Leentgen Gijsbrechts
, † ±1670.
Dochter van
?
.
Leentgen Gijsbrechts
trad op als getuige bij
de doop van
Dirck Pieters van Tol
,
de doop van
Marij Jacobs (Maertje Jacobs) Tol
.
Leentgen Gijsbertsdr., Dirck Aryensen Tols wedue.
Charlois, 13-3-1654:
Leentgen Gijsbertsdr. weduwe van Dirck Arijnsz. Tol, geassisteerd met Gijsbert Dircxsz. haar oudste zoon, mitsgaders de voorn. Gijsbert Dircxsz. voor hem zelf en Flueris Dircxsz., Aert Dircxsz., Cornelis Dircxsz., Abraham Dircxsz., IJsaak Dircxsz., Jacob Dircxsz. en Pieter Dircxsz. Tolle alle bejaarde kinderen en erfgenamen van de voorn. Dirck Arijensz. Tol hebben gezamenlijk getransporteerd aan juffrouw Maria van der Meijde wonende tot Rotterdam een stuk land groot omtrent 4 morgen 70 roeden in Charlois in het Griffioen Blok.
Rotterdam, 29-7-1654:
Leentgen Gijsbertsdr, weduwe van Dirck Arensz Tol, wonend in Zairlois, stelt zich borg voor haar zoon Isaack Dircxsz Tol, ten behoeve van Soetie Heindericx, weduwe van Reijnier Jansz de With, voor 500 gulden + rente, in mindering op een bedrag van 1000 gulden.
Haar zoon is door caveling eigenaar geworden van de helft van 3 margen 1 hont 88 roeden land in Oud Pendrecht en is 1000 gulden daarvoor schuldig aan Pieter Bastiaensz Cranendock, waarvan onmiddellijk 500 gulden afgelost moest worden volgens de brief d.d. 5-4-1650, de resterende 500 gulden mag hij afbetalen.
Het land wordt belend door Andries Tijssz ten oosten, de Oude Pendrechtsedyck ten zuiden, de erfgenamen van Niclaes van Westerbeecq ten westen en de Zairloise Dyck ten noorden.
Rotterdam, 23-6-1656:
Leentgen Gijsberts, weduwe van Dirck Arijens Tol te Charlois, verklaart schuldig te zijn aan Coetgen Hendricx, weduwe van Reijmer Jansz de With, een bedrag van 150 Carolusguldens. Als Leentgen Gijberts overlijdt voor de schuld is afbetaald, dan vervalt deze obligatie en zullen haar kinderen deze direct moeten aflossen. Zij machtigt daarom Cornelis van Hijselendoorn en Gerardt Coninck, procureurs bij het Hof van Holland, om namens haar kinderen de zaken af te handelen.
Rotterdam, 7-11-1656:
Maria van der Meyden, laatst weduwe van Iman Imans, verhuurt aan Leentgen Gijsbers, weduwe van Dirck Aryens Tol, te Charlois twee stukken land, t.w: 2 margen 350 roeden weiland in Dick Smeetsland, en 10 hout zaailand in Charlois. De huurperiode bedraagt 7 jaar, tegen een totale huur van een 73 gulden per jaar (en een kannetje boter).
Rotterdam, 19-6-1657:
Leentge Ghijsberts, weduwe van Dirck Aeryensz Tol, wonende onder Charloys in Smitshouck, wil dat haar roerende en onroerende goederen, vee en have na haar dood openbaar moeten worden verkocht om grote schade aan de landerijen en onenigheid onder de kinderen en erfgenamen te voorkomen.
1000e Penning van Charlois in 1658: Dirck Aryensen Toll wedue f8-0-0.
Charlois, 27-5-1658:
Leentgen Gijsbertsdr. weduwe van Dirck Ariensz. Dortsman, onze inwoonster, geassisteerd met Jacob Dircxsz. Tol, haar meerderjarige zoon en gekoren voogd in deze, verklaarde schuldig te wezen aan de heer Eeuwout Eeuwotsz. Prins wonende tot Rotterdam de som van 1400 g.
Bij de 1000ste Penning van Charlois van 1658 was sprake van "Dirck Aryensen Toll wedue f 8-0-0". Ook bij de 1000ste Penning ald. in 1660 was nog sprake van "Dirck Aryensen Tols wedue".
Rotterdam, 14-1-1660:
- Dirck Jans Int Velt, wonende aan de ’s Gravenwech in Capelle, vader van Trijntge Dircx, weduwe van Isaack Dircxsz Tol, aan de ene kant, en
- Abraham en Pieter Dircxsz Tol, broers en samen met hun 5 andere broers erfgenamen van genoemde Isaack, mede namens hun moeder Leentge Gijsbrechts, weduwe van Dirck Aryensz Tol, aan de andere kant.
Zij geven te kennen dat zij uit de erfenis van genoemde Isaack en Trijntge een obligatie van 600 gulden tegoed hebben. Dirck Jansz Int Veldt heeft bovendien nog ongeveer 200 of 300 gulden en Abraham en Pieter met de anderen ook nog ongeveer 400 of 500 gulden tegoed aan boekschulden. Om andere schuldeisers in de nalatenschap niet tekort te doen besluiten zij af te zien van hun vorderingen en maken met elkaar een regeling voor de afhandeling van deze schulden.
Charlois, 16-3-1663:
Aert Dirckxsz. Tol, onze inwoner, als monderlinge procuratie hebbende van zijn moeder Leentgen Gijsbertsdr., weduwe van Dirck Arijensz. Tol, heeft getransporteerd aan zijn broeder Abraham Dirckxsz. Tol, coopman binnen Rotterdam: 1 morgen 2 hond 25 roeden teelland in Dirck Smeetsland onder Charlois.
Charlois, 6-3-1664:
Leentgen Gijsbertsdr., weduwe van Dirck Arijensz. Tol, heeft getransporteerd aan Abraham Dircksz. Tol, wonende in Rotterdam, een vierde part en een zesde part in 1 morgen 4 hond 50 roeden land gemeen en onverdeeld in Charlois in het Vlamings Blok waarvan de resterende parten toekomen de heer van Duijckenburch cum socijs.
Charlois, 18-5-1669:
Leentje Gijsbertsdr., weduwe van Dirck Arijensz. Toll, geassisteerd met Jacob Dircxsz. Toll, haar gekoren voogd, in deze bekende schuldig te wezen aan de weeskinderen van Arij Claesz. van Schie de som van 250 car. gld. spruitende van geleende penningen. Voorn. Jacob Dircxsz. Toll stelt zich borg.
