Arijaentgen Cornelisdr
, † 8-1673.
Dochter van
?
.
Noord-Polsbroek, 1-6-1640: Adriaen, Aeltgen, ende Marrichien Franck Joachims, mondige soon ende dochters, mitgs. Jan Joachims, als oom ende rechte bloetvoocht van Neeltgien Franck Joachims, onmondige dochter, tesamen verweckt bij Aryaentgen Cornelisdr., heurluijden moeder, met verwijzing naar approbatie d.d. 25-5-1640 in het weesbouck, tr. aan Saers Francken, heurluyder broeder: seeckere 4/5e part in 14 morgen landts met huijs, hoff etc.; in twee perceelen van 4 morgen en 10 morgen daer het huijs etc. op staat, streckende beijde voors. weeren uijtten midden der polsbroucker voorweteringe ter Hoenkoper cade toe, belend boven ‘t oostersche ‘t gasthuys van IJsselsteyn met 4 [morgen] tusschen beyde Jacob Backer tot Amsterdam met 6 morgen, ende beneden ‘t westersche Gerrit Adryaen Dircken met 8 morgen naestgelandt ende gelegen.
In Oudewater op 20-5-1662 compareerden Joost Ariensz int Hol ende Ariaentie Cornelis, echteluyden, inwoonders alhier, hij sieckelijck te bedde leggende, testeren. De langstelevende mag blijven wonen in hun huis jegenwoordich bij henluyden in eygendom beseten ende bewoont staende ende gelegen binnen dese stede, mits dat denselven langstlevende gehouden zal zijn deselve huysinge geduerende die tijt in goede reparatie tsijnen ofte haren coste te onderhouden, en daarna laten succederen op hun kinderen en erfgenamen. Getuigen: Jacob Ariensz van der Werff ende Mr. Hendrick van Hijcken chirurgijn .
In Oudewater op 4-8-1662 compareerde Ariaentie Cornelis, laest weduwe van Joost Adriaensz int Hol, overleden binnen Oudewater, ende tevoorens van Franck Joachumsz, inwoonderse alhier, verklaert voorde oprechte waerheyt dat ontrent St. Matheus inden jare 1629 tusschen haer, ter eenre, ende den voorn. Joost Adriaensz, ter andere zijde, voort solemniseren van haer comparantes tweede huywelick met den gemelden Joost Adriaensz aengegaen, ten overstaen van eenige wedersijts vrinden ende haer comparantes mondige kinderen, sijn beraemt seeckere huywelicxe conditien, ende dat alsdoen daernae t’haren comparantes huyse op de Noortsijde van Polsbroeck gehaelt wierde den secretaris van Lopick zalr., dewelcke daervan tusschen haer en den vern. Int Hol gemaeckt heeft twee huywelicxe contracten, en aan haar en aan de moeder van Int Hol zijn gegeven. Dat wijders eenige jaren daernae (soeckende in seeckere doos alwaer zij hare versz huywelicxe voorwaerden onder seeckere brieven ofte geschriften in bewaringe hadde gelecht) hare huywelicxse voorwaerde niet vindende, zij haer gemelde laest overleden man zalr. gevraecht heeft waer deselve was, heeft hij haer daerop geantwoort dat sij de huywelicxe coorwaerde noyt meer soude sien. Getuigen: Willem Schop gerechtsbode en Dirck Schop de klerk van de notaris.
Oudewater, 7-8-1662: Ariaentje Cornelis, weduwe van Franck Joachumsz en later van Joost Adriaensz int Hol, te Oudewater, verleent volmacht aan Boudewijn Rampensis, burger van Oudewater, om namens haar in ’s-Gravenhage op te treden in een proces tegen de andere erfgenamen van Joost Adriaensz int Hol. De akte is opgemaakt in aanwezigheid van Willem Schop, gerechtsbode, en Dirck Schop, notarisklerk.
In Oudewater op 21-2-1664 compareerde Ariaentie Cornelis, laest weduwe van Joost Adriaensz int Hol ende tevoorens van Franck Joachimsz, inwoonders deser stede, testeert en wil dat hare naergenoemde kinderen ende kintskinderen bij representatie voor alle deelinge van haer goederen gehouden zullen zijn in de boedel te brengen zekere hier na te noemen sommen geld.
Ende dat eerstelijck de kinderen van Floris Vrancken sullen gheouden zijn inne te brengen vijftich gulden negen stuyvers acht penningen met de intresse jegens vier ten hondert tsedert 1 juny 1654, competerende Ghijsbert Ghijsbertsz ende noch achtien gulden competerende Cornelis Claesz beyde hare swaegers [= schoonzonen].
Item dat Arien Vrancken zullen inbrengen eenhondert gulden mette intresse sedert 8 jan. 1663 ende noch vijftich gulden.
De kinderen van Neeltie Vrancken moeten inbrengen tweehondert gulden.
Getuigen: Willem en Dirck Schop.
In Oudewater op 27-3-1663 compareerde Ariaentie Cornelisdr., laest weduwe van Joost Ariensz int Hol ende tevorens van Franck Joachimszn., inwoondersse alhier, clouck, testeert. Zij wil dat Ghijsbert Gijsbertsz Vijffjaer als getrout hebbende Stijntjen Francken, Arien Vrancken haren soone, ende Cornelis Claesz, als in huwelijck hebbende Marrichien Vrancken, alle haer mondige kinderen, al haar goederen mogen verkopen. Getuigen: Willem Schop gerechtsbode ende Dirck Schop klerk van de notaris.
