Maritge Cornelisse
, * ±1550
, [] Rotterdam, Hillegersberg 10-8-1617.
Dochter van
?
.
Naar schatting zo rond 1550 geboren.
Aert Petersz. Clinckert en Maertgen Cornelisz. te Hillegeonsberghe maakten op 19-11-1608 te Rotterdam een testament op. Zij vermaakten daarin legaten aan Cornelis Aertsz, zijn zoon, en Leendert Aertsz ,zijn zoon. Er was een eerder testament geapasseerd op 17 juni 1608.
Te H’berg op 27-2-1616 Comp. Willem Ariensz Stolkman, geordonneerd voogd van Maritge Cornelisse, weduwe van Aernt Pietersz Klinkert en heeft verticht tegen Cornelis Aerntsz Klinkert de oude, Lenert en Cornelisz Aerntsz Klinkert de jonge, Jacob Cornelisz Cleijn gehuwd met Grietge Aerts. Item Jan Dirksz van Vliet nomine uxoris en Gangert Aertsz als voogd van Pieter Jans, kind van Jan Aerntsz Klinkert.
Rotterdam, 9-2-1617:
Marritgen Cornelis, weduwe van Aert Pietersz Clinckaert [Clinckert] uit Hillegersberch, benoemt tot haar erfgenamen: Lenert Aertsz Clinckert, Cornelis Aertsz de oude met Cornelis Aertsz de jonge, 2 kinderen wijlen Jan Aertsz en Gryetgen Aerts. Legaat Marritgen Lenerts, oud 5¼ jaar, dochter van Lenert. Marritgen woont bij Cornelis Claesz Keyser, schuitvoerder op Amsterdam.
Aang. begr. van de echtgenote van Aert Clinckert in Hillegersberg op 10-8-1617.
×
Aert Pietersz Clinckert
, [] Rotterdam, Hillegersberg ±17-1-1616.
Kinderen:
-
Cornelis Aertsz de Oude Clinckert
.
Cornelis Aertsz. Clinckert de Oude woonde in het ambacht Zevenhuizen.
Rotterdam, 9-2-1617:
Marritgen Cornelis, weduwe van Aert Pietersz Clinckaert (Clinckert) uit Hillegersberch, benoemt tot erfenamen: Lenert Aertsz Clinckert, Cornelis Aertsz de oude met Cornelis Aertsz de jonge , 2 kinderen wijlen Jan Aertsz en Gryetgen Aerts. Legaat Marritgen Lenerts, oud 5 1/4 jaar, dochter van Lenert. Marritgen woont bij Cornelis Claesz Keyser, schuitvoerder op Amsterdam.
Te H’berg op 11-2-1619 Comp. Cornelis Aertsz de oude, Cornelis Aertsz de jonge, Leendert Aertsz, Jacob Cornelisz Olijman, gehuwd met Grietge Aerts, Jan Dirksz [Kuijdt/Ruijch?], gehuwd met Maritge Jans, en Gangert Aertsz als voogd van Pieter Jansz, kinderen van Jan Aertsz, allen kinderen en erfgenamen van Aert Pietersz Klinkert, en zij hebben verticht.
Amb. Hillegersberg, 20-7-1624: Cornelis Aertsz. Clinckert de Oude, wonende in het ambacht Zevenhuizen, is schuldig door overwijzing van Lenert Aertsz. Clinckert aan en ten behoeve van Cornelis Heijndricxsz. van Minnebeeck, wonende te Rotterdam, een jaarlijkse rente van 93 gld. 15 st. per jaar.
Amb. Hillegersberg, 17-2-1625: Cornelis Aertsz. Clinckert den Ouden, wonende in Zevenhuizen, transporteert aan de weduwe en gemeen erfgenamen van zaliger Jacop Cornelisz. Oliman de helft van een campgen land daarvan dezelfde weduwe en erfgenamen de wederhelft toebehoren, gelegen in Wollefoppen in Hillegersberg.
In ’t Amb. Hillegersberg op 19-2-1625 comp.
