en
   - Henrick Pleunen als voogd van het weeskind van wijlen Comelis Ewoutsz.;
   Zij zijn kinderen en erfgenamen van wijlen Neeltgen Philipsdochter, laatst weduwe van Severt Jeroensz., procuratie verleden op 6-3-1639 voor notaris Adriaen Haveker te Rotterdam, volgens octrooi d.d. 26-2-1639 aan haar verleend. Zij woonde te Wollefoppen en haar man Willem Ariensz. is in 1613 overleden, op 26-11-1613 had zij met diens oudste zoon Vranck en zijn nakinderen geaccordeerd dat zij en haar onmondige kinderen het leen zouden erven. Na een geschil is op 3 1-10-1615 bepaald dat de weeskinderen 200 karolus gulden zouden ontvangen en dat Vranck geen beesten op het land mag laten lopen. Hij heeft 2 zoons ouder dan 20 jaar, die na zijn dood het leen zouden willen aantasten, omdat zijn goederen met hypotheken zijn belast en daarom wordt dit nu verkocht.
   
   Amb. Hillegersberg, 30-4-1639:
   Maerten Severtsz. en Arien Severtsz., beide voor haar zelf, en Arien Willemsz. van der Kade, als vader en voogd van zijn kind geprocreëerd bij Lijsbet Severtsdr., zijn mede-erfgenamen ex testamento van zaliger Severt Jeroensz. Zij transporteren aan Sijmon Dircksz. Geneuchelick [onze buurman] het recht en de beterschap van een partij leenland te verongelden voor 7 morgen namelijk 6 morgen 75 roeden zware en 5 hond 25 roeden lichte verponding, gelegen op Wollefoppen met huising, barg, schuur daar op staande.
   
   Rotterdam, 25-2-1656:
   Arien Janssen, jonggeselle, geassisteerd door zijn schoonvader [=stiefvader] Arien Willemsz van der Kade, beiden wonend te Hillegersberch, en Leentge Jansdr., jongedochter, geassisteerd door haar broer Cornelis Jansz Keet, ook wonend te Hillegersberch sluiten een contract van huwelijksvoorwaarden.
   
   Rotterdam, 18-8-1662:
   Cornelis Jansz Keet den ouden, Cornelis Jansz Keet den jongen, bijgestaan door Leendert Cornelisz Doelman en Arien Willemsz van der Kaade, van de gerechte van Hillergersberch, voogden over de kinderen van Maertijntge Jansdr Keet, Dirck Jansz Keet, Maertge Jansz Keet, en wijlen Jan Jansz Keet, Cornelis Ariensz Dijcxman man van Barber Jansdr Keet, en Arien Jansz Kerckhof, man van Leentge Jans Keet allen te Hillergersberg, kavelen de nalatenschap door blinde lootinge.
   Za. Ary Willemsz. van de Kade, geh. gew. met Aefje Frans, werd in Hillegersberg vermeld op 11-12-1669.
   
   
   × Rotterdam, Hillegersberg 7-5-1634   Lijsbeth Severts , *Rotterdam, Hillegersberg ±1610 , † ±1635.
       Dochter van Severt Jeroensz en Trijntgen Jansdr .
   Otr. op 22-4-1634 in Rotterdam, Hillegersberg.
   Arien Willemss, jongeman van Hillegersberg, en
   Lijsbeth Severts, jongedochter van Hillegersberg, zijn gereformeerd getrouwd. Zij zijn stiefbroer en -zus; de weduwe van haar vader trouwde met zijn vader.
   
   Arien Willems en Lijsbeth Severts hadden een dochter Trijntje.
   
   Lijsbet Severtsdr., dr. van Severt Jeroens, wordt op 6-3-1634 in Zegwaart vermeld.
   
   In H’berg op 28-8-1636 comp. Arien Willemsz, weduwnaar van zaliger Lijsbeth Severts, en koopt uit tegen Maerten Severtsz., als oom en geordonneerd voogd van Trijntje Ariens, 1 jaar, zijn kind, mitsgaders tegen Severt Jeroensz als grootvader van hetzelfde kind.
   
