Marijken Barthoutsdr
, † >6-1647.
Dochter van
?
.
Marijken Barthoutsdr., weduwe van Dordrecht (1599, 1609), wonende bij de Vismarkt (1609), trouwde 3e NG Dordrecht 12 april/3 mei 1609 Daniël Cornelisz. Vredenburch, van Dordrecht (1609), 4e Jan Adriaensz. Munter.
Marijcken Baerthouts, weduwe van Jan Arijensz. Munter, was borg op 29 juli 1638.
In Dordrecht op 22 juni 1645 testeert Marijken Baerthoutsdr., laatst weduwe van Jan Adriaensz. Munter, burgeres van Dordrecht.
Zij prelegateert aan haar dochter Francijna Mesjan al haar kleren, juwelen en zilverwerk. Zij wenst dat Francijna op haar erfportie zal aannemen het huis, waarin zij, testatrice, woont, genaamd “Tilburch”, staande omtrent de Grote Vismarkt, met ook de grote kleerkast en bedstee, staande op de grote kamer, mits Francijna inbrengt in de gemeenschappelijke boedel een bedrag van 3600 gl. Zij prelegateert ook aan Francijna de pacht van twee volgelkooien in Werkendam of de leverantie van de eenden “vandien”, mits haar dochter voldoet, hetgeen zij, testatrice, beloofd heeft aan de kooiker te betalen.
Tot erfgenamen van al haar overige na te laten goederen benoemt zijn haar zoons Johan en Baerthout Mesjan en haar dochter Francijna of bij vooroverlijden hun nakomelingen.
Zij schenkt aan de beide kinderen van haar zoon Baerthout Mesjan, m.n. Anneken en Petronella, de alimentatie, die zij, toen de kinderen bij haar in de kost woonden, voor hen betaald heeft.
In Dordrecht op 10 juli 1647 verklaren Geerit Jansz., Jan Willemsz. en Wouter Bastiaensz., allen wonende te Werkendam, dat zij aan Maeijken Barthoutsdr., wonende te Dordrecht, zullen verkopen alle vogels, die zij in hun twee kooien zullen vangen. Jan Arijensz. Mesian, waard in “de Kolf” te Dordrecht, en Francijna Arijensdr., weduwe van Lodewijk van der Stell, stellen zich borg voor Maeijken Barthoutsdr., hun moeder.
×
NN.
, † <10-1599.
De naam van Marijken’s eerdere man is onbekend.
×
Dordrecht 4-11-1599
(otr Dordrecht 17-10-1599)
Adriaen Claesz ( Mesjan)
, † <4-1609.
×
Dordrecht 3-5-1609
(otr Dordrecht 12-4-1609)
Daniël Cornelisz Vredenburch
.
×
<7-1645
Jan Adriaensz Munter
, † <8-1638.
Kinderen:
-
Baerthout Ariaensz (Bartout Ariens) Mesjan
, † >4-1652 .
Baerthout Ariensz. Messian was jong gezel van Dordrecht wonende omtrent de Vismarkt (1625), weduwnaar van Dordrecht wonende bij de Augustijnenkerk (1640), borduurwerker, hoedenkramer.
In Dordrecht op 16 dec. 1632 legt Barthout Adriaensz. Mesjan, hoedenkramer en burger van Dordrecht, op verzoek van Cornelis Adriaensz. Cruijdenier, burger van Dordrecht, een verklaring af.
In Dordrecht op 7 juni 1635 passeert Maijken Claesdr., laatst weduwe van Pieter Verhagen *, burgeres van Dordrecht, haar testament. Zij prelegateert aan Maijken Baerthoutsdr. haar zilveren onderriem en aan Anneken Baerthoutsdr. een bedrag van 30 gl. voor het kopen van een zilveren onderriem, overwegende, dat zij aan Petronella en Marguarita Baerthoutsdr. elk als pillegift een zilveren schaal heeft gegeven. Tot erfgenamen van al haar overige na te laten goederen benoemt zij de vier kinderen van haar overleden dochter Geertruijdt Corstiaensz., bij haar verwekt door Baerthout Mesjan, m.n. Petronella, Marguarita, Maria en Anna Baerthoutsdr. Als die kinderen ongehuwd komen te overlijden, wenst de testatrice, dat de door hen van haar te erven goederen zullen toekomen aan haar erfgenamen ab intestato. Als voogden over haar minderjarige erfgenamen stel zij aan Isaack van der Heijden, predikant te Sliedrecht, haar neef, Wouter Boucquet, haar goede bekende, en haar vader.
