Lijntje Arijens , † <10-1659.
Dochter van ? .



× ±1639
    Heijndrick Geeritsz de Baat , * ±1600 , † <12-1676.
Kinderen:
  1. Geerit Hendricks de Baat , *’s-Gravendeel ±1640 , † >3-1680 .

      Weeskamer ’s-Gravendeel,1674:
      Neeltien Pieters ziek, echtgenoot Geerit Heijndricks de Baet gezond, wonen ’s-Gravendeel, passeren testament 25-2-1674 en maken elkaar erfgenamen. Zij ondertekent met een handmerkje. Gerrit Hendriks de Baet ondertekent met handmerkje. Testament gepasseerd voor
      schepen Dirck Gerrits van Bommel en Jan
      Arents Verdonck en secretaris Abraham de Roo.

      ’s-Gravendeel, 1677: Metje Gijsberts en Gerrit Hendriks de Baet, ziek, passeren hun testament ’s avonds 8 uur. Hij heeft een voorkind bij Neeltje Pieters. Tot voogd wordt benoemd zijn broer Jacob Hendriks de Baet 18-9-1677. Gepasseerd op 1-5-1678.

    × Alblasserdam 27-5-1659   Neeltje Pieters , † 1674.
      Otr. op 1659 in Alblasserdam.
      Gerrit Hendricksen, j.m. van s’Gravendeel, met Neeltje Pieters, j.d. van Alblasserdam.
      Er was een kind uit dit eerste huwelijk van Geerit, maar de naam van dat kind is onbekend.

      In het jaar voor haar overlijden (1674), is zij tweemaal aanwezig op een veiling te ’s-Gravendeel.
      Zij is ernstig ziek in 1674 en stelt een testament op samen met haar man ten gunste van de langstlevende. Zij hebben samen een kind.

    × Heerjansdam 17-6-1674   Metje Gijsberts .

      Drie jaar na het huwelijk met Metje Gijsberts wordt Geerit Heijndricks ziek en maken de echtgenoten een testament op.
      Mogelijk is zij in of na 1680 weduwe geworden.

      Mogelijk is dit de Metje Gijsberts, die in 1686 wordt vermeld als de vrouw van Teunis Alberts. Ze heeft bij schout en schepenen een klacht ingediend vanwege aanranding.

    1 kind(eren)


  2. Reijmborch Heijndricks (Reijmburgh Hendrix) de Baat , *’s-Gravendeel ±1642 .
      Geschat geboorte jaar.

      Remijnborghie Heijn.

      Bij de akte van uitkoop uit 1659 blijkt dat zij inmiddels meerderjarig is. Zij is zeer waarschijnlijk identiek met de Reijnburg Hendriks uit ’s-Gravendeel die zich te Barendrecht vestigde.

    × Barendrecht 29-3-1666   Teunis Pietersz Sinterniclaas .
      Teunis Pieters Sinterniclaes, jm, van Barendrecht,won aldae, & Reijmburgh Hendrix, jd, van Sgravendeel, mede won alhier.
      Zij hadden een zoon Heijndrick, die een dochter Reijmburgje noemde.

      Theunis Pieters, alijas St Niclaes

      Het was wsl. deze Theunis Pieters die op 23-5-1675 in Barendrecht getuige was bij de doop van Arijaentie, dochter van Pieter Pieters Sinterniclaes en Janneke Theunis.

    3 kind(eren)


  3. Arij Heijndricx de Baat , * ±1644 , † >1712 .
      Uit de akte van uitkoop uit 1659 kunnen we afleiden dat hij in of omstreeks 1644 geboren is.

      In 1706 is hij aanwezig op de veiling bij de veiling van de inboedel van Rijnsburg de Baet.

    × Maasdam 20-12-1665   Cornelia Leenderts , *Sliedrecht ±1645 .
      Arijen Hendrikze de Baat, jm. van ’s-Gravendeel, & Cornelia Leenders, jd. van Sliedrecht, getr. met att van ’s-Gravendeel en Sliedrecht.


  4. Jacob Hendriks de Baat , *’s-Gravendeel ±1645 , † <4-1699 .
      Geschat geboortejaar.

      Opmerkelijk is dat hij bij zijn huwelijk in Ridderkerk "Batenburgh" genoemd wordt. Hij was j.m. van ’s-Gravendeel.

      De eerste jaren van zijn huwelijk werden er drie kinderen bij hen ondergebracht.

      In 1677 wordt hij door zijn broer Gerrit Hendricks de Baet benoemd tot voogd bij het passeren van diens testament.

      Jacob Hendriks de Baat, een arbeijder wonend aan
      de zuidzijde van de Rijckestraat in ’s-Gravendeel op 6-3-1680. Jacob Hendriks de Baat betaalt quotisatie f0.06.00 voor zijn huis in de Rijkestraat op 10-1-1680.

      s-Gravendeel, 1674: Jacob Hendriks de Baat koopt een huis aan de zuidzijde van de Rijkestraat van Pleun Jacobs v Eijsde, aan de zuidzijde belend door Arie Cornelisse Rijkhoek en de weduwe Cornelis
      Cornelisse Kleermaker.