   Actum, op den 27en Augustij 1636 in Hillegersberg:
   Inventaris van alle de goederen, roerende ende onroerende, in- ende uijtschulden die Lijsbeth Severtsdr. in haer leven met Arien Willemsz, haren man gemeen beseten ende daernaer metter doot ontruimt ende achtergelaten heeft. Overgelevert ter presentie van Maerten Severtsz, als geordt voocht van t’ naergelaten weeskint van sa. Lijsbet Severtsdr.
   Compareerde Arien Willemsz, wedenaer van wijlen Lijsbet Severtsdr. sa., ende verclaerde affirmeerde desen inventaris te wesen deuchdelijck ende oprecht sonder dat bij sijne wetenschap off kennisse daer inne iets verswegen ofte ter quader trouwe achtergehouden is, belooffde oock indien namaels noch iet tot sijne kennisse mochte comen, ’t ware dan proffijt ofte schade desen boedel aengaende, dat hij t’ selve behoorlijck bekent maken ende op de inventaris doen amplieren sal, presenterende t’ gene voors. is tot allen tijde des noot ende versocht sijnde bij solemnelen eede te conserneren.
   
   H’berg, 30-9-1658:
   Rekening van Arijen Severtsz zaliger, als voogd geweest over het weeskind van Lijsbet Severtsdr zaliger, van wie vader is Arijen Willemsz van de Kade, gedaan sedert 2-9-1647.
   Overgeleverd door Leentgen Cornelisdr., weduwe van vsz Arijen Severtsz zaliger. Present Pieter Arijensz Langelaen, gehuwd met het weeskind, dat nu uit de voogdij ontslagen is, alsmede de vader.
   Overleden tussen 07-5-1634 en 18-10-1636, wsl. in het kraambed.
   
   
   × Rotterdam, Hillegersberg 2-11-1636   Aeffgen Fransdr ’t Baesge , *Rotterdam, Hillegersberg ±1610 , † >3-1670.
       Dochter van Frans Cornelissoon (Frans Cornelisz) ’t Baesge en Leentge Claesse (Leentge Claes Willemsdr) ( Terbregge) .
   Otr. op 18-10-1836 in Rotterdam, Hillegersberg.
   
   Te H’berg op 8-10-1636 Comp. Aefge Fransse, weduwe van zaliger Jan Arien Michielsz Kerkhoff, geassisteerd met Frans Cornelisz ’t Baesge, haar vader en gekozen voogd in deze, en koopt uit tegen Cornelis Ariensz Kerkhoff als voogd van Arien Jansz, 4 jaar, nagelaten weeskind en enig erfgenaam van de voornoemde Jan Ariensz Kerkhoff.
   
   Genoemd wordt de uitkoopbrief van vaderlijk versterf d.d. 13-10-1636 ten bedrage van 700 gld. op interest onder Arien Willemsz van de Kade, gehuwd hebbende de moeder van het kind.
   
   In ’t Amb. Hillegersberg op 23-4-1640 comp.
   - Phillips Claesz. voor hem zelf,
   - Willem Pleunisz., als last hebbende van Betgen Claesdr., zijn moeder, en hem daar voor sterk makende en de rato caverende,
   - Feijs Cornelisz., WILLEM CORNELISZ. en Jan Cornelisz., alle drie voor haar zelf,
   - Arien Pietersz. en Hubert Pietersz., beide in de naam van haar respectievelijke huisvrouwen,
   - Arien Jansz. van Alphen, mede nomine uxoris, en met haar zessen kinderen van zaliger MARITGEN CLAESDR.,
   - Jan Jansz. en Willem Jansz., beide voor haar zelf, en Jacob Jansz., nomine uxoris, met hen drieen kinderen van zaliger JAN CLAESZ.,
   - Leentgen Claesdr., weduwe Frans Cornelisz. ’t Baesgen, en JAN FRANSZ. voor hem zelf,
   - Teunis Dircksz. int Hout en ARIEN WILLEMSZ. VAN DER KADE, beide nomine uxoris, en de voorn. JAN FRANSZ., als oom en bloedvoogd voor zeoveel het nood zij van de kinderen van zaliger Leentgen Fransdr., kinderen en
   kindskinderen respectievelijk en erfgenamen ex testamento van voorn. FRANS CORNELISZ. zaliger,
   - Pleun Maertensz. en Jan Maertensz., beide voor haar zelf, Pieter Willemsz. Corffbreijer, Pieter Claesz. en Pieter Cornelisz. Molenaer, alle drie nomine uxoris en nog de voorn. Phillips Claesz. en Pieter Willemsz., als voogden van Aeltgen Maertensdr. en Willem Maertensz., met hen zeven kinderen van zaliger NEELTGEN CLAESDR.,
   alle te samen erfgenamen van zaliger WILLEM CLAESZ.
   Zij transporteren aan Cornelis Claesz. Coomen [wonende te Rotterdam] EN Willem Cornelis Michielen [onze buurman] een partij land te verongelden voor 1 morgen 5 hond 25 roeden gelegen in de Bospolder en 5 hond gelegen in de Bospolder.
   