[in de marge: Arij Arijensz. van Schie en Willem Cornelisz. Wever, als getrouwd hebbende Maijken Arijensdr. van Schie, verklaarden de 250 gld. betaald te hebben en dat uit handen van Gijsbert Dircxsz. Toll, daarom alhier geroijeerd d.d. 16-2-1675.]
Overleden tussen 4-1-1669 en 7-11-1671.
Charlois, 7-11-1671:
Floris Dircxsz. Toll, Aert Dircxsz. Toll en Jacob Dircxsz. Toll, zowel voor
hem zelf en zich sterk makende voor zijn broeder Pieter Dircxsz. Toll, alle kinderen en erfgenamen van Leentje Gijsbertsdr. Toll, bekende verkocht te hebben aan Gijsbert Dircxsz. Toll zeker huising, erf en bergen op Smitshoek onder Charlois.
Charlois, 4-8-1673:
Floris Dircxsz. Toll, Aert Dircxsz. Toll en Jacob Dircxsz. Toll, als procuratie hebbende van Cornelis Dircxsz. Toll (procuratie voor notaris Van Bergen tot Beijerland d.d. 10-7-1673), en de voorn. Jacob Dircxsz. Toll nog als mondelinge last hebbende van Pieter Dircxsz. Toll en de weeskinderen van Abraham Dircxsz. Toll haar in deze vervangende, alle kinderen en erfgenamen elk voor een zevende part van haar moeder Leentje Gijsbertsdr. zaliger hebben getransporteerd aan Gijsbert Dircxsz. Toll haar broeder zekere zes zevende parten in 3 morgen 501 roeden land gelegen in Charlois in het Coppelleblok.
×
Dirck Adriaensz (Dirck Arijensz) Tol
, [] Rotterdam, Charlois 8-10-1653.
Kinderen:
-
Aert Dirckse (Aert Dircxsz) Tol
, † >3-1675 .
Aert Dircxsz Tol woonde in Smitshoek onder Charlois.
Aert Dircks trouwde met
1) Ariaentje Hermans,
2) Trijntje Wouters, otr. 8-12-1645 in Ridderkerk, tr. in Heinenoord;
3) Pietertgen Willemsdr.
Op 3-6-1650 was sprake van Aert Dircksen Tol en Gijsbert Dirckse Tol, beide wonende op Heinenoord.
Aert Dircxsz. Tol, als man en voogd van Pietertgen Willemsdr., bekende op 5-6-1654 schuldig te wezen aan de nagelaten weeskinderen van zaliger heer Huijbert van der Meer tot Rotterdam de som van 1800 gld.
Rotterdam, 3-1-1656:
Cornelis Dirxsz van Tol, wonend in Oud-Beijerland, bekent schuldig te zijn aan zijn broer Aert Dirxsz van Tol, wonend te Charlois, een bedrag van 240 gulden ter zake geleend geld.
Bij de 1000ste Penning van Charlois van 1660 was sprake van "Aert den Tol als getrouwt hebbende d’ wedue van Arye Claes van Schie".
Begraven in Charlois in 1668 op November 28: Aart den Tolsvrouw.
Rotterdam, 9-12-1659:
Aert Dircxsz Tol uit Smitshoek onder Charlois bekent 300 gulden schuldig te zijn aan zijn broer Gijsbert Dircxsz Tol uit Heinenoord. Aert zal dit bedrag terugbetalen na het overlijden van zijn moeder Leentgen Gijsbers, weduwe van Dirck Aryensz Tol, als onderdeel van zijn deel uit haar nalatenschap.
Charlois, 21-4-1661: Jan Sijmonsz. Barnardus onze inwoner en heeft getransporteerd aan Aert Dirckxsz. Tol mede onze inwoner zeker erf in Charlois omtrent Smitshoek aan de Charlois Lagendijk.
aart dirckse tol, wonende te charlois, verklaart schuldig te zijn aan pieter cornelisse verschoor de somma van vijftig caroligulden wegens de koop van melkkoeien. hij belooft het geld terug te betalen tegen de charloisse kermis in 1662 of aan handen van robbert aartse wagenmaecker. de akte wordt gepasseerd ten huize van notaris dirck cornelisse van der spuij op 6 oktober 1661 in bijzijn van de getuige jacob verschoor en door alle partijen ondertekend.
Charlois, 16-3-1663: Aert Dirckxsz. Tol, onze inwoner, als monderlinge procuratie hebbende van zijn moeder Leentgen Gijsbertsdr., weduwe van Dirck Arijensz. Tol, heeft getransporteerd aan zijn broeder Abraham Dirckxsz. Tol, coopman binnen Rotterdam: 1 morgen 2 hond 25 roeden teelland in Dirck Smeetsland onder Charlois.
Aert Dircxsz. Tol bekende getransporteerd te hebben aan Gerrit Pietersz. Barendrecht 3 morgen 496 roeden land gelegen in Charlois op 2-3-1669.
Charlois, 7-11-1671: Floris Dircxsz. Toll, Aert Dircxsz. Toll en Jacob Dircxsz. Toll, zowel voor hem zelf en zich sterk makende voor zijn broeder Pieter Dircxsz. Toll; alle kinderen en erfgenamen van Leentje Gijsbertsdr. Toll bekende verkocht te hebben aan Gijsbert Dircxsz. Toll zeker huising, erf en bergen op Smitshoek onder Charlois.
Aert Dircxsz. Toll bekende verkocht te hebben aan Gijsbert Dircxsz. Toll zijn broeder zeker huis, erf en schuur onder Charlois op 28-4-1675.
×
Ariaentje Hermans
.
×
Heinenoord ±1646
Trijntgen Wouter Elderssen
, * 1606
, ~Rijsoord (ZH) 25-11-1606
, † <6-1654.
Dochter van
Wouter Ellaertsz
en
Adriaentgen Jans
.
Otr. op 8-12-1645
in Ridderkerk.
Willem Pleunen Fortuijn, inwoner van Ridderkerk, als getrouwd hebbende Maijken Wouter, nomine uxoris, en ook namens Eldert Woutersen en Aert Dircsen Toll, als getrouwd hebbende Tiijntgen Woutersdr. , tezamen kinderen en erfgenamen van Wouter Ellertsen en Adriaentgen Jansdr. , transporteerden op 31 mei 1649 aan de heer Johan van Duel Duexsen, hoogheemraad van het dorp Ridderkerk, 1 merge zaailand met de beteling daarop in Veerenambacht in de jurisdictie van Ridderkerk.