In Oudewater op 18-2-1669 compareerde Ariaentgen Cornelis, laest weduwe van Joost Ariensz int Hol, woonende alhier, en machtigt Gijsbert Gijsbertsz, woonende in Polsbroeck, haer swager [= schoonzoon], omme namens haar te doen arresteren alle alsulcke coebeesten en verdere haeff, mitsgaders inboedel soo van huysraet, linne, tinne, coper, houtwerck, iserwerck en alle tgunt tot de bouwerie en melckerie behoorende is, ende voorts alle ’tgeene opde naergenoemde hoffstede bevonden sal werden, toebehoorende Cornelis Willemsz, als bruycker vande selve hoffstede en landen, omme daeraen te verhaelen soo verre het selve sal connen strecken, alle sodanige resterende huerpenningen als de constituante van vern. Cornelis Willemsz, als bruycker vande hoffstede ende landen gelegen onder de gerechte van Waerder, genaemt Het Hol, noch deuchdelijck is resterende en competerende. Getuigen: Dirck Hermensz Snoeck burger alhier, en de notarisklerk Adriaen Loover.
In Oudewater op 21-8-1670 compareerde Ariaentje Cornelisdr, laast weduwe van Joost Ariensz int Hol, ende tevoorens van Franck Joachemsz, inwoonderse deser stede, cloeck ende gesont van lighame, en verclaarde om redenen haer daertoe moverende, bij forme van uytterste wille geauthoriseert ende geconstitueert, mitsgaders gewilt ende begeert te hebben dat
- Arien Francken, haren soone,
- Gijsbert Gijsbertsz Vijffjaer, als getrout hebbende Stijntgen Francken, ende
- Marrichien Vrancken,
alle in die qualite haer mondige kinderen, ofte soo haar comparantes versz swager Gijsbert Gijsbertsz voor haar comparantes voornomde dochter Stijntgen deser werelt quame te overlijden, in sulcken gevalle de versz hare dochter in haar overleden mans plaatse, tesamen ende de langhstlevende van deselve int besonder alle haere comparantes soo roerende als onroerende goederen, sullen mogen int openbaer vercopen ende te gelde maken, sonder consent ofte overstaan van eenige heeren Officieren, Weesmeesteren ofte vooghden, ende den versz haren soone en dochter ende swager specialijck geauthoriseert mitsdesen. Getuigen: de notarisklerken Adriaan Loover en Coenraad Porselius.
In Oudewater op 6-1-1672 des avonds de klokke ontrent een uyren, compareerde
Ariaantgen Cornelis, laast weduwe van Joost Adriaansz int Hol, ende tevoorens van Franck Joachemsz, voor desen gewoont hebbende binnen der stede Oudewater ende nu opde Zuytzijde van Polsbroek, cloek ende gesont van lighaame, verclaarde te willen en begeeren dat de kinderen van Floris Francken gehouden sullen sijn naar haar overlijden uyt haare erffportie alleen ende geheelijk sonder dat haarlieder moeder daaraan yets sal hebben te lasten, sullen hebben te voldoen, ofte aan haarluyder voorsz. erffportie te laaten corten eerstelijk de somme van vijftig guldens vermogens obligatie met alle verscheenen en onbetaalden intresse vandien, competerende Gijsbert Gijsbertsz, mitsgaders nogh agtien gulden toecoomende Marritgen Francken. Dat ook de kinderen van Frank Saartsz de voorn. Marritgen Francken sullen hebben te voldoen off aan haarluyder erffportie laaten inhouden, sodanige ses gulden ses stuyvers als de voorn. Marritgen Francken van derselver kinderen vader is competerende, Ende verclaarde voorts dat sij bij sekere acte van uytterste wille den 21e augusty 1670 tot het vercoopen van haare vaste goederen ende reddinge haares boedels, hadde geauthoriseert ende geconstitueert Arien Francken haaren soone, Gijsbert Gijsbertsz Vijffjaar als getrout hebbende Stijntgen Francken, ende Marrigjen Francken, ende dat sij in dat cas alle heeren Officieren, weesmeesteren ofte voogden hadde gesecludeert, Soo verclaarde sij wijders generalijk mede uyt haaren naar te laaten boedel en goederen deselve heeren Officieren, weesmeesteren en voogden, ende in sonderheyt den Officier, burgemeesteren en weesmeesteren off Weeskamer van Zuyd Polsbroek, off daar haar sterffhuys sal coomen te vallen, te secluderen, en benoemt nu genoemde Arien Francken haaren soone, Gijsbert Gijsbertsz Vijffjaar als getrout hebbende Stijntgen Francken, ende Marrigjen Francken, tot eenige voogden over haare na te laaten erffgenaamen. Gepasseert opde Zuytsijde van Polsbroek ter presentie van Lubbert Bruijser gerechtsbode van Snelreweerde en Langelinschoten, en de notarisklerk Adriaan Loover. Wijders verclaart zij te willen dat de voorn. kinderen van Floris Francken sonder eenige tegen ofte opspraak maar goedwilliglijk sullen moeten gedoogen dat de voorn. Gijsbert Gijsbertsz ende Marrigjen Francken hun voorsz. respective achterwesen uyt der selver kinderen erffportie sullen mogen trekken en genieten, op pene dat soo yemant vande selve daarjegens is off buyten regten yets quame te doen ofte attenteeren, dat de sodanige sal verbeuren ten behoeve van den Armen van Zuydpolsbroek de somme van tweehondertvijftig gulden.