   Op 1-2-1658 in Hillegersberg comp.:
   - Jan Fransz ’t Baesge, voor zichzelf,
   - Arien Willemsz van der Kade, gehuwd met Aefge Fransse,
   - Cornelis Cornelisz Kerckhoff en Theunis Dirksz in ’t Hout als vader en in het doen van de scheiding en deling van deze boedel opziende voogden van hare kinderen, geprocreëerd bij Leentge en Maritge Fransse, beiden zaliger,
   tezamen kinderen, kindskinderen en erfgenamen van Leentge Claasse, die weduwe was van Frans Cornelisz ’t Baesge, beiden zaliger, en hebben verticht.
   
   
   2 kind(eren)



3. ? Philips Willemsz , * >1600 , † <1-1613 .
   Pouwels Ariensz. wordt in 1613 in H’berg genoemd als oom en voogd van Trijntge, Ariaentge, Arien, Maritge en Geertge Willems, erfgenamen van Philips Willemsz.
   



4. Trijntge Willem Adriaensdr (Trijntge Willemsdr) , *Rotterdam, Hillegersberg ±1603 , † <6-1681 .
   
   × Rotterdam 13-3-1624   Peije Ariensz Hoogerwaert , *Zoetermeer ±1603 , † <1681.
   
   7 kind(eren)



5. Ariaentge Willems , * ±1605 .
   
   Ariaentge had broers Frank en Ariens Willemsz.
   
   H’berg, 6-2-1626: Rekening van Pouwels Ariensz als oom en voogd van Ariaentge, Arien, Maritge en Geertge Willems, de vier jongste nagelaten weeskinderen van Willem Ariensz zaliger, in presentie van Severt Jeroensz, der kinderen stiefvader, mitsgaders Peije Ariensz, hun zwager, gehuwd met Trijntge Willems. (doorgehaald: Cornelis Ariensz, wonende op Wollefoppen).
   
   Testament, opgemaakt op 30-8-1639 in Rotterdam:
   Pieter Arientsz Pey, huijsman, en zijn vrouw Ariaentge Willemsdr., wonende in Omwoerden onder Hillegonsberch benoemen elkaar tot enige erfgenaam, daaronder begrepen 7 morgen land in de Wolffoppenpolder die hij gekocht heeft voor 2.500 gld. van zijn zwagers Franck en Ariens Willemsz.
   
   
   × Rotterdam, Hillegersberg 5-3-1627   Pieter Arien Peijess (Peter Ariensz) , * 1609 , ~Zoetermeer 10-3-1610 , † >1670.
       Zoon van Adriaen Peijenss (Arijen Peijenss) en Jannetje Leenderts (Janneken Leenderts) .
   Op 5/24-3-1627 huwde hij te Hillegersberg als j.m. van Hillegersberg met Arijaentje Willems, j.d. van Hillegersberg.
   Een verlate doop (mogelijk i.v.m. het overlijden van zijn moeder); doopget. Crijn Wouterss, Jan Wouterss, Anneke Cornelis.
   
   Pieter Ariensz. is de jongste zoon.
   
   Pieter Arigense en Jannetge Jans lieten op 24-3-1635 in Rotterdam een kind dopen genaamd Tuendtge met daarbij als getuige Geeret Corsteiaense.
   
   Peter Ariensz Pey, 30jr, [uit] Ommoerden, wordt op 26-8-1636 in Rotterdam vermeld.
   