* NG trouwboek Dordrecht 26 aug. 1618: Pieter Verhagen boekdrukker weduwnaar van Antwerpen en Maike Claesdr. geboren van Wesel weduwe van Cors Geeritsz. viskoper woont in de Vriesestraat tegenover de molen, getrouwd op 9 sept. 1618.
Dordrecht, den 4e Novemb. 1640:
Bartout Mesjan Arienszoon, wedr., met
[??] Blom Jacobsdr., beide van Dordrecht en woonende bijde Augustijnen-kerck.
Getrout den 27 November 1640.
In Dordrecht op 20 juni 1646 verkoopt Baerthout Mesian, burger van Dordrecht, aan Genefaes Hermans, beenhakker en burger van Dordrecht, een huis omtrent het Steegoversloot, genaamd “den Coninck van Vranckrijck”, staande tussen het huis van Jacob Gabriëlsz. le Blom en het huis van Geerit Henricxsz. Waarborg: Jan Ariensz. Mesian, burger van Dordrecht. Koper verkoopt aan Gijsbert van Dalen ten behoeve van de drie kinderen van verkoper, verwekt bij wijlen Geertruijt Corstiaensdr., zijn overleden vrouw, een jaarlijkse losrente van 55 gl., verzekerd op het voornoemde huis. Borg: Arijen Jansz., beenhakker en burger van Dordrecht.
In Dordrecht op 3 mei 1652 verklaart Baerthout Arijensz. Mesjan, zoon van wijlen Adriaen Claesz., mede-erfgenaam ab intestato van Neeltgen Claesdr., zijn tante, de vrouw van Nicolaes Jansz. Raijen, dat hij van Raijen ontvangen heeft een bedrag van 376 gl. 9 st. 3 penn., zijnde een derde deel van een derde in een somma van 3388 gl. 3 st., welk bedrag Neeltgen Claesdr. geërfd heeft van haar tante Lauken Jansdr., volgens haar testament, dat zij gepasseerd heeft ten overstaan van notaris H. van Naerden op 12 april 1608. Borgen: Jan Arijensz. Mesjan en Fransken Arijensdr. Mesjan, weduwe van Lodewijck van der Stel.
Overl. tussen 3 mei 1652 en 27 juli 1656.
×
Dordrecht 6-1-1626
Geertruijd Corstiaens Vogelsang
, * ±1600
.
Otr. op 14-12-1625
in Dordrecht.
Dit echtpaar wordt in feb. 1635 vermeld in de weeskamer van Dordrecht.
Geertruijdt Corstiaensdr. Vogelsangh, van Dordrecht woont naast secretaris Mathijs Berck (1625) en is een dochter van Corstiaen Gerritsz.en Maeijken Claesdr.
In Dordrecht op 21 juli 1651 comp.
- Abraham Andriesz., voor zichzelf en als procuratie hebbende van Adriaen van Bonckelwaert, Clara van Bonckelwaert, weduwe van Abraham Schut, Cornelis van Bavel, als man van Maeijken Andries, Isaac Andriesz., Hendrick Cornelisz, als man van Lijsbeth Isaecx, Andries Andriesz.,
- Anthonij Vogelsanck, Michiel Vogelsanck en Margreta Vogelsanck, allen erfgenamen van Pieter Verhagen en Maeijken Baerthoutsdr. Mesian,
- Dirck Tegelberch, als man van Petronella Baerthoutsdr. Mesian, voor zichzelf en vervangende Ridchard Farington, als echtgenoot van Anneken Baerthoutsdr. Mesian,
allen erfgenamen van wijlen Mariken Claesdr., weduwe van Pieter Verhagen;
zij verkopen aan Roelant Isaacxsz. van Stabroeck, burger van Dordrecht, een huis [in de Voorstraat] omtrent de Wijnbrug, staande tussen het huis of de poort [de Berckepoort] van mr. Matthijs Berck, heer van Godschalksoord, raadpensionaris en secretaris van Dordrecht, en het huis van Laurens Michielsz. van Leen. Waarborgen: Abraham Andriesz., Michiel Vogelsanck en Dirck Tegelberch. Koper is schuldig aan Elisabeth van Deuren, weduwe van Gijsbert Harincx, 2100 gl. Borg: Johannes Isaacxsz. van Staebroeck, bode van Dordrecht op Zeeland.
×
Dordrecht 27-11-1640
Anneken Jacobs Blom
, * 1613
, ~Dordrecht 11-1613
.
Otr. op 4-11-1640
in Dordrecht.
Anneken (le of de) Blom Jacobsdr., gedoopt NG Dordrecht nov. 1613, van Dordrecht wonende bij de Augustijnenkerk (1640), is een dochter van Jacob Gabriëlsz. le Blom en Elisabeth (Lisbet) Pietersdr. de Vouw, die op 10-10-1604 in Dordrecht in ondertrouw gingen.