- Grietgen Aertsdr., weduwe Jacop Cornelisz. Oliman, geassisteerd met Cornelis Aertsz. Clinckert den Ouden, haar broeder en gekoren voogd in deze, ter eenre, en
- Cornelis Jacopsz. Oliman voor hem zelf, mitsgaders Cornelis Cornelisz. Bosch als oom en voogd van Jan Jacopsz. Oliman, Pieter Jacopsz., Maritgen Jacopsdr. en Neeltgen Jacopsdr., kinderen en erfgenamen van de voorn. Jacop Cornelisz. Oliman zaliger, ter andere zijde.
Zij hebben gegrondkaveld [...].
Actum op den 8en novemb. ao. 1636 in Hillegersberg:
Inventaris van alle de goederen, roerende ende onroerende, in- ende uijtschulden, die Jan Corn. Klinckert sa. in sijn leven met Roockgen Corndr., sijne huisvrou, gemeen beseten ende daernaer metter doot ontruimt ende achtergelaten heeft.
Overgelevert bij de selve wede. ter presentie van Corn. Aertsz Klinckert ende Arien Corn. Klinckert, als voochden van t’ naergelaten weeskint van Jan Corn. sa. voornt.
Vaste goederen: Een parthije lants, welcke verongelt wort voor 3 margen, gelegen in Ommoorden, mette huisinge daer op staende, streckende uijtte Rotte aff tot den Berchwech.
Te H’berg op 22-3-1638 Comp. Roockge Cornelisse, weduwe van Jan Cornelisz Klinkert, geassisteerd met Arien Jansz Slobbe, haar voogd in deze, ter eenre, en Cornelis Aertsz Klinkert, als grootvader en Arien Cornelisz Klinkert als oom en beiden als geordonneerde voogden van Neeltge Jans, nagelaten weeskind, ter andere zijde en bekenden op 08-11-1636 voor schout en schepenen verkaveld te hebben.
3 kind(eren)
-
Leendert Artssen (Lenert Aertsz) Clinckert
, † <1650 .
Op 29-12-1589 was een belening met een half meer genaamd Iselremeer aan het noordeinde van het ambacht Cappelle aan Lenert Aertz. Clinckert te Hilgontsberch, onmondig, vader: Aert Petersz. Clinckert, na overdracht door Cornelis Dircxsz. Op 11-9-1631 was een belening op Daniel van der Planken te Rotterdam, na overdracht door Lenert Aertsz. Clinckert te Rotterdam.
Aert Petersz. Clinckert en Maertgen Cornelisz. te Hillegeonsberghe maakten op 19-11-1608 te Rotterdam een testament op. Zij vermaakten daarin legaten aan Cornelis Aertsz zijn zoon en Leendert Aertsz zijn zoon. Er was een eerder testament geapsseerd op 17 juni 1608.
Op 6 mei 1603 was in Rotterdam sprake van Adriaen Reynbrantsz., won. Boterdorp in Hillegonsberghe, en zijn schoonzoon Leendert Aertsz Clinckert, weduwnaar van Aeltgen Ariensdr. en nog meer personen vanwege een conflict om een woning en stukken land.
Rotterdam, 9-2-1617:
Marritgen Cornelis, weduwe van Aert Pietersz Clinckaert (Clinckert) uit Hillegersberch, benoemt tot erfenamen: Lenert Aertsz Clinckert, Cornelis Aertsz de oude met Cornelis Aertsz de jonge , 2 kinderen wijlen Jan Aertsz en Gryetgen Aerts. Legaat Marritgen Lenerts, oud 5 1/4 jaar, dochter van Lenert. Marritgen woont bij Cornelis Claesz Keyser, schuitvoerder op Amsterdam.
Amb. Hillegersberg, 13-5-1621: Lenert Aertsz. Clinckert, wonende te Rotterdam, is schuldig aan de nagelaten weeskinderen van zaliger Emmerensken Cruwael Hendricxsdr. een jaarlijkse rente van 25 gld. per jaar.
Amb. Hillegersberg, 28-5-1623: Leendert Aertsz. Clijnckert, wonende te Rotterdam, heeft verkocht aan Pieter Jansz. Clinckert een partij land strekkende van Cornelis Aertsz. Clijnckert den Ouden zijn land af tot Jan Gerritsz. land toe, idem zijn comparants vijfde part in omtrent 2,5 morgen, idem zijn vijfde part in zeker huis, erf, berg en schuur [...].