   Pieter Aeryenss Pey of Peye, backer, wonende te Omoorden onder Hillegersberch, 32 jaar oud, wordt op 7-9-1638 in Rotterdam vermeld. Bij de bakkers zijn de bakovens in het ongerede geraakt; Peye kan
   nog steeds niet bakken en een andere bakker is naar het Rijnlandt vertrokken om daar te bakken. Allen verklaren dat de ingezetenen genoodzaakt waren hun brood in Rotterdam te halen.
   
   Rotterdam, 30-8-1639: Testament van Pieter Arientsz. Pey, huijsman, en zijn vrouw Ariaantge Willemsdr., wonende in Ommoorden onder Hillegersberch. Zij benoemen elkaar tot enige erfgenaam, daaronder begrepen 7 morgen land in de Wollefoppenpolder die hij gekocht heeft voor 2500 gld. van zijn zwagers Franck en Arien Willemsz.
   
   Amb. Hillegersberg, 30-4-1639:
   - Arien Willemsz. van de Kade voor hem zelf,
   - Peije Ariensz., getrouwd hebbende Trijntgen Willemsdr.,
   - Pieter Arien Peijen, getrouwd hebbende Ariaentgen Willemsdr.,
   - Gerrit Michielsz. Levelang, getrouwd hebbende Maritgen Willemsdr.,
   - Lenert Jochimsz. als voogd van het nagelaten weeskind van zaliger Cornelis Eeuwoutsz., mitsgaders
   - Jan Ariensz. wonende te Zevenhuizen als last hebbende zo hij verklaarde en mede hem sterk makende en de rato caverende voor Dirck Jansz. van Iselmeer, zijn zoon, als getrouwd hebbende Geertgen Willemsdr. (met dezelfde Geertgen Willemsdr. op de present),
   alle kinderen en erfgenamen van zaliger Neeltgen Phillipsdr., die in haar leven lest weduwe was van zaliger Severt Jeroensz.
   Zij transporteren aan:
   - Dirck Jansz. van IJselmeer en Gerrit Michielsz. Levelang te samen mede-erfgenamen als boven vier zesde parten in een partij land gelegen op Wollefoppen daarin de heiligegeestarmen van Hillegersberg competeren vier zevende parten van 2 hond gemeen leggende met de voorsz. partij dat de kopers te samen in het geheel moeten verongelden voor 4 morgen;
   - Arien Severtsz. [onze buurknecht] een partij land te verongelden voor 2 morgen gelegen in de Ommoordse polder;
   - Phillips Commersz. [onze buurman] het recht en de beterschap van een partij erfpacht land genaamd ’t Bueierlant te verongelden voor 2 morgen gelegen in de Ommoordse polder.
   
   Rotterdam, 3-5-1644: Pieter Arienss Pey, wonende in Hillegonsberch in Omwoerden, bekent 400 gld. schuldig te zijn aan Henrick Janss Vlamingh, wonende te Cappele. In de kantlijn staat dat de schuld d.d. 04-04-1667 voldaan is.
   
   Rotterdam, 11-4-1649: Pieter Ariensz Peijer is 600 gulden schuldig aan Maertjen Gerritsdr, weduwe van Pouwel Ariensz, beide wonend in Ommoord, in het ambacht van Hillegersberg, over geleend geld.
   
   In 1650 was sprake van Pieter Arijen Peijen dordalff margen streckende vanden Ommoortsche Wech aff tot de Cappelsche Venen toe belent ten oosten de weduwe van Cors Lenertsz ende ten westen Vranck Willemsz. Borge t selve landt.
   
   Pieter Arien Peyess, ambachtsbewaarder, wordt op 27-10-1649 in Hillegersberg vermeld. Pieter Arien Peijen wordt ook in 1655 in Hillegersberg vermeld.
   
   Rotterdam, 29-1-1658: Pieter Adriaensz Pey wonende in Ommoorden onder Hillegersberch bekent 200 gulden schuldig te zijn aan Henrick Jansz Vlaming wonende te Capelle. In de marge van de akte is vermeld dat op 4-4-1667 de schuld is voldaan.
   