In Oudewater op 29-4-1672 compareerde Ariaantgen Cornelis, laast weduwe van Joost Adriaansz in’t Hol, ende tevorens van Frank Joachemsz, woonende op de Zuydzijde van Polsbroek, naar haaren ouderdom cloek en gesont van lighaame, verclaarde te willen en begeeren dat Arien Francken, haaren soone, ofte bij vooroverlijden sijn kinderen en dessendenten, uyt de erfportie die de kinderen en dessendenten van Saars Francken haar comparantes overleden soone, uyt haar naar te laaten goederen bevonden sullen werden te competeren, sal off sullen trekken en genieten sodanigen somme van vierenvijftig gulden als den voorsz. Saars Francken in den jaare 1631 off 1632 over huer van land aanden voorn. Arien Francken deugdelijk schuldig gebleven is, belastende oversulcx de versz. kinderen van Saars Francken ’tselve sonder eenige tegenspraack te gedoogen, op pene dat bij gebreke vandien de voorn. kinderen van Saars Francken uyt haar comparantes naar te laten goederen niet meer hebben sullen dan eens ses gulden ses stuyvers, ende dat het overige sal accesseeren haar comparantes verdere erffgenamen. Gedaan op de Zuydzijde van Polsbroek. Getuigen: de notarisklerken Adriaan Loover en Coenraat Porselius.
In Oudewater op 5-8-1673 ten woonhuyse van de comparante opde Zuytsijde van Polsbroeck, des voornoens de clocke ontrent elff uyren, compareerde Ariaantge Cornelisdogter, laast weduwe van Joost Ariensz int Hol, ende tevoorens van Franck Joachemsz, woonende op de Zuytsijde van Polsbroeck, sieckelijck te bedde leggende, ende verclaarde om redenen haar daartoe moveerende, bij forme van uytterste wille geauthoriseert ende geconstitueert, mitsgaders gewilt en begeert te hebben, dat
- Franck Gijsbertsz Vijffjaar, soone van Ghijsbert Gijsbertsz Vijffjaar, geprocreeert bij Stijntje Franken; Item
- Franck Cornelisz., soone van Cornelis Claasz., geprocreeert bij Marrichien Franken, en in haar leven suster vande versz. Stijntje Francken, alsmede
- Gijsbert Gijsbertsz Vijffjaar de jonge, ende Cornelis Bredius, als getrout hebbende Ariaentgen Gijsberts Vijffjaar, mitsgaders Pieter Jansz Verlaen, als getrout hebbende Aaltje Ghijsberts Vijffjaar,
alle in die qualite haar comparantes mondige kints-kinderen tesaamen en de langstlevende van den selven int bijsonder alle haar comparantes soo roerende als onroerende goederen sullen mogen int openbaar vercoopen ende te gelde maacken, sonder consent ofte overstaen van eenige heeren Officieren, weesmeesteren en allen anderen die haar de voogdie eenigsints soude willen ofte mogen aenmatigen, alsoo sij comparante deselve uyt haren boedel en goederen (onder reverentie) secludeert, ende de versz. genomineerde persoonen tesaamen en elcx besonder tot de versz. voogdie en t’geene versz. staat specialijk authoriseert bij desen. Getuigen: Huijgh Jansz van Schaijck woonende op Dijckvelt, en de notarisklerk Coenraat Porselius.
In Oudewater op 5-8-1673 compareerde Ariaentge Cornelisdr., laast weduwe van Joost Ariensz int Hol en tevoorens van Franck Joachemsz., woonende op de Zuytsijde van Polsbroeck, die verclaarde te machtigen Pieter Jansz Verlaen ende Cornelis Bredius, tesaamen en elcx besonder, omme namens haar met Cornelis Willemsz Pols, als geweest bruycker van hare hoffstede en landen staende en gelegen onder den Geregte van Waarder, affrekeninge te doen nopende de resteerende huerpenningen die den selven alsnog schuldig is, de verschuldigde huerpenningen met minne off bij wegen van justitie te innen, vorderen en ontfangen. Getuigen: Jan Cornelisz Swollensis (tekent: Jan Cornelissen van Swoll) woonende op de Noordsijde van Polsbroeck, ende Huijg Jansz van Schaijck woonende op Dijckvelt, en de notarisklerk Coenraat Porselius.