Leendert Aertsz Clinckert en Harman Sampson traden op 4-3-1625 in Rotterdam op als voogden van de weeskinderen van Sebastiaen Jacobsz., scheeptstimmerman.
Amb. Hillegersberg, 20-7-1624: Lenert Aertsz. Clinckert, wonende te Rotterdam, transporteert aan Cornelis Aertsz. Clinckert de Oude, zijn broeder, een partij gelegen op Wollefoppen binnen Hillegersberg groot 2 morgen 1 hond 78 roeden en verder zo groot en klein als hij hetzelfde van Aert Pietersz. zijn vader geërfd heeft.
Rotterdam, 17 mei 1626:
Jan Dircksz Ruych, bosschieter, geeft aan zijn oom Leendert Aertsz Clinckert voor twee jaar in gebruik een achtste deel van een Eendenkooi, genaamd Clophamerskoy in Wollefoppe. Hij vertrekt als bosschieter onder Meeus de Boer, capiteyn.
Rotterdam, 2-9-1627: Adriana Adriaensdr., eerst weduwe van Sebastiaen Jacobsz, varende man en daarna weduwe van Jan Willems, varende man, verklaart te hebben ontvangen van Leenert Adriaensz Clincert, geordineerde voogd over haar twee kinderen, enige nader gespecificeerde bedragen, ten behoeve van haarzelf en van haar kinderen: Stijntgen Sebastiaensdr en Jacob Sebastiaensz.
Rotterdam, 27-2-1629: Sybrant Roelants, oud 47 jaar en Dirck Gerrits Verburch, oud 44 jaar, verklaren op verzoek van Henric Joppen, geweesen collecteur van de impost op boter, dat zij zijn medestanders zijn geweest. Zij hebben in 1626 een zekere huysman, wonende op de Rotte, bekeurd omdat hij jarenlang boter had geleverd aan Leendert Aryens Clinckert, wonende op de Melckmarckt, zonder dat daarover impost werd voldaan.
CAY, 29-3-1629: Boedelscheiding tussen
- Leendert Ariens timmerman (CAY), wedr. Annigje Jacobs, ter eenre, en
- Jacob Pieters (KRY), grootvader en voogd van Marrigje Leenderts, geb. 14-11-1628, weesdr. van Annigje Jacobs x Leendert Ariens timmerman, t.a.z.
Het kind krijgt 4m in de Hoge Nesse in een weer van 16m gemeen met 12m van Jan Ariens timmerman, zoals Annigje Jacobs ten huwelijk heeft gehad, oost Cornelis Joosten cs, west Claas Stolck nazaten.
Rotterdam, 30-9-1631:
Arien Jansz, 45 jaar, wonende in Sevenhuysen in de Wolffoppenpolder, verklaart op verzoek van Pieter Jansz Clinckert dat hij 5 jaar geleden aanwezig was bij de erfgenamen van Cornelis Aertsz de Jonge wonende te Hillegonsberch toen de boedelscheiding plaatsvond.
Een gedeelte van de boedel is onverdeeld gebleven, o.a. een stuk meer, twee vogelcoyen en een stuk riet- en houtland.
De vogelcoyen werden voor twee jaar verhuurd voor 25 gld. per jaar aan Leendert Aertsz Clinckert, een van de erfgenamen.
Rotterdam, 2-10-1631: Cornelis Jacobsz., man van Cristyna Sebastiaensdr., vaerende man, enig erfgenaam van wijlen Jacob Sebastiaensz, enige broeder van Cristyna Sebastiaensdr, bekent te hebben ontvangen uit handen van Leenert Aertsz Clinckert, alle gelden die deze als voogd van Jacob Sebastiaensz heeft beheerd.
Rotterdam, 7-10-1631: Domine Henricus Alutarius en Arien Jansz van Sevenhuysen verklaren op verzoek van Leendert Aertsz Klinckert, dat een jaar geleden ten huize van Abraham Jansz Segens in de Pankoeckstraet genoemde Leendert een geschil had met zijn neef Pieter Jansz Klinckert over hun aandelen in het IJsselmeer, hun beiden aanbestorven door overlijden van Aert Pietersz. Overeengekomen is dat Pieter Jansz aan Leendert Aertsz 800 gld. zal betalen.