   Te H’berg op 14-1-1671 zijn gekomen: Cornelis Cornelisz Kerkhof, Willem Cornelisz Kerkhof en Cornelis Dirksz Kater, elk voor 1/4 part, Annetje Ariensz Kerkhof, Arie Simonsz Geneugelijk gehuwd met Neeltje Ariens, meerderjarige, mitsgaders de voornoemde Cornelis Cornelisz Kerkhof, Willem Cornelisz Kerkhof, Pieter Arien Peijen en Leendert Jochumsz als voogden over de minderjarige Arien Cornelisz Kerkhof voor het resterende 1/4 part, tezamen erfgenamen van Annetje Willems, weduwe van Cornelis Leendertsz Kerkhof, beiden zaliger, en hebben verkaveld.
   
   Volgens het Quohier van ‘t cleijn Familiegeld uit 1674 van Hillegersberg was Pieter Arien Peijen arbeijder te Hillegersberg, 4e quartier, Ommoorden.
   
   In ’t Amb. Hillegersberg op 4-3-1637 comp.
   - Cornelis Corsz., getrouwd hebbende de weduwe van zaliger Cornelis Jansz. Jongenelen, voor de ene helft, en
   - Cornelis Pietersz. Scheer, nomine uxoris, mitsgaders Arien Cornelisz. Jongenelen, als voogd van Maritgen Jansdr. Jongenelen en nog als voogd van de nagelaten weeskinderen van zaliger Jonge Maritgen Jansdr., daar vader af is Gerrit Lenertsz. Scheepmaker, te samen erfgenamen van dezelfde Cornelis Jansz. Jongenelen zaliger voor de andere helft.
   Zij transporteren aan:
   - Cornelis Lenertsz. Kerckhoff [onze buurman] een partij land en water te verongelden voor 6 morgen met zekere schuur daar op staande en gelegen in Ommoord behalve omtrent 2 hond in de Esse.
   - Pieter Arien Peijesz. en Michiel Anthonisz. Levelang [onze buurlieden] te samen zekere huising en erve stanade en gelegen aan de zuidzijde van de Rotte aan de Rottekade met barg, schuur op hetzelfde erve staande.
   
   Capelle a/d IJssel, 9-3-1639:
   - Pieter Adriaen Peyez. na overdracht door Vranck Willemsz. en Adriaen Willemsz., mede namens
   - Trijntje Willemsdochter, gehuwd met Pye Adriaensz.,
   - Maritge Willemsdochter, gehuwd met Gerrit Michielsz. Levelang,
   - Geertge Willemsdochter, gehuwd met Dirc Jansz. en
   - Henrick Pleunen als voogd van het weeskind van wijlen Comelis Ewoutsz.;
   Zij zijn kinderen en erfgenamen van wijlen Neeltgen Philipsdochter, laatst weduwe van Severt Jeroensz., procuratie verleden op 6-3-1639 voor notaris Adriaen Haveker te Rotterdam, volgens octrooi d.d. 26-2-1639 aan haar verleend. Zij woonde te Wollefoppen en haar man Willem Ariensz. is in 1613 overleden, op 26-11-1613 had zij met diens oudste zoon Vranck en zijn nakinderen geaccordeerd dat zij en haar onmondige kinderen het leen zouden erven. Na een geschil is op 3 1-10-1615 bepaald dat de weeskinderen 200 karolus gulden zouden ontvangen en dat Vranck geen beesten op het land mag laten lopen. Hij heeft 2 zoons ouder dan 20 jaar, die na zijn dood het leen zouden willen aantasten, omdat zijn goederen met hypotheken zijn belast en daarom wordt dit nu verkocht.
   
   Pieter had een zoon Willem en wsl. ook nog een dochter Neeltje en nog een zoon Cornelis.
   
   Get. bij de doop: Quijering Woutersz (Crijn Wouterss) ( Metselaer) en Jan Woutersz Peij .
   
   1 kind(eren)



6. Geertge Willems van der Kade , *Rotterdam, Hillegersberg >1605 .
   
   Geertge Willemsdochter, gehuwd met Dirc Jansz. was een kind van Neeltgen Philipsdochter.
   
   H’berg, 6-2-1626: Rekening van Pouwels Ariensz als oom en voogd van Ariaentge, Arien, Maritge en Geertge Willems, de vier jongste nagelaten weeskinderen van Willem Ariensz zaliger, in presentie van Severt Jeroensz, der kinderen stiefvader, mitsgaders Peije Ariensz, hun zwager, gehuwd met Trijntge Willems. (doorgehaald: Cornelis Ariensz, wonende op Wollefoppen).
   