In Oudewater op 23-8-1673 compareerden:
- Engel Flooren, Bastiaen Teunisz als in huwelijck hebbende Neeltje Flooren, Elias Boom als in huwelijck hebbende Eerlandt Flooren, Marij Flooren ende Cornelia Flooren, alle kinderen van Flooris Francken,
- Jan Saarsz, voor hem selven, Geertje Saars, haarluyden tesaamen en elcx besonder vervangende en sterckmakende voor de kinderen van Franck Saarsz en het kint van Annitje Saars, mitsgaders voor Leentje Saars, alle kinderen en kintskinderen van Saars Francken, Item
- Leendert Hendricksz Cats, man en voogt van Eerland Gijsberts, Marrichie Gijsberts, Franck Gijsbertsz, Harman Teunisz, als getrout hebbende Annichie Gijsberts, Pieter Jansz Verlaan in huwelijck hebbende Aaltje Gijsberts, Gijsbert Gijsbertsz ende Gerrichie Gijsberts ende Magtelt Gijsberts, mitsgaders Cornelis Bredius als getrout hebbende Ariaentje Gijsberts, haarluyden mede vervangende en sterckmakende voor Cornelia Gijsberts, haare onmondige suster en schoonsuster respective, alsmede voor de twee onmondige kinderen van Neeltje Gijsberts, geprocreeert bij Willem Ariensz van Jaarsvelt, alle mede kinderen en kints-kinderen van Stijntje Vrancken, nog
- Merrichie ende Neeltjen Ariens, elcx voor haar selven en haarluyden insgelijcx vervangende en sterckmakende voor Vranck ende Annichien Ariens, haarluyder broeder en suster, mitsgaders de E. Johan van Dam, vroetschap der stad Gouda, ende Arent van Heuven, beyde regenten vant Alemoerceniershuys binnen deselve stad, als in de qualite alimenterende Lena, Marij, Floor ende Jan Ariensz ende haarluyden voorts vervangende en sterckmakende voor de regenten van het Weeshuys der geseyde stadt als alimenterende Aaltjen Ariens, alsmede Bouwen Maartens getrout met Eerlant Ariens, hem mede vervangende en sterckmakende voor Cornelis Ariensz., sijn onmondige swager, alle in die qualite kinderen van Arien Vrancken. Item
- Vranck Cornelisz., voor hem selven ende hem wijders mede sterckmakende voor Claas Cornelisz ende Anthoni Cornelisz., mitsgaders voor sijne drie onmondige broeder en susters, alle kinderen van Marrichie Vrancken, ende nog Annitgen Willems, nagelaten dochter van Neeltje Vrancken.
Ende alle in hare respective qualiteyten kints-kinderen ende kints kints-kinderen en erffgenamen van Ariaantje Cornelis in haar leven lest weduwe van Joost Ariensz int Hol en tevoorens van Franck Joachemsz haarluyder grotemoeder en overgrootemoeder zaliger respective, ende verclaarden in hare respective qualiteyt ende oock voor sooveel des nood en de onmondige aangaat met consent en ten overstaen van Franck Gijsbertsz Vijffjaar, Franck Cornelisz, Gijsbert Gijsbertsz de jonge ende Cornelis Bredius mitsgaders Pieter Jansz Verlaan als bij uytterste wille vande versz. overledene geordonneerde voogden over de selve onmondige en geauthoriseerde over de vercoopinge, scheydinge en deylinge van hare naar te laten boedel en goederen den 5en augusty lestleden voor mij notaris gepasseert, onder den anderen gedeylt te hebben alle het linnen op den inventaris gespecificeert, ende dat de verdere klederen van wolle als anders, het huysraat van coper, tin, iser, houtwerck, mitsgaders gelt, goud en silver soo gemunt als ongemunt, onder den anderen vercogt, de penningen vandien geparticipeert en dat ider van haarluyden (affgetrocken de dood en andere schulden inden versz. inventaris vermelt) tot driehondertnege gulden ses stuyvers daarvan ider zijn geregte portie ofte sevende paart vandien getrocken en genooten heeft gelijck sij comparanten respective bekennen bij desen onder en met die reserve nogtans indien in tijden en wijlen bewesen sal connen werden dat de klederen vanden vern. Franck Joachemsz haarluyder grotevader en overgrotevader respective, en t’gunt verder tot sijnen lijve en rugge behoort heeft, genooten zijn bij de soonen en schoonsoonen vanden vern. Franck Joachemsz, dat alsdan en in sulken gevalle de clederen soo van linne, wolle als anders en t’gunt verder t’haaren lijve en rugge behoort heeft, sullen werden getrocken ofte t’gunt daarvan bij onderlinge vercoopinge is geprocedeert bij de overleden soons off dogters, dogters bij representatie. Ieder hant heeft vijffentagtig gulden gekregen. Gedaen op de Zuytsijde van Polsbroeck in presentie van Pieter Dircksz woonende op de Noortsijde van Benschop, Harman Jacobsz woonende op de Zuysijde versz., en de notarisklerk Coenraat Porselius.
In Oudewater op 9-7-1676 compareerden Franck Gijsbertsz Vijffjaer, Franck Cornelisz Bijman, Gijsbert Gijsbertsz Vijffjaer, Cornelis Bredius ende Pieter Jansz Verlaen, alle testamentaire administrateurs over den boedel ende naergelaten goederen van Ariaentge Cornelisdochter, laest weduwe van Joost Ariensz int Hol ende tevoorens van Franck Joachimsz, volgens testament voor Slappecoorn d.d. 5 aug. 1673. Zij verkopen aen de heer Jaspar van Pamburch coopman tot Gouda, die hier mede compareert en in koop aenneemt seeckere huysinge, berch ende hoffstede mitsgaders ses ende twintich mergen lants staende ende gelegen onder den gerechte van Waerder, bestaende in hoy, wey ende henniplant, alwaer oostwaerts Jasper Gijsbertsz Camerick en westwaerts Willem Baltensz Bo(e)refijn, streckende voor uyt den geheelen Swartendijckseweteringe tot achter aende Ruygeweytseweteringe ofte Lantscheydinge toe, voor de somme van vierduysent vijffhondert en vijffentwintich gulden. Getuigen: Pieter Pietersz van Mol en Jan Cornelisz de Bruijn anders De Koninck.