--
--
Een Lenert Lenertsz Klinkert wordt op 13-2-1637 in Hillegersberg vermeld als oom en voog van Aeltge Pieters, het kind van Pieter Cornelisz Versijden bij Leentge Lenerts, zijn overleden huisvrouw, oud 9 jaar. De alimentatie was voldaan op 10-5-1650.
Rotterdam, 11-11-1653:
Leendert Leenderts Clinckert (of Klincker) en zijn vrouw Inggetge Ariens te Ommoerden maken hun testament.
Zij legateren aan hun gebrekkige zoon Cornelis Leenderts Clinckert ieder 100 gulden. Zij stellen tot voogden over de minderjarige kinderen van Arien Reyers za, haar voorzoon en Claesge Leenderts, hun dochter, Jan Reyers, haar voorzoon en hun zonen Leendert de jonge en Cornelis Leenderts Clinckert.
Zij benoemt tot erfgenamen de kinderen van Arien Reyers en Jan en Maertge Reyers, haar 3 voorkinderen uit haar huwelijk met Reyer Jans Kerckhof en haar 4 kinderen uit haar huidige huwelijk, Leendert, Neeltge, Cornelis en Claesge Leenderts Clinckert.
Overl. ná aug. 1635 en vóór nov. 1649.
×
Aeltgen Adriaen Reijnbrantszdr (Aeltgen Ariensdr)
, † <6-1603.
Dochter van
Arien Reijmbrantsz (van de Braeck)
en
Ermken Cornelisdr
.
Aeltgen is een dochter van Adriaen Reynbrantsz., won. Boterdorp in Hillegonsberghe, en diens eerste vrouw Ermken Cornelisdr. Aeltge had een volle zus Maertge Ariensdr., die trouwde met Jan Leendertsz.
In Rotterdam op 6 mei 1603 compareerden: Adriaen Reynbrantsz in Boterdorp in Hillegonsberghe en zijn schoonzoon Leendert Aertsz Clinckert, weduwnaar van Aeltgen Ariensdr. Cornelis Vrancken, Adriaen Claesz, Vranck Vos, Coen Jansz, Barent Jansz, Maerten Allertsz, Maertgen Baerthout, Phillips Broer, Engelbrecht Willemsz Berchwech achterwech in Hillegersberg. Er was een conflict om woning en stukken land.
--
--
Leentje Jacobs x Leendert Claasz Graaf (Kralingen) x 1602 RDM. Leentje Jacobs xx Jan Leenderts Clinckert (Kralingen) x 1620 RDM, kk: Annigje. Leentje Jacobs is een d.v. Jacob Aarts x Wijve Pietersdr.
×
Rotterdam 5-4-1609
Annetgen Jacobsdr (van Troijen)
.
Dochter van
Jacob
en
?
Lenert had een dochter Marritgen, die rond 1612 is geboren.
Annetgen had een broer Bastiaen en een zuster Neeltgen.
Rotterdam, 5-11-1624:
Leendert Artsz Clinckert, man van Annetgen Jacobsdr., en voogd van de weeskinderen van zijn zwager Bastiaen Jacobsz. en Neeltgen Jacobsdr., weduwe van Herman Ariensz Sampson, erfgenamen van hun neef Bastiaen Teunisz de Vormer, overleden in Oost-Indië op het schip "Het Wapen van Delft" machtigen Pieter Gerritsz Peeckstock, mede-erfgenaam, om namens hen bij de Oost-Indische Compagnie de maandgelden of gages te innen die hun neef nog tegoed heeft.
Op 12-9-1635 in Rotterdam compareren:
Leendert Aertsz Clinckert, man van Annetgen Jacobsdr en Neeltgen Jacobsdr, wed. van Harman Samsonsz, met Trijntgen Jacobsdr dochters en universele erfgenamen van Jacob Basteaensz van Troyen;
Willempgen Aryens, wed. van Cornelis Jansz Romer, mede namens Maertgen Aryensdr en Trijntgen Jansdr, haar nichtjes, universele erfgenamen van Aryen Basteaensz van Troyen;
Jan Cornelisz de Vermer, mede namens Arent Henricxsz de Lieffde, man van Cornelia Cornelisdr, zijn zuster, kinderen van Cornelis Teunisz de Vermer, enig kind en erfgenaam van Celitgen Basteaensdr van Troyen.