×
<1655
Pietertgen Willems
, [] Rotterdam, Charlois 28-11-1668.
Begraven in Charlois in 1668 op November 28: Aart den Tolsvrouw.
-
Cornelis Dircks (Cornelis Dircsz) Toll
, † >7-1673 .
Cornelis Dircxsz Tol woonde in Zuid-Beijerland.
Rotterdam, 3-1-1656:
Cornelis Dirxsz van Tol, wonend in Oud-Beijerland, bekent schuldig te zijn aan zijn broer Aert Dirxsz van Tol, wonend te Charlois, een bedrag van 240 gulden ter zake geleend geld.
Oud-Beijerland, 8-7-1657:
Cornelis Dircksz Tol, j.m. won. in de Eendrachtspolder [ZuidBeijerland], en Ariaentje Ariaens, j.d. won. in de Hitsert, get. Adriaen Cornelisz de Lange, hier getrouwd.
Rotterdam, 4-10-1668:
Cornelis Dircxsz Tol uit de Hitsert onder de heerlijkheid van Beijerlant heeft 666 gld geleend van zijn moeder Leentgen Gijsbrechs, weduwe van Dirck Ariensz Tol, wonende in Zairlois. Aanwezig was Jacob Dircxsz Tol, haar zoon en gekozen voogd.
Charlois, 4-8-1673:
Floris Dircxsz. Toll, Aert Dircxsz. Toll en Jacob Dircxsz. Toll, als procuratie hebbende van Cornelis Dircxsz. Toll (procuratie voor notaris Van Bergen tot Beijerland d.d. 10-7-1673), en de voorn. Jacob Dircxsz. Toll nog als mondelinge last hebbende van Pieter Dircxsz. Toll en de weeskinderen van Abraham Dircxsz. Toll haar in deze vervangende, alle kinderen en erfgenamen elk voor een zevende part van haar moeder Leentje Gijsbertsdr. zaliger hebben getransporteerd aan Gijsbert Dircxsz. Toll haar broeder zekere zes zevende parten in 3 morgen 501 roeden land gelegen in Charlois in het Coppelleblok.
Zuid-Beijerland, 27-1-1675:
K. Gijsbert. V: Bastiaan Gijsbertsz Gouwman M: Anna Ariensdr. G: Jannitje Cornelisdr. van Toll.
Zuid-Beijerland, 15-8-1694:
K. Bastiaan. V: Teunis Claasz van der Spoel M: Lena Bastiaansdr Gouwman. G: Ary Bastiaansz Gouwman, Jannetje Cornelisdr. Toll.
-
Abraham Dircxen (van) Tol
, [] Rotterdam 26-10-1664.
Abraham Dircxen
trad op als getuige bij
de doop van
Pleun Pieters van Tol
,
de doop van
Helena van Tol
.
Abraham Dircxen Toll / Abraham Dircx van Tol.
Rotterdam, 7-5-1653:
Abraham Dircxen Tol, korenkoper, verklaart 400 gulden schuldig te zijn aan Claesie van Sorgen, weduwe van Harman van Strijckersberch. Zijn vader Dirk Arens Tol, wonende te Charlois, stelt zich borg.
Verklaring op verzoek van Cornelis Dircxsz van Adrichem, coorncooper te Delft, op 4-9-1656 in Rotterdam:
Abraham Tol, en Pieter Tol, coorncoopers, verklaren dat als ze graan in Rotterdam kopen, ze dubbele ronde maat betalen aan de pachter; als ze in Dordrecht of in Delft graan kopen, betalen ze daar de enkele ronde maat, en bij aankomst in Rotterdam ook nog de enkele ronde maat; ze kunnen dan vrij op de kleine markt verkopen.
Een kind van Abraham van Tol werd begraven op 1-4-1657 in Rotterdam.
Rotterdam, 17-9-1659:
Maertge Elias en haar buurman Abram Dircxsz Tol, eigenaars van hun huizen in de Rijstuin, maken een nieuwe overeenkomst over het afvoeren van water van het dak van genoemde Tol. Zoals het afwateren tot nu geregeld was, kan niet meer door het zakken van de goot van de zuidmuur. Het water gaat nu via de noordmuur van Tol. Er wordt boven de al bestaande gemeenschappelijk loden goot een houten goot aangelegd. Maertge geeft toestemming hiervoor. Tol zal de goot en verdere onkosten voor de aanleg betalen. Als er overlast ontstaat, dient Tol de goot weer weg te nemen.
Rotterdam, 14-1-1660:
- Dirck Jans Int Velt, wonende aan de ’s Gravenwech in Capelle, vader van Trijntge Dircx, weduwe van Isaack Dircxsz Tol, aan de ene kant, en
- Abraham en Pieter Dircxsz Tol, broers en samen met hun 5 andere broers erfgenamen van genoemde Isaack, mede namens hun moeder Leentge Gijsbrechts, weduwe van Dirck Aryensz Tol, aan de andere kant.
Zij geven te kennen dat zij uit de erfenis van genoemde Isaack en Trijntge een obligatie van 600 gulden tegoed hebben. Dirck Jansz Int Veldt heeft bovendien nog ongeveer 200 of 300 gulden en Abraham en Pieter met de anderen ook nog ongeveer 400 of 500 gulden tegoed aan boekschulden. Om andere schuldeisers in de nalatenschap niet tekort te doen besluiten zij af te zien van hun vorderingen en maken met elkaar een regeling voor de afhandeling van deze schulden.
Charlois, 3-6-1661: Abraham Clementsz. Pors geassisteerd met zijn voogden en vrienden Bastiaen Jansz. aen de Wech en Dirck Aertsz. Verschoor hebben door overwijzeing van Abraham Tol getransporteerd aan Werebout Jansz. aen de Wel onze inwoner 7,5 hond zaailand in Charlois in het Katendrechtse Blok.
Charlois, 16-3-1663: Aert Dirckxsz. Tol, onze inwoner, als monderlinge procuratie hebbende van zijn moeder Leentgen Gijsbertsdr., weduwe van Dirck Arijensz. Tol, heeft getransporteerd aan zijn broeder Abraham Dirckxsz. Tol, coopman binnen Rotterdam: 1 morgen 2 hond 25 roeden teelland in Dirck Smeetsland onder Charlois.
Charlois, 6-3-1664: Leentgen Gijsbertsdr., weduwe van Dirck Arijensz. Tol, heeft getransporteerd aan Abraham Dircksz. Tol, wonende in Rotterdam, een vierde part en een zesde part in 1 morgen 4 hond 50 roeden land gemeen en onverdeeld in Charlois in het Vlamings Blok waarvan de resterende parten toekomen de heer van Duijckenburch cum socijs.