Overl. tussen 5-8-1673 en 23-8-1673.
×
Franck Joachimsz
.
×
<6-1662
Joost Adriaensz (Joost Ariensz) (Verheul anders) int Hol
, † Oudewater 1662.
Zoon van
Arie
en
?
Zij waren op huwelijkse voorwaarden getrouwd, maar Joost had die opzettelijk kwijt gemaakt, zo verklaarde Ariaantje.
Joost Ariensz. Verheul anders int Hol.
Joost Ariensz in ’t Hol, won. in Waarder, attesteerde op 1-10-1653.
In Oudewater op 14-11-1661 compareerde Pieter Willemsz Besten ende Pieter Dierten Ramp, beyde woonende tot Waerder, midsgaders Joost Ariensz int Hol, jegenwoordich woonachtich binnen dese stadt, machtigen Hugo Verweij, schout vande Lange ende Ruyge Weyde, voor den Hove van Hollant te besolliciteren soodanig proces als sij uitstaande hebben tegens Cornelis Willemsz Ramp, mede woonende tot Waerder. Getuigen: Arien Gerritsz int Velt woonende tot Weerder ende Franck Ghijsbertsz woonende opde Zuytsijde van Polsbroeck.
In Oudewater op 10-9-1662 compareerden
Cornelis Bastiaensz van Vuijren, woonende tot Utrecht, Hendrick Bastiaensz van Vuijren, woonende in Sevender, Lambert Bastiaensz van Vuijren, woonende tot Schoonhoven, ende Arien Ariensz van Oosten, als man ende voocht van Marrichien Bastiaens van Vuijren, woonende tot Scherluynen, alle kinderen van Dirckjen Ariens Verheul, die een suster is geweest van Joost Ariensz Verheul anders int Hol, onlangs overleden binnen dese stede, ende mitsdien als testamentaire mede erfgenamen voor een vijfde part vanden vern. Joost Ariensz zalr.
Ende verclaerden naedemael sijluyden voor haer gedeelte erffenisse hadden gekregen twaelfhondert seven enveertich gulden, dewelcke sijluyden bekenden met den anderen gedeelt te hebben, dat tussen de gemeene erfgenamen vanden selven Int Holl noch gemeen ende onverdeeld waren gebleven verscheyden obligaties monterende sesduysent driehondertendertig gulden, waarin zij een gerecht vijfdepart competerende zijn. En omdat zij dat nu willen verdelen soo bekenden vern. Cornelis Bastiaensz van Vuijren ende voor sooveel des noodt sij Aeltjen Robberts [zij tekent: Alette Robaert] desselfs huysvrouwe ter eenre, ende vern. Hendrick ende Lambert en Arien Ariensz van Oosten, ter andere sijde, metten anderen geprocedeert te hebben tot finale vuytcoop der versz gemeene obligaties. Getuigen: Arien Jansz Verheul ende Corstiaen van Hovesteijn burgers alhier.
Compareerde op 13-9-1662 ter weescamer der stede Oudewater voor weesmeesteren der selver stede ondergenoemt:
Dirck Jansz van Noorloos, woonende in Meerkerckxbroeck, ende bekende voor hem, sijnen erven ende nacomelingen wel en duechdelijk schuldich te wesen aen (en) ten behoeve vande vier nagelatene onmondige kinderen van Aefken Jans, daer vader af is Lambert Ariensz, haren ervenrecht ofte actie vercrijgende, de somme van tweehondert vijftien Carolische (gulden) twee stuyvers ten 40 grooten den gulden, spruytende ter sake van duechdelijke geleende en aengetelde gelden, d’selve kinderen door doode en overlijden van Joost Ariensz int Hol, haer out oom, opgecoomen,
en bij provisie voor een contingente van hare erffenisse wtgekeert, Bekende hij comparant de vers. somme door handen van Sr. Gerrard van Craijesteijn, voocht der vers. onmondige kinderen, al en ten vollen ontfangen, om tot sijn comparants oirbaer bekeert ende geemployeert te werden. Belovende voor tgebruyck van dien intresse te betalen jegens vier gulden van ider hondert int jaer, monterende acht gulden en twalef stuyvers munte vers. jaerlijks, waervan het eerste jaer intresse verscheenen en ommegecoomen sal wesen op den 13e september XVIC drie en sestich toecoomende, en so voorts van jare tot jare ter voller oplegginge ende restitutie toe, die hij comparant tot allen tijden sal vermogen, en ook gehouden wesen te doen, midts sulckx een vierendel jaers te vooren sal wesen vermaent en gewaerschouwt, Behoudentlijk nochtans dat den comparant de voors. hooftsomme op meye 1663 toecoomende sal mogen opleggen met de intresse van dien na advenandt de tijt jegens vier gulden van ider hondert int jaer. Tot naercoominge van tgeen voors. is, heeft hij comparant verbonden sijn parsoon ende generaelijk alle sijne goederen, roerende ende onroerende, presente en toecoomende, egeene van dien wtgesondert, submitterende dselve alle de kuere en vruchten van dien, ten verbande en bedwangh aller rechten en rechteren. Compareerde mede Arien Jansz Verhuel borger binnen der vers. stede, en constitueerde hem selven borge als principael voor den voorn. Dirck Jansz Noorloos, voor de voldoeninge vande vers. tweehondert en vijftien gulden twee stuyvers hooftsoms, en alle intresse daer op onbetaelt te verloopen, onder gelijck verbandt ende submissie als vooren, en speciaelijk renuntierende de benefitien ordinis ende excussionis desselfs crachten wel onderricht sijnde. Actum voor de E. Willem Tromper en Cornelis Jansz van Gelder weesmeesteren der vers. stede, die desen in oirconde neffens den comparanten hebben getekend den 13e september 1662. In de marge fol. 270: Opden 5 september 1663 sijn de tweehondert vijftien gulden twee stuyvers opgeleyt, met 6 pond verloopen intresse, die in Lade 101 sijn ingelecht, dus desen gecasseert ende geroyeert.