Genoemde Jacob, Aryen en Celitgen Basteaens waren de enige zuster en broers en erfgenamen van de kinderloos overleden Jan Basteaensz van Troyen.
Zij machtigen voornoemde Trijntgen Jacobsdr, hun zuster en nicht, om van juffrouw Bennincx wonend te Amsterdam gelden te innen over de inleg van 700 gld door wijlen Jan Basteaensz van Troyen in de Magelanissche Compangie.
Op 30-10-1639 was in Rotterdam sprake van "het coockhuys van de weduwe van Leendert Adriaenss Clinckert".
1 kind(eren)
-
Cornelis Aartsz de Jonge Clinckert
, † <1628 .
Te Hillegersberg op 11-3-1627 compareerden Cornelis Aertsz Klinkert de Oude, Lenert Aertsz Klinkert, Grietge Aerts, weduwe wijlen Jacob Cornelisz Olijman, en Pieter Jansz Klinkert, allen tezamen erfgenamen van zaliger Cornelis Aertsz Klinkert de Jonge, en zij hebben verkaveld.
×
??
Jobje Cornelis Jongeneel
.
Dochter van
Cornelis Lourensz (Jonge Cornelis Lourisz) ( Jongeneel)
en
Neeltje Leendertsdr
.
Jobje Cornelisdr. Jongeneel was gehuwd met Cornelis, zoon van Aert Pietersz. Clinckert, maar het is onbekend of dat de Oude Cornelis of de Jonge Cornelis is.
-
Jan Aerntsz Clinckert
, † <1604 .
Hillegersberg, 10e penning 1561:
Landen liggen tussen de Ommoertsche Cade en het IJselmeer.
- Cornelis Maertsz. alias Stolcken Neel huurt van de Heilige Geest te Rotterdam 2½ m hooiland van de Ommoertsche Cade tot Claes Jansz. en Pieter Jansz. Clinckert voor 3 g.
- Dirck Jan Cornelisz. 2½ m hooiland van voornoemde Laen tot Claes Jansz. en Pieter Jansz. Clinckert getax. 3 g. 5 gr.
- Pieter? Jansz. Clinckert 2½ m hooiland van de Laen tot Claes Claesz. en Pieter Jansz. getax. 3 g. 5 gr.
- Pieter Jansz. en Claes Jansz. Clinckert 6 m hooiland en een hoekje weiland langs genoemde weren van Cornelis Maertsz. alias Stolcken Neelen tussen de Ommoortsche Caede en het Coppelsche land en IJselmeer getax. 9 g.
In Zevenhuizen in feb. 1598 comp. Adryaen Gorysz, onssen buyerman, Ende bekende voor hem, Synnen erven ende naecomers Deuchtelicken wtghecofft te hebben ende coopt wt mits deess Synne twee weeskinderen veroevert ende gheprokereert staende huwelick by Annetge Ganggertsdr, deesser weerelt overleeden ende Dat Jeeghens Adryaen Ganggertsz, als oem ende gherechte bestorven voicht van de Selve kinderen, met hem consent hebbende opte Selffden wtcoop, Aert Aryenss, Jan Aertss Clinckert ende Leennart Jans Soen, swaegers van de voorss. Adryaen Ganggerts, en Dit all ten overstaen, wille ende consent van de voors. Schoudt, als oppervoecht ende opsicht hebbende van alle weeskinderen alhyer, ten byweessen van Scheepenen, welcke kinderen gheheetten syn Neeltge Aryensdr, oudt Heijlighermis 1597 acht Jaeren, ende Ganggert Aryenss, oudt Kersaevont Seeven ende Tneghentich Ses Jaeren, Ende dit alles van de voors. weeskinderen haer moeders erff ende besterff, Sulcx haer van haer moeder Sa. opgecomen ende anbestorven es.
Op 20-1-1602 in Zevenhuizen comp.