Charlois, 27-12-1662: Bastiaen Woutersz. wonende in Poortugaal heeft getransporteerd aan Abraham Dirkxsz. Tol coopman te Rotterdam 1 morgen 2 hond 25 roeden weiland in Dirck Smeetsland onder Charlois.
Charlois, 4-8-1673: Floris Dircxsz. Toll, Aert Dircxsz. Toll en Jacob Dircxsz. Toll, als procuratie hebbende van Cornelis Dircxsz. Toll (procuratie voor notaris Van Bergen tot Beijerland d.d. 10-7-1673), en de voorn. Jacob Dircxsz. Toll nog als mondelinge last hebbende van Pieter Dircxsz. Toll en de weeskinderen van Abraham Dircxsz. Toll haar in deze vervangende, alle kinderen en erfgenamen elk voor een zevende part van haar moeder Leentje Gijsbertsdr. zaliger hebben getransporteerd aan Gijsbert Dircxsz. Toll haar broeder zekere zes zevende parten in 3 morgen 501 roeden land gelegen in Charlois in het Coppelleblok.
Abraham Dircx Tol, man van Adriaentje Jacobs
×
Rotterdam 3-2-1654
Ariaentje Jacobs (Areijaentge Jacobs) van Machelen
.
Otr. op 18-1-1654
in Rotterdam.
Abrham Dircksz. van Tol, j.m. van Charloijs, & Adriaentje Jocobs van Machelen, j.d. van Rotterdam.
In aug. 1673 ws sprake van "weeskinderen van Abraham Dircxs Toll".
Rotterdam, otr. 26-6-1667:
- Hubrecht Sijmonsz. van der Swet, j.m. van Maessluijs, en
- ArijaentjeJacobse van Macholen, wed. Abraham Dirksz. van Tol.
Att. naar Soetermeer 10-7-1667.
Charlois, 24-11-1668:
Huijbrecht Sijmonsz. van der Swet, als getrouwd hebbende Ariaentje Jacobsdr., weduwe van Abraham Dircxsz. Toll, bekende verkocht te hebben aan Gijsbert Dircxsz. Toll een gerecht vierde part en zesde part in 1 morgen 450 roeden land gemeen en onverdeeld gelegen in Charlois in het Vlamingsblok waarvan de resterende parten toekomt de heer van Dijckenburch cum socijs.
--
Areijaentge Jacobs en Maertge Gerrits waren op 6-4-1654 in Rotterdam getuigen bij de doop van Trijntge, dochter van Soetge Jacobs en Boudewijn Gerrits.
Rotterdam, otr. 21-11-1649, getr. 7-12-1649:
- Boudewijn Gerritsse [van Eick], j.m. van Rotterdam, en
- Soetgie Jacobs, j.d. van Rotterdam.
Areijaentge Jacobs
trad op als getuige bij
de doop van
Appolonia (Pleuntje Pieters) (van) Tol
,
de doop van
Adriaen Pieters van Tol
.
5 kind(eren)
-
Pieter Dircksz van Tol
, [] Rotterdam 28-11-1682.
Pieter Dircksz. Tolle / Pieter Dircksz. van Tol
Rotterdam, 4-3-1652:
Isaac Dircxsz Tol verhuurt aan zijn broer Pieter Tol een huis met erf in de Rijstuyn voor een periode van 3 jaar en 4 mnd., a raison van 900 gulden. Zij komen een betalingsregeling overeen, oa een aanbetaling van 400 gulden. Mocht het huis verkocht worden, dan moet het eerst aan Pieter worden aangeboden. Medecomparant Dirck Jansz in ’t Velt, te Capelle, verklaarde dat indien het pand door brand of anderszins ombewoonbaar mocht worden, hij instaat voor het restant van de huur.
Rotterdam, 6-3-1652:
Cornelis Dammisz., sijlmaecker, belooft de huur te betalen van Pieter van Tol aan zijn broeder Isaac van Tol van het huis in de Rijstuyn, welke laatste verklaart dit ontvangen te hebben.
Rotterdam, 23-1-1654:
Isaack Dircksz Tol, korenkoopman, verkoopt aan Pieter Dircxsz (van) Tol, eveneens korenkoopman, een huis en erf aan de Rijstuin. Het pand grenst tZ Huybrecht Pietersz Joncker, bezemmaker, en de ontvanger Jacob van Harseel; en tN Aelbrecht de Coninck en de erven van Maertgen Snaets en strekkend tot achter aan de erven Snaets. Het pand is beleend met 2.780 gulden t.b.v. erven Busch, die met de lopende renten wordt overgenomen door koper (tesamen 3.100 gulden). Hij heeft van (broer) Pieter nu 250 gulden ontvangen
Rotterdam, 4-3-1654:
Pieter Dircx Tol, koper en eigenaar van een huis in de Rijstuijn, door zijn broer, Isaack Dircx Tol op 23-1-1654 gekocht van de erfgenamen van de heer Busch, (belast met 2780 gulden ten gunste van de zusters en erfgenamen van Leonard Busch), lost 2 verlopen termijnen af en zal ook de rest aflossen.
Rotterdam, 4-5-1655:
Pieter de Lange, koopman, verhuurt aan Pieter Dircxsz Tol, 2 stukken land; t.w. het ene in VarckensOort- zijnde de helft van een stuk van meer dan 8 morgen- en het ander in "68 morgen"- van meer dan 2 morgen. De huurperiode is 3 jaar voor een huur van 25 gulden per morgen per jaar.
NB: Pieter Tol tekent Pieter van Tol; Varkenoord en de Laagjes of 68 morgen onder WestIJsselmonde-GAR.
Verklaring op verzoek van Cornelis Dircxsz van Adrichem, coorncooper te Delft, op 4-9-1656 in Rotterdam:
Abraham Tol, en Pieter Tol, coorncoopers, verklaren dat als ze graan in Rotterdam kopen, ze dubbele ronde maat betalen aan de pachter; als ze in Dordrecht of in Delft graan kopen, betalen ze daar de enkele ronde maat, en bij aankomst in Rotterdam ook nog de enkele ronde maat; ze kunnen dan vrij op de kleine markt verkopen.
