Bernt Evertsz , † <12-1518.
Zoon van ? .
Bernt Evertsz trad op als getuige bij de ondertrouw van Evert Beerntsen (Evert Berntsz) .

Hij woonde in het Laageind van Middelkoop onder Leerbroek. Vermeld in 1517. Heemraad in 1485.

Middelkoop, 10-9-1481: Sijmon Smit Geritsz draagt Berndt Evertsz 8 hond over in een hoeve van 16 mg, onverdeeld met de nonnen te Arkel c.s. op het Laageind van Middelkoop, belend Ot Pollen Gijsbertsz aan beide zijden, strekkend van de Hubertse wetering tot het Leerbroekse land voor 30 schild per morgen.
Middelkoop, 14-4-1502: Jan van Amerongen verkoopt Bernt Evertsz 8 Rgln jaarlijks uit 9 mg min 1½ hond op Middelkoop tussen het kapittel binnen Gorinchem aan beide zijden, strekkend van het Leerbroekse land tot de Hubertse wetering, te lossen binnen 4 jaar met de penning twaalfeneenhalf.

Middelkoop, 18-4-1507: Bernts Ewertsz verkoopt Mathijs van Muijlwick Petersz 8 schild jaarlijkse rente uit 10 mg in Middelkoop tussen Ot Pollen van Asperen aan beide zijden, strekkend van het Leerbroekse land tot de Hubertse wetering, te lossen met de penning veertien. Bernt en Evert Berntsz beloven hem dat te vrijwaren en Evert Berntsz belooft Bernt Ewertsz schadeloos te houden.

Op 4-11-1518 deelden Evert Beerntsen, Cornelis Beerntsen en Jan Gheritsen de nalatenschap, als erfgenamen van Beernt Evertsen en diens huisvrouw Aleijt.
Evert kreeg de helft van 8½ morgen in Middelkoop in ’t Capittelweer, 17 hond in de Weverwijk en de Geeren en 4 morgen en 5 hond in de Weverwijk in Walichs weer.
Cornelis kreeg 10 morgen in Middelkoop, waar Beernt Evertsen placht te wonen, en 7 hond in de Weverwijk in Walichs weer.
Jan Gheritsen kreeg 3½ morgen in Middelkoop in Vredericx Wittenweer, 1½ morgen land in Middelkoop in Jacop Heijmanweer, 3 morgen in Middelkoop in Evert Beerntsens huisweer in de Caekamp en 130 schild die Evert Beerntsen hem heeft beloofd.
Overl. vóór 4-11-1518.

1. Evert Beerntsen (Evert Berntsz) , † <11-1526 .
   
   ×   Marij Vrericsdr , * ±1480 , † ±1539.
   
   7 kind(eren)



2. Cornelis Beerntsen , † <12-1529 .
   
   Cornelis had een dochter Adriaentge, die 9 kinderen had bij 2 echtgenoten.
   
   Middelkoop, 4-6-1510: Bernt Evertsz draagt Cornelis Berntsz 5½ mg over in Middelkoop in Bernts huisweer, onverdeeld met Bernt c.s., met de helft van alle ‘getunt’ op de hofstad en 20 schild aan geld of roerende goederen wegens huwelijksgoed, op voorwaarde dat wanneer hij trouwt met toestemming van zijn vader en moeder hij deze goederen moet aanvaarden en dat op het eind alle kinderen even diep zullen delen
   
   Gorkum, 2-6-1556:
   Cornelis Evertss, won. in Middelcoop, transp. aan Neeltken en Steventgen Huigendr. zijnde zusters en nagelaten weeskinderen van Huich Stevenss za X Adriaentge Cornelis Berntssdr. za.: een rentebrief te nemen uit 3½m op Leerbroek, ow Cornelis Janss cum suis en ww Cornelis Evertss, strekk v/h land van Bernt Evertss t/h land van Cornelis Evertss.
   Middelkoop, 6-11-1529: Jan Geritsz, Adriaen Pouwelsz, Evert Heijnricxsz en Aert Claesz verklaren dat zij bij Cornelis Beerntsz waren die in zijn doodsbed lag en dat hij daar voor het heilig sacrament in zijn testament 3 mg op Middelkoop in Aert Claesz’ weer vermaakte en wel 2 mg aan de kerk van Leerbroek en 1 mg aan de HG en OLV te Leerbroek, op voorwaarde dat de kerk jaarlijks 5 st. zou uitreiken aan de paap en de koster voor de memorie.
   
   
   × >5-1510   Cornelia Mertijnsdr .
   