      Commertje Cornelisse, kind van Cornelis de Speelman, werd op 8-1-1671 uitbesteed bij Jacob Hendrikse de Baet. In oktober keerde zij weer terug naar Jan Jansse.

      Bij Jacob Hendriks de Baat op 9-1-1678 voor 2 jaar uitbesteed het zoontje van Gerrit Arien Wagenmacker, genaamd Arie Gerrits Wagenmacker.

      Jacob Hendriks de Baat was betrokken bij een notariële arbitrage op 15-4-1680 in ’s-Gravendeel tussen Hermen Stevens Snijder en hemzelf en nog enige andere personen.
      In 1693 wordt hij voor het laatst vermeld. Zijn vrouw wordt in 1699 als weduwe vermeld.

    × Ridderkerk 14-9-1670   Aeltje Hendriks van der Linden , *Ridderkerk ±1645 , † 1702.
      Otr. op 12-8-1670 in ’s-Gravendeel.
      Kinderen: Hendrik en Lijntje en mogelijk ook Arij, Joost en Meeuwis.

      In 1699 werd zij vermeld als weduwe. Het echtpaar liet minderjarige kinderen na. Er waren schulden en hun huis aan de [zuidzijde van de] Rijkestraat werd publiek verkocht door de schout.

      Vermoedelijk is zij een dochter van Hendrik Meeuwis en Jannetje Joostendr.

      Jacob Hendrikse Batenburgh,j.m. van ’s-Gravendeel, wonende aldaar, met Aeltje Hendriks van der Linde, j.d. van Ridderkerk, wonende alhier. Ondertrouw 12-8-1670, trouw 14-9-1670 in Ridderkerk.

      ’s-Gravendeel, 17-3-1699: Hypothecair krediet van 100 gulden ten laste van Aeltje Hendrics van der Linden, weduwe van Jacob de Baet, t.b.v. Jacob van der Merck, schout te ’s Gravendeel. Gevestigd op een huis en erf aan de zuidzijde van de Rijkestraat.

      ’s-Gravendeel, 7 okt. 1700:
      Dingena Davidsdr., weduwe van Hendrik Ariensz. van Hees, en Aeltje Hendriks, weduwe van Jacob Hendriksz. de Baet, e.a. leggen een verklaring af op verzoek van Pieternella Hendriksdr. van Gils.

      In de boedel van Jacob Hendriks de Baat en Aeltje
      Hendriks van der Linden wordt op 13-11-1702 door de weeskamer van ’s-Gravendeel tot curator
      benoemd: Jacob van der Merck.

      Weeskamer ’s-Gravendeel 1702:
      Arijen Hendrik van der Linden. wonend Ridderkerck. en Hendrik Jacobs de Baet, voogden over de minderjarige kinderen van Jacob Hendriks de Baat en Aeltje van der Linden, beiden overleden, gewoond hebben de te ’s-Gravendeel, abandonneren de boedel op 20-11-1702.
      Boedel ook geabandonneerd door Meeuwis Hendriks van der Linderen, broer van voornoemde Aeltje, en Arijen Ariens van der Steen, deszelfs zusters man, wonende te Ridderkerck.

      De curator in de insolvente boedel van Jacob Hendriks de Baat en Aeltje van der Linden, in leven echtelieden, Jacob van der Merck, verkoopt 11-12-1702 aan de ’s-Gravendeelse mr. chirurgijn Jan Geervliet: een huis aan de zuidzijde van de Rijkestraat voor 241 gulden, 3 stuivers.
      Op 20-11-1702 werd de boedel vermeld bij de weeskamer.

    3 kind(eren)


  5. Amelia Heijndricks (Ameltje Hendrikx) de Baat , *’s-Gravendeel ±1650 , † <9-1693 .

      Zij woonde in ’s-Gravendeel, maar hun woning lag blijkbaar dichter bij de kerk
      van Maasdam omdat ze daar in 1689 hun kind lieten dopen.

    ×   Jacob .
      Uit dit huwelijk een dochter Lijntje.

    × <1690   Jan Pieters van der Sluijs .
      Kinderen: Annigje en Hendrickje.

    3 kind(eren)


  6. Abraham Heijndricks de Baat , *’s-Gravendeel ±1652 , † <10-1701 .

    ×   Jaapje .

    3 kind(eren)


  7. Elsje Heijndricks de Baat , *’s-Gravendeel ±1656 , † <1672 .
      In de akte van uitkoop uit 1659 door haar vader is haar leeftijd 3 jaar. Ze is dus geboren in of omstreeks 1656 te ’s-Gravendeel.

      Elsje tr. in Maasdam op 31-8-1664 met Cornelis Bastiaens Armijaen, zoon van Bastiaen Dircksz Armijaen en Sijgje Teunis (wed. in 1655), overl. voor 1672. Een kind wordt vermeld in 1672 wanneer zijn oudoom Izaack Gerrits de Baet als zijn voogd de nalatenschap van zijn broer en grootvader van het kind, Leenderts Geerits de Baet, laat taxeren. Het is dan nog geen acht jaar oud, gezien de trouwdatum van de ouders.


Samengesteld door Joan Bos.
Voor meer informatie zie de introduktie of de FAQ.