Rotterdam, 14-1-1660:
Dirck Jans Int Velt, wonende aan de ’s Gravenwech in Capelle, vader van Trijntge Dircx, weduwe van Isaack Dircxsz Tol, aan de ene kant en Abraham en Pieter Dircxsz Tol, broers en samen met hun 5 andere broers erfgenamen van genoemde Isaack, mede namens hun moeder Leentge Gijsbrechts, weduwe van Dirck Aryensz Tol, aan de andere kant geven te kennen dat zij uit de erfenis van genoemde Isaack en Trijntge een obligatie van 600 gulden tegoed hebben. Dirck Jansz Int Veldt heeft bovendien nog ongeveer 200 of 300 gulden en Abraham en Pieter met de anderen ook nog ongeveer 400 of 500 gulden tegoed aan boekschulden. Om andere schuldeisers in de nalatenschap niet tekort te doen besluiten zij af te zien van hun vorderingen en maken met elkaar een regeling voor de afhandeling van deze schulden.
Rotterdam, 17-11-1660:
Stijntgen Meynders Kalckman, weduwe en boedelhoudster van Aert Jansz Westdriel, verkoopt aan Pieter Dircxsz van Tol een aantal stukken land voor 3200 gulden. Belendingen: Cornelis Javetsz, Heerenwech, Aert Javetsz.
Charlois, 28-3-1661:
Stijntgen Meijndersdr., wonende tot Rotterdam, weduwe en boedelhoudster van Aert Jaephetsz., geassisteerd met Johan Wijn, haar gekoren voogd in deze, heeft getransporteerd aan Pieter Dircxsz. Tol, coopman tot Rotterdam, omtrent 4 morgen weiland zijnde vrije vromn gelegen in Charlois in het Westduijl Blok aan twee percelen.
Arien Dircksz. van der Leek, geb. 1630-35, overl. 1692, schout van West-IJsselmonde (bekend 1666-1690), huwt ten 1e ca. 1660? Elizabeth Jansdr. Verschoor. Haar zuster Petronella Jansdr. Verschoor was gehuwd met Pieter Dircxz. van Tol, korenkoper te Rotterdam.
Capelle aan den IJssel, 14-2-1672:
Aert Jansz. van Esch, zich sterkmakende voor zijn schoonmoeder Pietertje Pietersdr., Pieter van Tol won. Rotterdam, Adriaen Dircxz., schout tot West-Usselmonde C.S. ter eenre zijde. Mr. Hemicus Banen chirurgijn tot Lekkerkerk als voogd over de minderjarige kinderen van za. Pieter van Holst (in zijn leven schout en secretaris te Crimpen aan de Lek) ter andere zijde, onderwerpen hun geschil aan arbitrale uitspraak van Adriaen de Burcq, predikant te Capelle aan den IJssel en Johan Schiltman, schout van Lekkerkerk.
Rotterdam, 12-8-1664:
Pieter van Tol, coorencooper, verkoopt aan Cornelis Japhetsz, schout van Catendrecht, een stuk land onder de jurisdictie van Sairloos in het West Duijlblock.
Hij is begr. op 28-11-1682 in Rotterdam, Nieuwe Kerk.
×
Rotterdam 31-12-1651
Petronella Plonen (Pieternelleke) Verschoor
, *IJsselmonde ±1632
, [] Rotterdam 2-3-1717.
Dochter van
Pleun Pleunen (Ploen Ploennen) Verschoor
en
Pietertgen Pieter Woutersdr (Pietertgen Pieters)
.
Otr. op 3-12-1651
in Rotterdam.
Pieter Dircksz. van Tol, j.m. van Charlois, en Pieternelle Pleunen Verschoor, j.d. van IJsselmonde. Op 5-12-1651 maakten zij huw. voorw. die zij herriepen op 17-1-1654. Op 26-7-1664 maakten zij bepalingen ten aanzien van hun 3 kinderen.
Zij ging op 3-12-1651 in Rotterdam in otr. met Pieter Dircksz. (van) Tol(l), j.m. van Charlois, wonende Rijstuin te Rotterdam. Zij tr. te Rotterdam op 31-12-1651. Hij is een zoon van Dirck Adriaensz. Tol(l), boer te Charlois, en Leentje Gijsbertsdr.
Pieter Dircksz. was korenkoper in de Rijstuin te Rotterdam en in de periode 1675-82 hoogheemraad van de 4 polders van West-IJsselmonde.
Rotterdam, 17-1-1654:
Pieter van Tol en zijn vrouw, Pieternelleken Pleunisdr. Verschoor, wonend in de Rijstuyn, herroepen hun huwelijks voorwaarden van 5-12-1651. Zij benoemen nu elkaar tot erfgenaam.
Rotterdam, 10-2-1654:
Pieter van Tol, coorncoper, en zijn borg en schoonvader Dirck Bastiaensz Schout, van Westijselmonde, verklaren 2.000 gulden schuldig te zijn aan Arent Sijmonsz van der Mij. De opzegtermijn is 1 maand.
Rotterdam, 26-7-1664:
Pieter Dircxz van Tol, coorncooper, en zijn vrouw Pieternelletje Pleunen Verschoor benoemen elkaar tot erfgenaam. Zij maken een bepaling ten aanzien van hun drie kinderen.
Rotterdam, 1-10-1669:
Pieter Dircx Tol, voogd en gemachtigd door Pietertgen Pieters, laatst weduwe van Dirck Bastiaens, schout van Iselmonde, moeder van zijn vrouw, verhuurt aan Andries Jocchems, timmerman bouman, wonend te West-IJselmonde, de woning met weiland, die zijn vrouw bewoont, in West-IJselmonde, voor de tijd van 3 jaar en voor 300 gulden per jaar.
Pieternella/Petronella/Pieternelle Verschoor woonde in 1717 in de Hoogstraat in Rotterdam over de brouwerij van de Ackers.
Begr. in de Nieuwe Kerk in Rotterdam.
6 kind(eren)
-
Gijsbert Dircksz Tol
, † <7-1681 .
Gijsbert Dircksz
trad op als getuige bij
de doop van
Cornelis Florissen Tol
.
Gijsbert is de oudste zoon.
Op 3-6-1650 was sprake van Aert Dircksen Tol en Gijsbert Dirckse Tol, beide wonende op Heinenoord. Ook in 1659 woonde Gijsbert in Heinenoord.
Op 10-2-1651 was sprake van Gijsbert Dircxsz. Tol, won. in Mijnsheerenland.
Op 12-10-1656 was Gijsbert Dircxsen Tol, landbruiker, wonend in Goidschalxoord.
Het huis van Gijsbert Dircxen Tol in april 1679 lang in de omgeving van de Stougensdijk.