In Dordrecht op 4 febr. 1642 maakt Elisabeth Pietersdr. de Vouw, weduwe van Jacob le Blom, burgeres van Dordrecht, haar testament.
Zij prelegateert aan haar drie ongehuwde kinderen Catharina, Elisabeth en Jacob Jacobsz. le Blom, boven de 1600 gl., die zij wegens hun vaderlijke goederen hebben ontvangen voor de feesten, kleren, etc., die ook haar getrouwde dochter Anneken le Blom ten tijde van haar huwelijk heeft gehad, elk een somma van 900 gl.
Zij benoemt haar dochter Anneken, de vrouw van Baerthout Arijensz. Mesjan, tot haar erfgenaam in de legitieme portie en tot erfgenamen van al de overige goederen, die zij zal nalaten, haar overige drie kinderen.
Zij wenst dat haar zoon het huis, waarin zij woont, genaamd “de Drije Cramers”, staande bij de Augustijnenkerk, zal aannemen op zijn erfportie, mits hij daarvoor in de gemeenschappelijke boedel inbrengt een bedrag van 2500 gl. Haar beide ongehuwde dochters zullen het huis mogen huren voor 20 Vlaamse ponden per jaar en een derde part in de verponding. De goederen, die haar dochter Anneken zal erven boven haar legitieme portie, zal moeten beheerd worden door Catharina, de andere dochter van de testatrice.
In Dordrecht op 27 juli 1656 comp. Anna Jacobsdr. de Blom, weduwe van Baerthout Messian, wonende te Dordrecht, geassisteerd met Cornelis Kempenaer, wonende te Utrecht, enerzijds en Jacob de Blom en Jan Joosten Villeboort, als man van Catarina de Blom, als oom en aangetrouwde oom van Elisabeth en Cornelia Messian, kinderen van wijlen Baerthout Messian en Anna de Blom, anderzijds. Anna Jacobsdr. de Blom verklaart, dat zij binnenkort gaat hertrouwen met Cornelis Kempenaer als haar tweede man en dat haar kinderen van haar eerste man geen goederen geërfd hebben. Derhalve wil zij aan haar beide kinderen als schenking onder de levenden elk een bedrag en een fatsoenlijke uitzet geven.
In Dordrecht op 27 juli 1656 passeren
- Cornelis Kempenaer, jongman wonende te Utrecht, geassisteerd met Carel de Kempenaer koopman, zijn vader, wonende te Utrecht, en
- Anneken Jacobsdr. de Blom, weduwe van Baerthout Messian, geassisteerd met Jacob de Blom en Jan Joosten Villeboort, resp. haar broer en zwager, hun huwelijkse voorwaarden.
Carel Kempenaer zal tot onderstand van het aanstaande huwelijk inbrengen een somma van 2000 gl. in baar geld, goudsmidsgereedschap ter waarde van 500 gl. en een lijfrentebrief van 25 gl. jaarlijks, op voorwaarde, dat hij zijn leven lang de opbrengsten van de lijfrentebrief zal krijgen. De bruid zal al haar goederen inbrengen, uitgezonderd een somma van 2000 gl. en een fatsoenlijke uitzet, die zij aan haar beide minderjarige dochters gegeven heeft.
In Dordrecht op 2 april 1669 verklaren Johan van Hoochvelt, koopman wonende te Utrecht, als man van Cornelia Baerthoutsdr. Mesjan, en Anna le Blom, thans echtgenote van Cornelis de Kempenaer, als procuratie hebbende van haar minderjarige dochter Elisabeth Baerthoutsdr. Mesjan, dat zij ontvangen hebben van Bartholomeus van Bergen, lakenkoper en burger van Dordrecht, een losrentebrief ten laste van het gemeneland van Holland, groot 700 ponden kapitaal, die bij de scheiding van de boedel van Niclaes Jansz. Raijen en Neeltgen Claesdr. Mes op 1 nov. 1657 aan zijn vrouw en haar zuster Elisabeth Baerthoutsdr. Mesjan is toebedeeld. Borg: Jacob le Blom, burger van Dordrecht.
Zie: https://andredenhaan.mijnstamboomonline.nl/genealogie-dordrecht/mesjan/
9 kind(eren)
-
Jan Adriaensz (Jan Ariensen) Mesjan
, † >7-1661 .
Jan Adriaensz. Mesian, jong gezel van Dordrecht wonende in de Voorstraat tegenover “de Lindeboom” (1623), glasschrijver te Dordrecht, herbergier te Rotterdam.