   Middelkoop, 3-1-1518:
   Cornelis Berntsz, mede als voogd van zijn onmondige dochter Adriaenken bij Cornelia Mertijnsdr, verklaart dat zij de goederen die hij en Cornelia hadden hebben gedeeld. Cornelis en zijn dochter behouden 10 mg met huis en hof in Middelkoop, 3 mg aldaar, 7 hond in de Weverwijk en 7 mg min 1½ hond in drie percelen onder Meerkerk.
   Cornelis behoudt alle roerende goederen, mag het land gebruiken en zal de lasten voldoen tot de meerderjarigheid van zijn dochter. Hij zal zijn dochter onderhouden en opvoeden tot haar meerderjarigheid en zal haar dan 113 schild uitreiken en 25 schid voor moederlijk goed en het gebruik van het land.
   
   
   1 kind(eren)



3. Lijsbeth Beernt Evertszdr , † <11-1517 .
   
   Op 26-10-1517 blijkt dat Jan Gerits getrouwd is geweest met Lijsbeth Beerntsdr., dochter van Bernt Evertsen en Aleyt; Lijsbeth was vóór die datum overleden.
   
   
   ×   Jan Gerit Ottensz (Jan Gheritsen) , † <6-1540.
       Zoon van Geryt Ottenzn (Gherit Ottens) en NN. Peter Henricxsendr .
   Kinderen o.a. Aert, Cornelis, Beernt & Marij.
   
   Op 26-4-1501 is Jan Gerit Ottens heemraad.
   
   Bij de boedelverdeling op 5-12-1501 te Heukelum krijgt Jan 250 scilden en twee percelen van elk 1½ mergen land in Nylant.
   
   In Middelkoop op 26-10-1517 comp. Jan Geritsz uit Middelkoop, mede als voogd van Thonis, Cornelis en Bernt - Jan Geritsz’ onmondige kinderen - en Aert Jansz en Marij Jans voorschr. dochter. Zij delen de goederen die Jan Geritsz en zijn overleden huisvrouw Lijsbeth Berntsdr samen hadden.
   Jan Geritsz behoudt alle roerende goederen en de schulden en hij zal St. Peter a.s. 176 schild betalen die Jan Zweijm van Folper Mathijsz ontvangen zal. Hij zal zijn kinderen onderhouden en opvoeden tot hun 17e
   jaar en zal hen dan voor de roerende goederen elk 10 schild uitreiken. Jan Geritsz en zijn kinderen behouden samen een huis en hofstad en 34½ mg in Middelkoop en 1 mg in het Recht van der Leede. De rentes op dit land zullen zij samen opbrengen. Jan Geritsz zal het land mogen gebruiken tot de kinderen 17 jaar zijn
   
   Op 5-9-1526 blijkt dat Jan Geritsen waarsman van Middelkoop is.
   
   Jan is voor de tweede maal gehuwd, want op 22-5-1540 heeft Nees Jan Geritsen voor recht aangesproken haar mans voorkinderen Aert Jansen, Cornelis Jansen en Nees Bernt Janssen weduwe, voor een ‘bevrijdinge van elcx eenen vierendeell van 10 scilden ’s jaers die Thyman Janssen spreckende hadde up Jan Geritsen haren man ende noch elcx voir eenen vierendeel in een achtendeel vande selve 10 scilden ’s jaers metten afterstallen ende ingepande brieven die uitgesproten naevolgende daer scip ende vrachtbrieff die tusschen Jan Geritssen haren man ende sijnen voirkynderen gepasseert sijn.’
   
   N.B. Het is mij níet duidelijk of Jan uit beide huwelijken een zoon Cornelis had. Hij had i.e.g. een zoon Cornelis met zijn 1e vrouw. Wèl had Jan uit zijn beide huwelijken een dochter Marij(ken).
   
   Volgens de boedelverdeling had Jan 34½ mergen land in Middelkoop en een mergen in het Land van der Leede. Ook wordt vastgelegd dat Jan Geritsen tot zijn last alleen 176 scilden betalen zal, die zijn neef Jan Zweynen ‘ontfangen zal van Mathijs Folpaertsen wegen dies zal Jan Geritssen zijn voers. kynderen houden van eete van drincken van cleden van scoen redelick ende moegelick tot dat elcken vande voers. kynderen 17 jaren oudt zijn’ enz. Deze 176 scilden blijven een tijd lang een rol spelen, want op 18-4-1518 belooft Jan Geritsen aan Jan Zweynen 188 scilden min 4 stuvers te betalen. Jan Zweynen scheldt Jan Geritssen echter 116 scilden kwijt. Maar op 21-3-1519 belooft Jan Geritsen weer aan Jan Zweynen Willemsen te betalen, nu 201 scilden en 3½ stuvers. Op 16-7-1520 is het bedrag 215 scilden geworden. Op 26-1-1524 belooft Jan Geritsen nog 28½ Rijnse gulden te betalen aan Jan Zweynen Willemsen. Jan Geritsen heeft de schuld dus zeven jaar lang laten bestaan.
   
   
   5 kind(eren)