Charlois, 13-3-1654:
Leentgen Gijsbertsdr., weduwe van Dirck Arijnsz. Tol, geassisteerd met Gijsbert Dircxsz. haar oudste zoon, mitsgaders de voorn. Gijsbert Dircxsz. voor hem zelf en Flueris Dircxsz., Aert Dircxsz., Cornelis Dircxsz., Abraham Dircxsz., IJsaak Dircxsz., Jacob Dircxsz. en Pieter Dircxsz. Tolle alle bejaarde kinderen en erfgenamen van de voorn. Dirck Arijensz. Tol hebben gezamenlijk getransporteerd aan juffrouw Maria van der Meijde wonende tot Rotterdam een stuk land groot omtrent 4 morgen 70 roeden in Charlois in het Griffioen Blok.
Rotterdam, 19-6-1657:
Leentge Ghijsbertsz, weduwe van Dirck Aeryensz Tol, wonende onder Charloys in Smitshouck, is 700 gulden schuldig aan haar oudste zoon Ghysbert Dircxsz Tol voor op 1-5-1657 geleend geld. Zij belooft terug te betalen met 5% rente. Leentge wordt bijgestaan door de notaris als haar voogd in deze akte.
Rotterdam, 9-12-1659:
Aert Dircxsz Tol uit Smitshoek onder Charlois bekent 300 gulden schuldig te zijn aan zijn broer Gijsbert Dircxsz Tol uit Heinenoord. Aert zal dit bedrag terugbetalen na het overlijden van zijn moeder Leentgen Gijsbers, weduwe van Dirck Aryensz Tol, als onderdeel van zijn deel uit haar nalatenschap.
Mijnsheerenland, 5-11-1664:
Gijsbert Dircks Tol, bouwman aan de Westdijk onder de jurisdictie van Heinenoord, verkooptmet procuratie van Govert Sonneman, koopman te Dordrecht, en juffr. Susanna Pauij, weduwe van Christiaen de Lange, wonende te Nimwegen, 5 morgen en 450 roeden wei- en zaailand voor 575 C.gulden per morgen aan Arnout Dichters, koopman binnen Dordrecht, gelegen in Westmaas-Nieuwland. Oost de Westdijk, zuid de weduwe en kinderen van Gerrit Dircks Fonckert, west de gemenelands vliet en noord mevrouw Van Bouchorst en de kinderen van jonkheer Van der Duijn.
Gijsbert Dircks Tol, bouwman (landbouwer) onder Heinenoord, wordt vermeld op 2-4-1666, toen hij een som van 1021 C.gulden zekerde op 5 morgen land in de Westmaas-Nieuwlandse polder.
Charlois, 24-11-1668: Huijbrecht Sijmonsz. van der Swet, als getrouwd hebbende Ariaentje Jacobsdr., weduwe van Abraham Dircxsz. Toll, bekende verkocht te hebben aan Gijsbert Dircxsz. Toll een gerecht vierde part en zesde part in 1 morgen 450 roeden land gemeen en onverdeeld gelegen in Charlois in het Vlamingsblok waarvan de resterende parten toekomt de heer van Dijckenburch cum socijs.
Mijnsheerenland, 5 juni 1669:
Gijsbert Dircks Tol, wonende aan de Westdijk onder Heinenoord, verkoopt met procuratie voor 625 C.gulden aan Simon Gerrits Hordijck, bouwman onder Oud-Beijerland, ca. 1 morgen 150 roeden land in het Oudeland van Moerkercken. Oost de Maas, west Vrouwehuiskensweg, zuid het land van de secretaris Maeskant en noord Simon Gerrits Hordijck zelf.
Gijsbert Dirks Tol kocht op 21-4-1671 in Mijnsheerenland een huis en schuur aan de Stougensdijk van Moerkercken van de erfgenamen en Jacob Schalcxs en Geertje.
Mijnsheerenland, 26 augustus 1671:
Gijsbert Bastiaens ’s Gravendeel, wonende aan de Stougensdijk, en Jan Willems van der Weijde, wonende aan de Zinkweg onder Oud-Beijerland, verkopen voor 1000 C.gulden aan Gijsbert Dircks Tol, bouwman onder Heinenoord, een huis en erf aan de Stougensdijk. Genoemd: Jacob Scalcken en Geertge Goverts, beide in Mijnsheerenland overleden.
Mijnsheerenland, 14.4.1672:
Gijsbert Dircxe (van) Tol, bouwman onder het ambacht van Heinenoord, verplicht zich tot in de kost nemen van Maria, dochter van Trijntje Jorisdr., tot en met haar 15-jarige leeftijd.
Aert Dircxsz. Toll bekende verkocht te hebben aan Gijsbert Dircxsz. Toll zijn broeder zeker huis, erf en schuur onder Charlois op 28-4-1675.
Mijnsheerenland, 6 juni 1679:
Taxatie op verzoek van mr. Hendrik Vockestaart, secretaris te Delft, aangaande enige landerijen nagelaten door Petronella Dichters, weduwe van Marinus van der Lisse: Eerst 1 morgen en 473 roeden land liggende in een stuk van 7 morgen en 92 roeden in Mijnsheerenland van Moerkercken, gebruikt door Gijsbert Dircks Tol. Getaxeerd op 250 gulden per morgen.
Mijnsheerenland, 25 juni 1681:
Kinderen en erfgenamen van Gijsbert Dircx Tol verkopen in het openbaar 17 morgen koren en hooi te velde bij de Westdijk onder Moerkercken.
×
Sint Anthoniepolder 20-7-1636
Neeltgie Roockes
, * ±1615
.
Otr. op 21-6-1636
in Sint Anthoniepolder.
Kinderen o.a. Jacob, Dirk en Leentje (†
1671).
Neeltgie Roockes
trad op als getuige bij
de doop van
Cornelis Florissen Tol
.
5 kind(eren)
-
Floris Dircxsz (Fleuris Dircxz) Tol
, † >7-1673 .
Charlois, d.d. 7-11-1671:
Floris Dircxsz. Toll, Aert Dircxsz. Toll en Jacob Dircxsz. Toll, zowel voor
hem zelf en zich sterk makende voor zijn broeder Pieter Dircxsz. Toll; alle kinderen en erfgenamen van Leentje Gijsbertsdr. Toll bekende verkocht te hebben aan Gijsbert Dircxsz. Toll zeker huising, erf en bergen op Smitshoek onder Charlois.