Kinderen:
-
Saers Francken
, † <8-1650 .
×
Neeltje Jans
, * ±1610
, † >10-1664.
4 kind(eren)
-
Floris Francken
, † >6-1650 .
Zuid-Polsbroek, 19-6-1633: Jan Adriaensz. van Meerlandt, laeckenkooper tot Schoonhoven, Aaron Lambrechts Blom, laeckenkooper tot Goude, Gerrit Bastianesz., onse inwoonder, buyrman, broeders ende swager, tr. aan Floris Vrancken, mede won. in Polsbroek, een viertel lant groot 4 morgen, in Zuidpolsbroek, strekkende vuytte halve voorwetering tot de halve Lopicker landscheydinge, belent ten oosten Cornelis Woutersz. Boeff met 4 morgen, en ten westen Willempken Aryens Snoek, wedu van Dirck Jansz. Geer, nyt belast.
×
Geertgen Gerrits
, † <7-1637.
Kinderen: Engel, Neeltje, Eerlandt, Marij, Cornelia.
Geertge Gerrits salr., in haer leven huysvrouwe van Floris Francken.
Zuid-Polsbroek, 16-6-1637: Floris Francken, wedr. van Geertgen Gerrits, en Jan Adriaensz. Meerlandt, ende Gerrit Hendricksz., als voogden over de nagelaten weeskinderen van Gerrit Bastiaensz., erfgenamen van zalr. Geertgen Gerrits, tr. aan Arent Lamberts Blom, poorter van Gouda, 4 morgen land, streckende uyt dehalve voorwetringe tot de halve Lopicker landscheydinge toe, belent ten oosten Cornelis Wouters Bouff, en ten westen Willemtgen Ariens.
5 kind(eren)
-
Neeltgien Franck Joachims
, † <9-1673 .
Jan Joachims was in 1640 oom ende rechte bloetvoocht van de onmondige Neeltgien Franck Joachims. Neeltgien liet 1 kind na: Annitgen Willems.
×
±1643
Willem Dircksz
.
Willem Dircksz., burger tot Oudewater, was man ende voocht van Neeltgen Franck Joachims.
1 kind(eren)
-
Adriaen Franck Joachimsz (Arien Vrancken)
.
Arien Vrancken had kinderen, maar de naam van zijn vrouw is mij níet bekend.
In Oudewater op 21-2-1664: compareerde Ariaentie Cornelis, laest weduwe van Joost Adriaensz int Hol ende tevoorens van Franck Joachimsz, inwoonders deser stede, testeert en wil dat hare naergenoemde kinderen ende kintskinderen bij representatie voor alle deelinge van haer goederen gehouden zullen zijn in de boedel te brengen zekere hier na te noemen sommen geld. Ende dat eerstelijck de kinderen van Floris Vrancken sullen gheouden zijn inne te brengen vijftich gulden negen stuyvers acht penningen met de intresse jegens vier ten hondert tsedert 1 juny 1654, competerende Ghijsbert Ghijsbertsz ende noch achtien gulden competerende Cornelis Claesz, beyde hare swaegers. Item dat Arien Vrancken zullen inbrengen eenhondert gulden mette intresse sedert 8 jan. 1663 ende noch vijftich gulden. De kinderen van Neeltie Vrancken moeten inbrengen tweehondert gulden. Getuigen: Willem en Dirck Schop.
Op 23-8-1673 was sprake van Merrichie ende Neeltjen Ariens, elcx voor haar selven en haarluyden insgelijcx vervangende en sterckmakende voor Vranck ende Annichien Ariens haarluyder broeder en suster, mitsgaders de E. Johan van Dam, vroetschap der stad Gouda, ende Arent van Heuven, beyde regenten vant Alemoerceniershuys binnen deselve stad als, in de qualite alimenterende Lena, Marij, Floor ende Jan Ariensz, ende haarluyden voorts vervangende en sterckmakende voor de regenten van het Weeshuys der geseyde stadt, als alimenterende Aaltjen Ariens, alsmede Bouwen Maartens getrout met Eerlant Ariens, hem mede vervangende en sterckmakende voor Cornelis Ariensz sijn onmondige swager, alle in die qualite kinderen van Arien Vrancken.
9 kind(eren)
-
Aeltgen Franck Joachimsdr
.
×
±1642
Adriaen Gerritsz
.
Adriaen Gerritsz. ende Aeltgen Francken, echteluyden, zijn getr. tussen 1-6-1640 en 29-1-1643.
-
Marrichgien Franck Joachimsdr (Marrichgien Francken)
, † <9-1673 .