- Maertentge Ganggherts dochter, wese wijlen Jan Aerden Clinckert, gheassisteert met Adrijaen Gangherts, haer broeder ende gherechte voocht, als boehoutster van de naegelaetten boel en Salijge Jan Aertss voors., ter eenre, ende
- Aert Prs. Clinckert, als bestevader ende voocht van de naegelaetten weeskinderen van de voorn. Jan, benaempt Marritge Jansdr, oudt Heijlichmis Laestleeden Ses Jaeren, ende Pr. Jansz., oudt Heijlichmis Laestleeden iij Jaer,
ende bekenden verticht te hebben.
Rotterdam, 9-2-1617:
Marritgen Cornelis, weduwe van Aert Pietersz Clinckaert (Clinckert) uit Hillegersberch, benoemt tot erfenamen: Lenert Aertsz Clinckert, Cornelis Aertsz de oude met Cornelis Aertsz de jonge , 2 kinderen wijlen Jan Aertsz en Gryetgen Aerts. Legaat Marritgen Lenerts, oud 5 1/4 jaar, dochter van Lenert. Marritgen woont bij Cornelis Claesz Keyser, schuitvoerder op Amsterdam.
Maertijntge Gangerts, getr. met Cornelis Plonis eerder weduwe van Jan Aertsz Clinckaert, wordt eind 1603 en eind 1604 in Zevenhuizen vermeld.
Maertijnge Gangertsz, getr. met Jan Aertsz Clincaert, wordt op 6-3-1605 in Zevenhuizen vermeld.
Op 27-2-1616 te Hillegersberg comp. Willem Ariensz Stolkman, geordonneerd voogd van Maritge Cornelisse, weduwe van Aernt Pietersz Klinkert, en heeft verticht tegen
- Cornelis Aerntsz Klinkert de Oude,
- Lenert en Cornelis Aerntsz Klinkert de Jonge,
- Jacob Cornelisz Cleijn [=Olijman], gehuwd met Grietge Aerts.
- Idem Jan Dirksz van Vliet, nomine uxoris, en Gangert Aertsz, als voogd van Pieter Jans, kind van Jan Aerntsz Klinkert.
×
Maertijntge Gangerts (Maertentge Gangghertsdr)
.
Dochter van
Gangert
en
?
Kinderen i.e.g. Pieter, Marritge & Claes.
Maertijntge Gangerts, getr. met Cornelis Plonis was eerder weduwe van Jan Aertsz Clinckaert, en werd eind 1603 en eind 1604 in Zevenhuizen vermeld.
Maertijntgen Gangerts had een broer Aerijen Gangertsz.
Op 15-12-1603 compareerden:
- Cornelis Plonisz., getrouwd gehad hebbende Maertijntgen Gangertsdr., geassisteerd met zijn vader Plonis Crijnen, ter eenre, en
- Aert Pijetersz. Clinckert, als grootvader, en Aerijen Gangertsz., als oom en voogd van de 2 nagelaten weeskinderen van Jan Aertsz. en Maertijntgen Gangerts, ter andere zijde.
Zij bekennen met elkaar een accoord te hebben gesloten over de verdeling van de boedel die Cornelis Plonen en Maertijntgen Gangerts samen bezeten hebben en door de laatste is nagelaten.
Te H’berg op 27-2-1616 Comp. Willem Ariensz Stolkman, geordonneerd voogd van Maritge Cornelisse, weduwe van Aernt Pietersz Klinkert en heeft verticht tegen Cornelis Aerntsz Klinkert de oude, Lenert en Cornelisz Aerntsz Klinkert de jonge, Jacob Cornelisz Cleijn gehuwd met Grietge Aerts. Item Jan Dirksz van Vliet nomine uxoris en Gangert Aertsz als voogd van Pieter Jans, kind van Jan Aerntsz Klinkert.
Te H’berg op 16-9-1617 Comp Cornelis, Lenert en Cornelis Aertsz de jonge, Jacob Olijman en Jan Ruijven [?] nomine uxoris en Gangert Aertsz als voogd van Pieter Jansz,erfgenamen van Aert (Pietersz) Klinkert en bedanken Willem Ariensz Stolksman van de voogdij die hij gehad heeft over hun moeder.
3 kind(eren)
-
Grijetgen Aerts (Grietge Aerts) Klinckert
, *Rotterdam, Hillegersberg ±1580
, † >1626 .
×
Jacob Cornelisz Olijman
, † <3-1625.
5 kind(eren)