Aang. begr. van een kind van Jan Mesjan was op 12-6-1641, 7-6-1649, 2-3-1652 en 14-8-1653 in Dordrecht.
In Dordrecht op 10 juli 1647 verklaren Geerit Jansz., Jan Willemsz. en Wouter Bastiaensz., allen wonende te Werkendam, dat zij aan Maeijken Barthoutsdr., wonende te Dordrecht, zullen verkopen alle vogels, die zij in hun twee kooien zullen vangen. Jan Arijensz. Mesian, waard in “de Kolf” te Dordrecht, en Francijna Arijensdr., weduwe van Lodewijk van der Stell, stellen zich borg voor Maeijken Barthoutsdr., hun moeder.
In Dordrecht op 18 mrt. 1659 comp.
- Fransken Fransdr., weduwe van Wijnant Jansz., geassisteerd met Arent van Kruijskercken,
- Jan Mesian,
- Fransken Mesian, weduwe van Lodewijck van der Stel, geassisteerd met haar broer Jan Mesian,
- Richard Farrington, als man van Anna Barthoutsdr. Mesian, voor zichzelf en tevens vervangende mr. Jacob Witbol, als man van Maeijken Baerthoutsdr. Mesian,
- Dirck Tegelbergh, als man van Petronella Barthoutsdr. Mesian, zijn zwager, en samen nog vervangende
- Jacobmintgen Jansdr., weduwe van Augustijn Aertsz. la Febre;
zij zijn allen erfgenamen van Laeuken Jansdr. Zij verkopen aan Bartel Willemsz. van de Hil, burger van Dordrecht, voor 450 gl. een huisje op de Hoge Nieuwstraat, staande tussen het huis van Matthijs van Want en dat van Huijbert de Jong drappier. Waarborgen: Arent Jansz. Cruijskercken, wijnkoper en burger van Dordrecht, Fransken Fransdr. en Fransken Mesian.
In Dordrecht op 7 aug. 1661 verklaart Jan Arijensz. Mesjan, burger van Dordrecht, maar wonende te Leiden, schuldig te zijn aan zijn zuster Francijna Arijensdr. Mesjan, weduwe van Lodewijk van der Stel, een bedrag van 100 gl., verbindende daarvoor o.a. de jaarlijkse interest van een kapitaal van 1100 gl., waarvan het vruchtgebruik aan hem is gelegateerd door zijn oudtante van vaderszijde, Lauken Jansdr.
×
1623
Susanna Antheunis (Susanna Thonis Jansdr)
, * ±1600
, [] Dordrecht ±12-8-1638.
Otr. op 10-9-1623
in Dordrecht.
Mogelijk is Susanna op 1-11-1594 in Dordrecht gedoopt als dochter van Toenis Abrams.
Susanna Theunis Jansdr., wonende in de Kolfstraat in “Amersvoort”.
Mogelijk is haar moeder Marichien Claesdr., burgeres van Dordrecht, die wordt genoemd als grootmoeder van Anneken Misjan, vrouw van Richard Fariton, koopman te Dordrecht.
Aang. begr. van de vrouw van Jan Aerese Mesjen was op 12-8-1638 in Dordrecht.
×
Marike Gerrits (Maeijken Geeritsdr)
, [] Dordrecht 4-1673.
Otr. op 18-9-1644
.
Dordrecht, 18e Sept. 1644:
- Jan Ariensen Mesjn, wed. woonend inde Kolfstraet,
- Marike Gerrits van St[??], wed.e van Gerrit van [??], woonende inde Oude-Brug Straet, beiden van Dordregt.
In Dordrecht op 5 mei 1652 verklaart Maeijken Geeritsdr., de vrouw van Jan Arijensz. Mesjan, herbergier wonende te Rotterdam, dat zij haar toestemming verleent aan hetgeen haar man en zijn zuster Fransken Arijensdr. Mesjan willen verkopen uit de goederen, die zijn gekomen uit de erfenis van hun tante Neeltgen Claesdr., de vrouw van Niclaes Jansz. Raeijen, die nog steeds tot aan zijn overlijden het vruchtgebruik van die goederen heeft.
Aang. begr. van Maria Bollenbeek was op 5-4-1673 in Dordrecht.
Aang. begr. van de weduwe van Jan Mesjan was op 12-4-1673 in Dordrecht.
6 kind(eren)
-
Francijna (Frantszken Adriaens) Mesjan
, *Dordrecht ±1600
, † >1665 .
×
Dordrecht 7-5-1624
Lodewijck Simonsz van der Stel
.
3 kind(eren)