In Oudewater op 27-3-1663 compareerde Ariaentie Cornelisdr., laest weduwe van Joost Ariensz int Hol ende tevorens van Franck Joachimszn., inwoondersse alhier, clouck, testeert. Zij wil dat Ghijsbert Gijsbertsz Vijffjaer als getrout hebbende Stijntjen Francken, Arien Vrancken haren soone, ende Cornelis Claesz, als in huwelijck hebbende Marrichien Vrancken, alle haer mondige kinderen, al haar goederen mogen verkopen. Getuigen: Willem Schop gerechtsbode ende Dirck Schop klerk van de notaris.
×
Cornelis Claesz
.
Zij hadden een zoon Franck.
3 kind(eren)
-
Stijntjen Francken
.
In Oudewater op 5-8-1673 ten woonhuyse van de comparante opde Zuytsijde van Polsbroeck, des voornoens de clocke ontrent elff uyren, compareerde Ariaantge Cornelisdogter, laast weduwe van Joost Ariensz int Hol, ende tevoorens van Franck Joachemsz, woonende op de Zuytsijde van Polsbroeck, sieckelijck te bedde leggende, ende verclaarde om redenen haar daartoe moveerende, bij forme van uytterste wille geauthoriseert ende geconstitueert, mitsgaders gewilt en begeert te hebben, dat
- Franck Gijsbertsz Vijffjaar, soone van Ghijsbert Gijsbertsz Vijffjaar, geprocreeert bij Stijntje Franken; Item
- Franck Cornelisz., soone van Cornelis Claasz., geprocreeert bij Marrichien Franken, en in haar leven suster vande versz. Stijntje Francken, alsmede
- Gijsbert Gijsbertsz Vijffjaar de jonge, ende Cornelis Bredius, als getrout hebbende Ariaentgen Gijsberts Vijffjaar, mitsgaders Pieter Jansz Verlaen, als getrout hebbende Aaltje Ghijsberts Vijffjaar,
alle in die qualite haar comparantes mondige kints-kinderen tesaamen en de langstlevende van den selven int bijsonder alle haar comparantes soo roerende als onroerende goederen sullen mogen int openbaar vercoopen ende te gelde maacken, sonder consent ofte overstaen van eenige heeren Officieren, weesmeesteren en allen anderen die haar de voogdie eenigsints soude willen ofte mogen aenmatigen, alsoo sij comparante deselve uyt haren boedel en goederen (onder reverentie) secludeert, ende de versz. genomineerde persoonen tesaamen en elcx besonder tot de versz. voogdie en t’geene versz. staat specialijk authoriseert bij desen. Getuigen: Huijgh Jansz van Schaijck woonende op Dijckvelt, en de notarisklerk Coenraat Porselius.
Op 23-8-1673 was sprake van Leendert Hendricksz Cats, man en voogt van Eerland Gijsberts, Marrichie Gijsberts, Franck Gijsbertsz, Harman Teunisz als getrout hebbende Annichie Gijsberts, Pieter Jansz Verlaan in huwelijck hebbende Aaltje Gijsberts, Gijsbert Gijsbertsz ende Gerrichie Gijsberts ende Magtelt Gijsberts, mitsgaders Cornelis Bredius als getrout hebbende Ariaentje Gijsberts haarluyden mede vervangende en sterckmakende voor Cornelia Gijsberts haare onmondige suster en schoonsuster respective, alsmede voor de twee onmondige kinderen van Neeltje Gijsberts geprocre-eert bij Willem Ariensz van Jaarsvelt, alle mede kinderen en kints-kinderen van Stijntje Vrancken
In Oudewater op 9-7-1676 compareerden Franck Gijsbertsz Vijffjaer, Franck Cornelisz Bijman, Gijsbert Gijsbertsz Vijffjaer, Cornelis Bredius ende Pieter Jansz Verlaen, alle testamentaire administrateurs over den boedel ende naergelaten goederen van Ariaentge Cornelisdochter, laest weduwe van Joost Ariensz int Hol ende tevoorens van Franck Joachimsz, volgens testament voor Slappecoorn d.d. 5 aug. 1673. Zij verkopen aen de heer Jaspar van Pamburch coopman tot Gouda, die hier mede compareert en in koop aenneemt seeckere huysinge, berch ende hoffstede mitsgaders ses ende twintich mergen lants staende ende gelegen onder den gerechte van Waerder, bestaende in hoy, wey ende henniplant, alwaer oostwaerts Jasper Gijsbertsz Camerick en westwaerts Willem Baltensz Bo(e)refijn, streckende voor uyt den geheelen Swartendijckseweteringe tot achter aende Ruygeweytseweteringe ofte Lantscheydinge toe, voor de somme van vierduysent vijffhondert en vijffentwintich gulden. Getuigen: Pieter Pietersz van Mol en Jan Cornelisz de Bruijn anders De Koninck.
×
Ghijsbert Gijsbertsz Vijffjaer
, † <1677.
Kinderen o.a. Franck, Gijsbert, Ariaentgen, Aeltje.
Deze Ghijsbert had een zus of tante Annigie Gijsberts Vijffjaer, in haar leven weduwe van Aert Jansz. Ploij.
In Oudewater op 21-2-1664 compareerde Ariaentie Cornelis, laest weduwe van Joost Adriaensz int Hol ende tevoorens van Franck Joachimsz, inwoonders deser stede, testeert en wil dat hare naergenoemde kinderen ende kintskinderen bij representatie voor alle deelinge van haer goederen gehouden zullen zijn in de boedel te brengen zekere hier na te noemen sommen geld.