   In 1669 woonde zij als weduwe onder Zevehuizen. In 1685-90 woonde zij aan het zuideinde van Zevenhuizen. In 1691 vertrok Geertge Willemsdr. met een akte van indemniteit van Zevenhuizen naar Nieuwerkerk a/d IJssel.
   
   
   × Zevenhuizen 31-10-1638   Dirck Jansz (van) IJsselmeer , † <1669.
       Zoon van Jan Ariens (van IJsselmeer) en ?
   Otr. op 10-10-1638 in Zevenhuizen.
   Zij hadden een zoon Willem.
   
   Capelle a/d IJssel, 9-3-1639:
   - Pieter Adriaen Peyez. na overdracht door Vranck Willemsz. en Adriaen Willemsz., mede namens
   - Trijntje Willemsdochter, gehuwd met Pye Adriaensz.,
   - Maritge Willemsdochter, gehuwd met Gerrit Michielsz. Levelang,
   - Geertge Willemsdochter, gehuwd met Dirc Jansz. en
   - Henrick Pleunen als voogd van het weeskind van wijlen Comelis Ewoutsz.;
   Zij zijn kinderen en erfgenamen van wijlen Neeltgen Philipsdochter, laatst weduwe van Severt Jeroensz., procuratie verleden op 6-3-1639 voor notaris Adriaen Haveker te Rotterdam, volgens octrooi d.d. 26-2-1639 aan haar verleend. Zij woonde te Wollefoppen en haar man Willem Ariensz. is in 1613 overleden, op 26-11-1613 had zij met diens oudste zoon
   Vranck en zijn nakinderen geaccordeerd dat zij en haar onmondige kinderen het leen zouden erven. Na een geschil is op 3 1-10-1615 bepaald dat de weeskinderen 200 karolus gulden zouden ontvangen en dat Vranck geen beesten op het land mag laten lopen. Hij heeft 2 zoons ouder dan 20 jaar, die na zijn dood het leen zouden willen aantasten, omdat zijn goederen met hypotheken zijn belast en daarom wordt dit nu verkocht.
   
   In ’t Amb. Hillegersberg op 30-4-1639 comp.
   Jan Arien Pietersz. van IJselmeer, als last hebbende zo hij verklaarde en mede hem sterk makende en de rato caverende voor Dirck Jansz. van IJselmeer, zijn zoon, getrouwd hebbende Geertgen Willemsdr., mede-erfgenaam van zaliger Neeltgen Phillipsdr., met dezelfde Geertgen Willemsdr. op deze present, mitsgaders Gerrit Michielsz. Levelang, getrouwd hebbende Maritgen Willemsdr., mede-erfgenaam als boven. Vermeld: Arien Severtsz., onze buurknecht, en Phillips Commersz., onze buurman. Bijbehorende schuldbrieven.
   
   
   ×   Jacob Pietersz Bos .
       Zoon van Pieter Leendertsz (Pieter Lenerts) Bosch en Pleuntge Cornelis Vijselaer .
   Otr. op 23-1-1669 in Rotterdam.
   Get. bij het huwelijk: Arien Willems van der Kade .
   
   Jacob Pietersz. Bos, weduwnaar van Liedewij Jans, won. ’s-Gravenweg onder Nieuwerkerk.
   
   Rotterdam, 23-1-1669:
   - Jacob Pieters Bos, weduwnaar van Liedewia Jans, wonende aan de ’s Gravenwech onder Nieuwerkerck, trouwt onder huwelijksvoorwaarden met
   - Geertge Willems van der Kade, weduwe van Dirck Jans van IJselmeer, te Sevenhuysen, vergezeld van haar broer Aryen Willems van der Kade.
   