Charlois, d.d. 4-8-1673:
Floris Dircxsz. Toll, Aert Dircxsz. Toll en Jacob Dircxsz. Toll, als procuratie hebbende van Cornelis Dircxsz. Toll (procuratie voor notaris Van Bergen tot Beijerland d.d. 10-7-1673), en de voorn. Jacob Dircxsz. Toll nog als mondelinge last hebbende van Pieter Dircxsz. Toll en de weeskinderen van Abraham Dircxsz. Toll haar in deze vervangende, alle kinderen en erfgenamen elk voor een zevende part van haar moeder Leentje Gijsbertsdr. zaliger hebben getransporteerd aan Gijsbert Dircxsz. Toll haar broeder zekere zes zevende parten in 3 morgen 501 roeden land gelegen in Charlois in het Coppelleblok.
Isaack Gijsbert Tol werd vermeld op 2-6-1683 in Mijnsheerenland.
×
1637
Janneke Claes
, *Rotterdam, Charlois ±1615
.
Otr. op 1-3-1637
in Barendrecht.
Fleuris Dircxz, j.g. van Charlois, won. te Barendrecht, en Janneke Claes, j.d. van Charlois.
Kinderen o.a. Cornelis, Jan, Arije, Ariaentien, Geertruijd en Maergie.
8 kind(eren)
-
Jacob Dircksen (Jacob Dircksz) Tol
, † >9-1675 .
Rotterdam, 25-3-1658:
Soetje Coenraidts, weduwe van Leunis Hollaer, verpacht en verhuurd aan Jacob Dirksen van Tol, meerderjarige jongeman uit Smitshoek onder Charlois, een woon- en bouwhuis, met schuur, bergingen, wagenhuizen, ovenkeet, schaapskooi, duifhuis, tuin en boomgaard met bomen, in Dirk Smeetslant aldaar en land in Kaernemelkslant (met koolzaad en tarwe). De huurperiode bedraagt 7 jaar, tegen een huur/pacht van 500 gulden (1e jaar), resp. 400 gulden p.jr (de verdere jaren). Soetje zal zelf een deel van het woonhuis gebruiken en een deel van de oogst van de vruchtbomen. Er zijn bepalingen inz. gebruik en onderhoud van het complex. Zoon Pieter Hollaer wordt aangesteld als toezichthouder.
Charlois, 27-5-1658:
Leentgen Gijsbertsdr. weduwe van Dirck Ariensz. Dortsman, onze inwoonster, geassisteerd met Jacob Dircxsz. Tol, haar meerderjarige zoon en gekoren voogd in deze, verklaarde schuldig te wezen aan de heer Eeuwout Eeuwotsz. Prins wonende tot Rotterdam de som van 1400 g.
Rotterdam, 18-4-1666:
Jacob Dircxsz Tol uit Zairlois (Charlois) over Maeze leent 270 gld van Jaques Govertsz, eveneens uir Zairlois.
Charlois, 18-5-1669:
Leentje Gijsbertsdr., weduwe van Dirck Arijensz. Toll, geassisteerd met Jacob Dircxsz. Toll, haar gekoren voogd, in deze bekende schuldig te wezen aan de weeskinderen van Arij Claesz. van Schie de som van 250 car. gld. spruitende van geleende penningen. Voorn. Jacob Dircxsz. Toll stelt zich borg.
[in de marge: Arij Arijensz. van Schie en Willem Cornelisz. Wever, als getrouwd hebbende Maijken Arijensdr. van Schie, verklaarden de 250 gld. betaald te hebben en dat uit handen van Gijsbert Dircxsz. Toll, daarom alhier geroijeerd d.d. 16-2-1675.]
Charlois, 7-11-1671: Floris Dircxsz. Toll, Aert Dircxsz. Toll en Jacob Dircxsz. Toll, zowel voor hem zelf en zich sterk makende voor zijn broeder Pieter Dircxsz. Toll; alle kinderen en erfgenamen van Leentje Gijsbertsdr. Toll bekende verkocht te hebben aan Gijsbert Dircxsz. Toll zeker huising, erf en bergen op Smitshoek onder Charlois.
Cornelis Dircxsz. Slooff en Jacob Dircxsz. Toll als voogden van het nagelaten weeskind van Willem van Cuijck zaliger bekenden verkocht te hebben aan Arij Pietersz. Puijck zeker huisje en erf in Charlois op 3-5-1675.
Gerrit Pietersz. Barendrecht, schout van Pendrecht, bekende verkocht te hebben aan Jacob Gijsbertsz. Toll zeker huis, erf, berg, schuur etc. onder Charlois op 25-10-1675.
×
Rotterdam, Charlois 24-10-1660
Barberken Rocus
, *Rotterdam, Charlois ±1635
.
Otr. op 10-10-1660
in Rotterdam, Charlois.
Jacob Dircksz Tol, jongeman van Charlois, en Barber Rocus, jongedochter van Charlois.
Kinderen: Marij en Roockjen.
Charlois, 24-10-1660: Jacob Dircksz. Tol, j.m. X Barbar Rocus, j.d., beyde van Charlois.
2 kind(eren)
- ???
Commertje Dircx
, * ±1620
, † >3-1689 .
×
±1640
Cornelis Pietersz Weeda
, † <6-1690.
5 kind(eren)
-
Isaac Dircksz (Isaäc Dircxss) Tol
, * ±1622
, † ±1658 .
Isaäc Dircxss
trad op als getuige bij
de doop van
Dirck Abramsz van Tol
.
Isaac Dircxsz Tol, 26 jr, legde een verklaring af op 8-5-1647 in Rotterdam.
Rotterdam, 5-11-1653:
Ysaack Dircxz Tol, coorncoper, 31 jaar, legt een verklaring af op verzoek van Aabram van Nasch, curateur over de boedel van wijlen Jacob Jorisz van der Wijck, houtcoper en timmerman te Chairlois, dat hij in mei jl. een boelceel heeft ontvangen van verkochte meubels, die toebehoord hadden aan Claes Fransz, backer, overleden te Chairlois, dd. 20-9-1652, verkocht bij Schout en Schepenen van Chairlois.
Isaack Dircksz Tol, 31 jaar, legde een verklaring af op 22-9-1654.
Isaack Dircx Tol, 33 jaar, en Pietertge Cornelisdr, j.d. te Sairloos, 28 jaar, leggen een verklaring af op verzoek van Pieter Hollaer op 20-11-1657 in Rotterdam.
Rotterdam, 12-9-1646:
Isaac Dircxsz Tol, tegenwoordig wonend in Mijnsheerenlandt, verkoopt een hoet blancken tarru aan Jan Corsz, herbergier alhier, voor een bedrag van 135 gulden.
