Maritge Doenen , [] Rotterdam, Charlois 1609.
Dochter van ? .



×
    Jan Ingensz (Jonge Jan Ingensz) , * ±1560 , † 1626.
Kinderen:
  1. Engel Janss (Ingen Jansz) van Saerloos , * ±1585 , † ±1633 .
      Hij was mondig op 5-6-1613 en woonde toen in Charlois.

      Ingen / Engel Jansz. van Saerloos was poorter van Rotterdam. Hij was getrouwd met een onbekende vrouw, mogelijk heette zij Neeltge Cornelisdr., maar zij kan ook met iemand anders verward zijn.

      Engel Jansz. werd vermeld varende man van Charlois op 21-2-1626. en tekende als "Engel Janss van Charlois".
      Inghen Jansz., wonende tot Rotterdam, transporteerde op 20-3-1627 aan de Charloise inwoner Jan Willemsz. ca. 2 morgen 320 roeden land in de polder Robbenoord in het Reeblock. Aan de oostzijde werd dit land belend door ’de gemeenlants watergang en den Hooghen Dijck van Charlois".

      Volgens een akte van 19-11-1633 had Ingen Jansz. een nog onmondig weeskind genaamd Claes Ingensz. nagelaten, waarover toen voogden waren: zijn oom Heijndrick Jansz. en Clement Crijnen, de man van een aangetrouwde tante.
      Overleden tussen 14-2-1632 en 19-11-1633.

    1 kind(eren)


  2. Adriaen Jan Ingensz (Adriaen Jan Ingensz de Oude) , *Rotterdam, Charlois ±1585 , [] Rotterdam, Charlois 1629.
      Op 5-6-1613 was Adriaen mondig en werd toen met zijn broer Inge genoemd.

      Hij was boer in de omgeving van Smitshoek en in de periode 1624-26 kerkmeester van Charlois.

      Adriaen Jan Ingensz werd in 1623 genoemd op de lijst van belastingbetalers van Charlois.

      Charlois, 1626: "Ontfangen van dat Adriaen Jan Ingensz’ kint inde voorkerck begraven is."

      Op 19-6-1627 stelde de te Charlois wonende Adriaen Jan Ingensz. zich borg voor [zijn zwager] Leonard Plonisz. te Barendrecht voor een te zijnen laste opgestelde schuldbrief ten bedrage van 1600 gld.
      Charlois, 1629: "Eerst ontfangen vande weduwe van Adriaen Jan Ingensz van dat Adriaen Jansz voorsz. inde voorkerck begraven is."

    × Barendrecht 18-11-1612   Maritge Pleunen (Maertgen Plonen) , [] Rotterdam, Charlois 1649.
        Dochter van Ploen Leendertsz en ?
      Hij was j.g. van Charlois. Zij was j.d. van West-Barendrecht.

      Ten huize van Hillebrant Jansz. in de ’Nyeupoort’ te Rotterdam maakten Adriaen Jansz. en zijn vrouw Maritgen Ploenisdr. , inwoners van Charlois, een testament op de langstlevende.

      Hun dochter Maijken/Maertge trouwde rond 1633 met de boer Cornelis Bastiaensz. Spruijt, zoon van Bastiaen Aertsz. Spruijt en Annetge Leendertsdr. Pors.

      Zij was een dochter van Ploen Leendertz, boer in West-Barendrecht. Haar grootvader van moeder’s zijde heette waarschijnlijk Ingen.

      De in Charlois wonende Clement Crijnen en zijn vrouw Maertge Plonen testeerden op 1-9-1637. Hij benoemde zijn vrouw tot zijn erfgenaam, maar indien zij als langstlevende niet zou hertrouwen zou na haar overlijden de helft van de gemeenschappelijke boedel komen aan Andries Tijsz., zoon van Clements broer [Mathijs Crijnensz]. Maertgen benoemde haar man, de kinderen van haar dochter Maertgen Ariensdr., en haar dochter Adriaentgen Ariensdr. [uit haar eerdere huwelijk] elk voor een derde deel tot haar erfgenamen. Dochter Maertgen zou het vruchtgebruik hebben van de aan haar kinderen vermaakte erfportie.

      Op 23-10-1640 maakten Clement Crijnen Legenhoeck en Maertge Plonen, wonende te Charlois, een aangepast nieuw testament. Bij Maertge’s overlijden zou de helft van de boedel komen aan verwanten van Clement. Maertge benoemde haar man, de kinderen van haar dochters Maertge Ariens en Adriaentge Ariens elk voor een derde part tot haar erfgenamen. De dochters zouden het vruchtgebruik van het aan hun kinderen vermaakte deel genieten.

      De in Charlois wonende Clement Crijnen Legenhouck, weduwnaar van Maritgen Pleunen, verklaarde bij akte van 25-1-1650 898 gld. schuldig te zijn aan de kinderen van Andries Tijsz. en zijn vrouw Ariaentgen Ariensdr. [voordochter van Maritge Pleunen] , wonende in Charlois, en aan de kinderen van Cornelis Bastiaensz. [Spruijt] en zijn vrouw Maritgen Ariensdr. [voordochter van Maritgen Pleunen], wonende in ’s-Gravendeel, en dat wegens de legitieme portie in de hafelijke goederen door Maritgen Pleunen nagelaten.
      Charlois, 1649: "Ontfangen van Clement Crijnen Leegenhouck van dat Maertge Plonen, sijn huijsvrouw, in de voorkerck begraven is, den zomer 1649."

      Get. bij de aangifte begraven: Clement Crijnen Leegenhouck .
      Maertgen Plonen trad op als getuige bij de doop van Adriaen Leendertsz ( Andijck) .

    2 kind(eren)


  3. Lenaert Jansz , * ±1590 , [] Rotterdam, Charlois 1613.
      Lenert Jansz was mondig op 5-6-1613. Hij is later dat jaar overleden.
      Charlois, 1613: "Noch ontfangen van dat Lenaert Jansz, de soon van Jan Ingensz, in de voorkerck begrauen leijt".


  4. Heijndrick Jan Ingensz , * ±1590 , [] Rotterdam, Charlois 1641.

    × ±1614   Baeltge Leenderts (Baeltge Lenerts) ( Pors) , * ±1594 , † 12-1653, [] Rotterdam, Charlois ±1-1-1654.

    3 kind(eren)


Samengesteld door Joan Bos.
Voor meer informatie zie de introduktie of de FAQ.