   Rijsoord, 2-1-1672:
   - Jacob Pieters Bos, wonende aan de Drogendijk, verhuurt voor een periode van 8 jaar aan Neeltie Gerrits, weduwe van Jan Jacobs Bos, wonende te Nieuwerkerk, hooiland gelegen aan ’s-Graeffwech in de Essepolder.
   Belendingen: Jan Kees de Jongensland, Jan Keesland, Willem Goethart, Jan Cornelisz de Jonge.
   - Jacob Pietersz Bos (ziek op bed liggende), wonende aan de Drogendijk, maakt hiermede zijn testament van ongeveer drie jaar geleden, opgemaakt bij notaris de Roij in Rotterdam, ongeldig. Hij legateert aan de kinderen van Cornelis Cornelis, verwekt bij Aerditie Pieters, een huis. Verder tot zijn erfgenamen benoemt hij: Jan Pietersz Bos, Isbra Pietersz Bos, kinderen van Leendert Pietersz Bos, Joris Gerritsz Nieuwerkerck, nagelaten zoon van Leentie Pieters, zijn zus.
   
   Rijsoord, 15-4-1672:
   Jacob Pietersz Bos, wonende aan de Drogendijk, machtigt hierbij zijn broers Jan Pietersz Bos en IJsbrant Pietersz Bos, om uit zijn naam op te treden voor ’t gerecht van Nieuwerkerk en over te dragen aan Jan Leendertsz Bos, zijn broer, ongeveer twee mergen en twee hondt land gelegen in de Essepolder aan hem verkocht voor een bedrag van 1.650 gulden.
   
   
   1 kind(eren)



7. Maertge Willems , * ±1608 , † >10-1676 .
   Maritge Willems ws mondig den 17 juni 1608
   
   Maertge/Maritge Willemsdochter, gehuwd met Gerrit Michielsz. Levelang, was een dochter van Neeltgen Philipsdochter.
   
   Er was ook nog een Maritge Willems, eveneens een dochter van Willem Adriaensz. (uit een eerder huwelijk), die op 16-9-1613 in H’berg wordt genoemd als de moeder van Arien en Cornelis IJsbrandsz.
   
   
   × Rotterdam, Hillegersberg 2-3-1631   Gerrit Michielsz Levelangh .
       Zoon van Michgiel Isbrantsz Levelangh (??) en Trijntgen Ellertsdr (??).
   
   Capelle a/d IJssel, 9-3-1639:
   - Pieter Adriaen Peyez. na overdracht door Vranck Willemsz. en Adriaen Willemsz., mede namens
   - Trijntje Willemsdochter, gehuwd met Pye Adriaensz.,
   - Maritge Willemsdochter, gehuwd met Gerrit Michielsz. Levelang,
   - Geertge Willemsdochter, gehuwd met Dirc Jansz. en
   - Henrick Pleunen als voogd van het weeskind van wijlen Comelis Ewoutsz.;
   Zij zijn kinderen en erfgenamen van wijlen Neeltgen Philipsdochter, laatst weduwe van Severt Jeroensz., procuratie verleden op 6-3-1639 voor notaris Adriaen Haveker te Rotterdam, volgens octrooi d.d. 26-2-1639 aan haar verleend. Zij woonde te Wollefoppen en haar man Willem Ariensz. is in 1613 overleden, op 26-11-1613 had zij met diens oudste zoon
   Vranck en zijn nakinderen geaccordeerd dat zij en haar onmondige kinderen het leen zouden erven. Na een geschil is op 3 1-10-1615 bepaald dat de weeskinderen 200 karolus gulden zouden ontvangen en dat Vranck geen beesten op het land mag laten lopen. Hij heeft 2 zoons ouder dan 20 jaar, die na zijn dood het leen zouden willen aantasten, omdat zijn goederen met hypotheken zijn belast en daarom wordt dit nu verkocht.
   
   Amb. Hillegersberg, 6-5-1640: Gerrit Michielsz. Levelang, onze buurman. transporteert aan Pieter Cornelisz. cleermaker [onze buurman] de helft in een partij land gelegen op Wollefoppen daar in de heiligegeestarmen van Hillegersberg competerende is vier zevende parten van 2 hond gemeen leggende met de voorsz. partij, welke partij te samen en in het geheel te verongelden is voor 4 morgen (daarvan de wederhelft van de voorsz. 4 morgen toebehorende is Dirck Jansz. van IJsselmeer volgens de scheidsloot tussen hem Dirck Jansz. en de comparant te samen gemaakt) [...]. Mijbehorende schuldbrief.
   
   
   2 kind(eren)