Adriaen Leendertsz
(Arien Leendertsz)
, [] Barendrecht 26-3-1625.
Dochter van
Lenert
.
GEb. ca. 1545
Hij was boer en pachtte land in het Nieuwbedijkte Land van Pendrecht. Hij was meerdere malen schout van Pendrecht gedurende de periode 1585-1606.
×
Neeltje Dirckxdr
, † <11-1578.
Het is níet bekend of Neeltje Dirckxdr. de moeder was van één of meer kinderen van Adriaen Leendertsz., schout te Pendrecht.
Neeltje Dirckxdr. was eerder getrouwd met een Adriaen Dirckxz. en zij woonde op de Oude Sluys van West-Barendrecht, resp. in Pendrecht.
Kinderen:
- ???
NN. ("Aerien Aeriensen Salien wedue")
.
×
?
Arien Ariensz Salij
, * ±1565
, † <1633.
4 kind(eren)
-
NN. Adriaen Leendertsdr (NN. Adriaensdr)
.
Zij was een zus van Leendert Ariensz. Andijck. Zij had nog een zuster Ariana Adriaensdr, getrouwd met Cornelis Pietersz. van der Weijde, zoon van Pieter Dircksz en Maritge Willemsdr.
Zie: Ons Voorgeslacht 2004.
×
Pleun Aertsz (Ploon Aertsz) Spruijt
, † ±1638.
Zoon van
Aert Sebastiaensz Spruijt
en
Teuntge Sijmensdr
.
Pleun Aertsz Spruijt was afkomstig uit Barendrecht. Zeker sedert 1617 was hij boer onder Oud-Beijerland op de (later genoemde) hofstede ’Bouwlust’.
Pleun is de vader van Jan, Claes, Arij, Annetje, Cornelis, Aert, Jacob en Jannigje.
Poulus Pleunen, die in 1638 door Spruijt benoemd werd als medevoogd was diens zwager via zijn eerste huwelijk met Pleun’s zuster. Poulus Pleunen en de vrouw van Pleun Aertsz. Spruijt waren waarschijnlijk volle neef en nicht, want Poulus was een zoon van Ploen Leendertsz, de waarschijnlijke broer van Adriaen Leendertsz, vader van de vrouw van Pleun Spruijt.
Overleden tussen 1638 en 27-3-1639.
3 kind(eren)
-
Leendert Adriaensz (Lenert Arien Lenertsz) Andijck
, * ±1575
, † >10-1640 .
Blijkens een akte van 20-11-1629 was Lenert Adriaensz. Andijck, schout en secretaris van Pendrecht, ca. 54 jaar oud.
"Lenaert Adriaen Lenen"
Op 11 oktober 1604 compareerde te Ridderkerk Lenert Adriaenss., als man en voogd van Anna Wijttensdr., en verklaarde dat Machtelt Wijttensdr. toekomt zijn gedeelte van 4 morgen min 50 roeden in Oud-Reyerwaard, gelegen in een weer lands van 11 morgen genaamd ’Joerys Mollen ende Stijn van der Tempel Lant’. Hij verklaarde dat de op het land rustende lasten voldaan waren.
Bij akte van 15-5-1629 verklaarde Leendert Andijck, schout en secretaris van Pendrecht, 185 gld. schuldig te zijn aan Cornelis Bastiaensz. Santwech.
Op 4-11-1630 compareerden
- Cors Ariensen Lem, wonende op Hoogvliet, man en voogd van Machtel Wijten, en als bestorven bloedvoogd van Vop Voppen van Driel,
- Geerit Jacobsen, als man en voogd van Stijntgen Wijten, en
- Jacob Ariensen Lem, als man en voogd van Barber,
allen erfgenamen van Aert Wijten, in leven ’vendrecht’ [=vaandrager] te Ridderkerk.
Zij droegen hun gedeelte in een hofstede met 5 morgen 237½ roeden aan ’den Kerckwech’ onder Oud-Reijerwaard, over aan Lenert Ariensen Andijck, die wegens zijn vrouw mede-erfgenaam was.
Dezelfde dag verklaarde Andijck, schout van Pendrecht, vanwege deze overdracht 3281 ponden 5 schillingen schuldig te zijn aan de genoemde erfgenamen van Aert Wijtensen.
Een akte gedateerd op 3-8-1638 noemt Leendert Aries aen Dijck, schout van Pendrecht, als borg voor de in Barendrecht wonende Arijen Ariensz. Zalij, voor diens schuld van 100 Car. gld. aan Zophia Andries Schutgers te Rotterdam.
Bij akte van 5-11-1638 stelde Lenert Andijck, schout van Pendrecht en aldaar wonende, met Jan Pleunen, wonende in Den Hitsert, zich als borg voor een bedrag van 4700 Car. gld. t.b.v. de erfgenamen van Pleun Aertsz, toen diens zoon Claes Pleunen Spruijt zijn vaderlijke hofstede en bruiklanden onder Oud-Beijerland overnam.
×
Ridderkerk 29-4-1601
Anna Wijten
, [] Barendrecht 9-8-1624.
Dochter van
Wijt Willemsz
en
Leentge Aertsdr (Lentgen Aertsdr)
.
Otr. op 8-4-1601
in Ridderkerk.
Hij was j.g. van West-Barendrecht. Zij was j.d. van Ridderkerk.
Op 11-10-1604 compareerde te Ridderkerk Lenert Adriaenss., als man en voogd van Anna Wijttensdr., en verklaarde dat Machtelt Wijttensdr. toekwam zijn gedeelte van 4 morgen min 50 roeden in Oud-Reijerwaard, gelegen in een weer lands van 11 morgen, genaamd "Joerijs Mollen en Stijn van der Tempel lant". Hij verklaarde dat de op het land rustende lasten waren voldaan.
"Ontfangen oten IXen augustus [1624] vant cleet doen Anneken Wijten begraven is".
9 kind(eren)