Ende dat eerstelijck de kinderen van Floris Vrancken sullen gheouden zijn inne te brengen vijftich gulden negen stuyvers acht penningen met de intresse jegens vier ten hondert tsedert 1 juny 1654, competerende Ghijsbert Ghijsbertsz ende noch achtien gulden competerende Cornelis Claesz beyde hare swaegers [= schoonzonen].
Item dat Arien Vrancken zullen inbrengen eenhondert gulden mette intresse sedert 8 jan. 1663 ende noch vijftich gulden.
De kinderen van Neeltie Vrancken moeten inbrengen tweehondert gulden.
Getuigen: Willem en Dirck Schop.
In Oudewater op 18-2-1669 compareerde Ariaentgen Cornelis, laest weduwe van Joost Ariensz int Hol, woonende alhier, en machtigt Gijsbert Gijsbertsz, woonende in Polsbroeck, haer swager [= schoonzoon], omme namens haar te doen arresteren alle alsulcke coebeesten en verdere haeff, mitsgaders inboedel soo van huysraet, linne, tinne, coper, houtwerck, iserwerck en alle tgunt tot de bouwerie en melckerie behoorende is, ende voorts alle ’tgeene opde naergenoemde hoffstede bevonden sal werden, toebehoorende Cornelis Willemsz, als bruycker vande selve hoffstede en landen, omme daeraen te verhaelen soo verre het selve sal connen strecken, alle sodanige resterende huerpenningen als de constituante van vern. Cornelis Willemsz, als bruycker vande hoffstede ende landen gelegen onder de gerechte van Waerder, genaemt Het Hol, noch deuchdelijck is resterende en competerende. Getuigen: Dirck Hermensz Snoeck burger alhier, en de notarisklerk Adriaen Loover.
In Oudewater op 21-8-1670 compareerde Ariaentje Cornelisdr, laast weduwe van Joost Ariensz int Hol, ende tevoorens van Franck Joachemsz, inwoonderse deser stede, cloeck ende gesont van lighame, en verclaarde om redenen haer daertoe moverende, bij forme van uytterste wille geauthoriseert ende geconstitueert, mitsgaders gewilt ende begeert te hebben dat
- Arien Francken, haren soone,
- Gijsbert Gijsbertsz Vijffjaer, als getrout hebbende Stijntgen Francken, ende
- Marrichien Vrancken,
alle in die qualite haer mondige kinderen, ofte soo haar comparantes versz swager Gijsbert Gijsbertsz voor haar comparantes voornomde dochter Stijntgen deser werelt quame te overlijden, in sulcken gevalle de versz hare dochter in haar overleden mans plaatse, tesamen ende de langhstlevende van deselve int besonder alle haere comparantes soo roerende als onroerende goederen, sullen mogen int openbaer vercopen ende te gelde maken, sonder consent ofte overstaan van eenige heeren Officieren, Weesmeesteren ofte vooghden, ende den versz haren soone en dochter ende swager specialijck geauthoriseert mitsdesen. Getuigen: de notarisklerken Adriaan Loover en Coenraad Porselius.
In Oudewater op 14-5-1674 compareerden Franck Gijsbertsz Vijffjaer, Leendert Hendricksz, getrout met Eerlant Gijsberts, Willem Ariensz., weduwenaer ende boedelhouder van Neeltjen Gijsberts, Marrigien, Magteltie ende Gerrigien Gijsberts Vijffjaer, mitsgaders Gijsbert Gijsbertsz de jonge, alle kinderen van Gijsbert Gijsbertsz Vijffjaer en dienvolgende mede erffgenamen van wijlen Annigie Gijsberts Vijffjaer, in haar leven weduwe van Aart Jansz Ploij, hare moye, overleden binnen Woerden, machtigen Aeltje Gijsberts, Harman Teunisz, man ende voogt van Annitjen Gijsberts, ende Cornelis Bredius, getrout met Ariaentje Gijsberts, alle mede erffgenamen vande voornoemd Annigie Gijsberts, om met de erffgenamen vande voornoemd Aart Jansz Plooij te procederen tot scheydinge ende deylinge. Getuigen: Coenraat Porselius en Hugo Pijlle.
In Oudewater op 13-11-1676 compareerden Francq, Gijsbert, Gerrichje Gijsberts Vijffjaer, Leendert Hendricx getrouwt met Elantje Gijsberts, Cornelis Bredius getrouwt met Adriaentge Gijsberts, Willem Adriaensz weduwnaer van Neeltje Gijsberts, alle kinderen van Gijsbert Gijsbertsz Vijffjaer in sijn leven gewoont hebbende in Polsbroeck suytsijde, ende verclaerden te machtigen Pieter Jansz Verlaen ende Herman Teunisz in huwelijck hebbende yder een dochter vande vern. Gijsbert Gijsbertsz Vijffjaer zalger, om met de heren regenten vande Bagijnhoff tot Utrecht te reeckenen, liquideren ende vereffenen sodanige pachtpenningen als den voorn. Gijsbert Gijsbertsz Vijffjaer aent gemelte Bagijnhoff schuldich soude mogen sijn over gebruyck van drie mergen lants op Zuyt Polsbroeck gelegen. Getuigen: Johan Bijl en Jan Philipsz van de Borchgraeft.
Overleden tussen 21-8-1670 en 13-11-1676.
11 kind(eren)