Rotterdam, 20-10-1649:
Isaack Dircxsz Tol, koopman van granen, komt met een voor deze notaris verleden schuldbekentenis op 19/11/1648, van Corstiaen Huijsgens, waarin deze bekent 300 gulden schuldig te zijn aan van Tol, voor geleverde haver en bonen.
Rotterdam, 22-3-1650:
Isaack Dircks Tol en Jan Corssen, waard in ’de Rijstuijn’ op de Kleine Korenmarkt, verklaren dat zij op 8-11-1649 ten huize van Corssen waren waar Willem Cornelisz Besemer aan Nouwe de la Court, Joris Jacobs Blanckert en Jan Cornelisz Iperlaan, allen wonend te Leiden, 5 of 6 hoeden bonen heeft verkocht voor 61 gulden. Tol heeft bedongen de bonen te mogen leveren.
Rotterdam, 18-5-1652:
Pieter Jansz Winter, wonend in Mijnsheerenlant van Moerkercken, verkoopt witte tarruwe die hij momenteel in Mijnsheerenland te velde heeft staan aan Isaack Dircxsz Tol. Hij zal daarvan 3 hoet leveren. De prijs bedraagt 16 Vlaemse ponden per hoet (Dortse maat) De verkoper zal de tarwe aan scheepsboord leveren, de koper neemt de vracht, het lossen en andere onkosten voor zijn rekening. De verkoper zegt heden 200 gulden ontvangen te hebben, de rest volgt bij levering. Gijsbrecht Fransz, wonend te Saerlois, stelt zich borg.
Rotterdam, 4-6-1653:
Claes Jansz Vergaes, herbergier, transporteert aan Isaac Dircxssen Tol, koopman van greinen, 29 gulden van ene Cornelis Gijsbrechtsz van Streeffkerck, over verteerde kosten van stalling van zijn paarden volgens zijn schuldboek.
Rotterdam, 18-2-1654:
Isaäc Dircxss Tol verkoopt de helft van 3 morgen, een hont en enkele roeden land, gelegen in Out-Pendrecht in Overmaes, voor 837 gld. aan Jacob Besemer. Tol heeft d.d. 09-04-1654 het land gekocht van Pieter Bastiaenss.
Rotterdam, 29-7-1654:
Leentgen Gijsbertsdr, weduwe van Dirck Arensz Tol, wonend in Zairlois, stelt zich borg voor haar zoon Isaack Dircxsz Tol, ten behoeve van Soetie Heindericx, weduwe van Reijnier Jansz de With, voor 500 gulden + rente, in mindering op een bedrag van 1000 gulden.
Haar zoon is door caveling eigenaar geworden van de helft van 3 margen 1 hont 88 roeden land in Oud Pendrecht en is 1000 gulden daarvoor schuldig aan Pieter Bastiaensz Cranendock, waarvan onmiddellijk 500 gulden afgelost moest worden volgens de brief d.d. 5-4-1650, de resterende 500 gulden mag hij afbetalen.
Het land wordt belend door Andries Tijssz ten oosten, de Oude Pendrechtsedyck ten zuiden, de erfgenamen van Niclaes van Westerbeecq ten westen en de Zairloise Dyck ten noorden.
Rotterdam, 14-1-1660:
De broers Abraham en Pieter van Tol, mede-erfgenamen van hun broer Isaack Dircxsz Tol, en curators over zijn boedel, verkopen aan Dirck Jansz int Velt, wonend in Capellen aan de sGravenwech, vader van Tryntgen Dircxdr., de weduwe van Isaack Dircxsz Tol, met haar toestemming, de inboedel, huisraad, kleding en sieraden van Isaack, zoals in de inventaris beschreven, die op 22-11-1659 vastgesteld is voor mr. Franchoys Verboom, schout, en Hendrick van Minnebeeck, schepenen. De prijs is 700 gulden.
Overl. ná april 1656 en vóór 1660.
×
Trijntgen Dircx int Velt
.
Dochter van
Dirck Jansz int Velt
en
Ingetje Jorisdr
.
Rotterdam, 25-11-1647:
Isaac Dircxsz Tol, gehuwd met Trijntje Dircxdr., verklaart 1.000 gld. ontvangen te hebben van Trijntjes vader Dirck Jansz in ’t Velt te Cappelle. Dit bedrag is uit de erfenis van Trijntje’s moeder wijlen Ingetje Jorisdr ontvangen.
Rotterdam, 8-7-1654:
Dirck Jansz in ’t Velt, wonend te Capelle aan Sgravenweg, benoemt tot zijn erfgenamen zijn vijf kinderen Cornelis, Trijntge, Willemptge, Yefge en Maritge Dircx de Jonghe, elk voor 1/6e deel, en voor het resterende 1/6e deel benoemt hij voor de ene helft Maertge Dircxdr de oude, vrouw van Abram Aertsz den Baers, en voor de andere helft haar kind of kinderen. Tot testamenteurs worden benoemd zijn zoon Cornelis Dircxsz in ’t Velt, Ysaack Dircxsz Tol, Witte Cornelisz en Dirck Willemsz, zijn zwagers.
Rotterdam, 8-12-1659:
Adriaen Huijbrechtsz Maes en Joris Dick, beëdigd korenmeters, verklaren op verzoek van Trijntje Dirxsdr, weduwe van Isaac Dirxsz Tol, en de erfgenamen van de inventaris van voorn. Isaac Dirxsz Tol, dat waar is dat zij attestanten de granen, die op zolder lagen, hebben gemeten.
Rotterdam, 14-1-1660:
- Dirck Jans Int Velt, wonende aan de ’s Gravenwech in Capelle, vader van Trijntge Dircx, weduwe van Isaack Dircxsz Tol, aan de ene kant, en
- Abraham en Pieter Dircxsz Tol, broers en samen met hun 5 andere broers erfgenamen van genoemde Isaack, mede namens hun moeder Leentge Gijsbrechts, weduwe van Dirck Aryensz Tol, aan de andere kant.
Zij geven te kennen dat zij uit de erfenis van genoemde Isaack en Trijntge een obligatie van 600 gulden tegoed hebben. Dirck Jansz Int Veldt heeft bovendien nog ongeveer 200 of 300 gulden en Abraham en Pieter met de anderen ook nog ongeveer 400 of 500 gulden tegoed aan boekschulden. Om andere schuldeisers in de nalatenschap niet tekort te doen besluiten zij af te zien van hun vorderingen en maken met elkaar een regeling voor de afhandeling van deze schulden.
Trijntgen Dircx
trad op als getuige bij
de doop van
Dirck Abramsz van Tol
.