Adriaen Gleijnensz
(Ariaen Geleijnen)
, † >1636.
Zoon van
Geleijn Adriaensz
en
Maria Adriaensdr
.
Ariaen Geleijnen
trad op als getuige bij
de doop van
Jasper Bastiaense
,
de doop van
Jasper Sions
,
de doop van
Leentgen Bastiaens Bouman
(?)
.
Afb. Nieuw-Lekkerland
Adriaen Geleinsz. is een zoon van Geleijn Adriaensz en Maria Adriaensdr. Hij werkte als bouwman. Hij woonde te Nieuw-Lekkerland en in de periode 1603-7 te Oud-Alblas. Leenman van Langerak, beleend namens zijn moeder in 1600, 1636.
In Alblasserdam op 21.1.1618 comp.
- Cornelis Adriaensz Bouman, geassisteerd met Jan Meertensz, zijn zwager, Jan Adriaensz, broeder, ter eenre; Contra:
- Adriaen Gleynensz, grootvader, en Aert Jacobsz, oom, en voogden van de weeskinderen van Adriaentge Adriaensdr., in echte geprocereert bij de voorn. Cornelis Adriaensz Bouman, met name Cuyniertge Cornelisdr (ca. 8 jaar) en Eeltge Cornelisdr (ca 4 jaar).
Boedelscheiding. Cornelis Adriaensz Bouman zal hebben de gehele hofstede, gelegen in Vinckenpolder, waar hij nu ter tijt op woont. Etc.
Op 2-3-1622 werd Adriaen in de weeskamer genoemd als grootvader van de weeskinderen van Leentgen Adriaens.
Ariaen Geleijnen was met Jan Jaspersen en Aetgen Lenaerts op 19-6-1611 getuige bij de doop van Jasper, zoon van Aechgen Lenaerts en Bastiaen Jaspersen.
Alblas, 25-8-1623:
"Gillis Vriese te Den Haag voor Adriaan Galeinsz. te Oud-Alblas bij kaveling met de erven van Pieter Adriaansz Bras, diens grootvader, nadat - wegens Pieters onnozelheid - gesteld was op Adriaan Galeinsz., Pieter’s zwager, waarna overdracht van 4½ morgen aan Wouter Willemsz te Alblas en 1½ morgen aan Cornelis Willemsz."
Op 10-10-1632 in Alblasserdam waren Arie Geleijnsen van Alblas, Annigje Pieters, Barbara Ariens van de Oude Giessen getuige bij de doop van Leentgen, dochter van Aeriaentgen Ariens en BAstiaen Pietersen Bou(man).
Adriaen’s overgrootvader Melis Dircksz. was leenman van Langerak en werd op 29-1-1488 beleend met 3 morgen land opstrekkend van de Lek tot de Kasloot. Dit leen werd op 2-2-1520 gesplitst en - na Melis’ overlijden - verdeeld onder zijn 3 zonen op 29-12-1534.
Op 19-1-1598 was de belening van Adriaan Geleinsz. voor Maria Adriaansdr., weduwe
van Adriaansz., zijn moeder, [bij dode van]
Geerlof Adriaansz., haar broer, van 1 morgen land van dit leend.
Op 10-6-1600 was de belening van Adriaan Geleinsz. voor Maria Adriaansd. met ledige
hand.
Op 2-1-1609 ging de belening over op Arnout Albertsz. te Nieuw-Lekkerland bij dode van
Maria Adriaansd., zijn schoonmoeder.
Ariaentgen’s betovergrootvader Melis Dircksz. was leenman van Langerak en werd op 29-1-1488 beleend met 3 morgen land opstrekkend van de Lek tot de Kasloot. Dit leen werd op 2-2-1520 gesplitst en - na Melis’ overlijden - verdeeld onder zijn 3 zonen op 29-12-1534.
Op 23-9-1636 ging de belening van die 1 morgen alnd over op Cornelis Adriaansz. te Oud-Alblas voor Adriaan Geleinsz., zijn schoonvader, bij dode van Gelein Arnoutsz., zijn neef.
×
±1580
Aeltie Pieters (Aeltgen Pieters) Bras
, * ±1555
, † <1600.
×
Oud-Alblas 1600
Adriaentgen Jaspers
.
Adriaentgen Jaspers
trad op als getuige bij
de doop van
Lenaert Bastiaense
.
Dochter van
Jasper
en
Maritge Staessen
.
Adriaentgen had broers Bastiaen en Sion.
Ariaentge Jaspers was samen met Willem Lenaertsen en Huijch Pietersen op 15-4-1615 getuige bij de doop van Lenaert, zoon van Aechgen Lenaerts en Bastiaen Jaspersen.
Sion Jaspersen, jm. van Streefkerk, met zijn broer Bastiaen Jasperen, tr. zomer 1615 in Streefkerk met Maritge Meeus, jd. van Streefkerk, geass. met haar oom Jacob Ariaense. Op 16-4-1618 lieten zij een zoon Jasper dopen met get. Ariaen Geleijnsen, Jan Jaspersen en Geertge Aris.
Kinderen:
-
Geleijntie Adriaens
.
Geleijntie Adriaens
trad op als getuige bij
de doop van
Ariaentgen Cornelisse Bouman
(?)
,
de doop van
Arijen Bastiaens Bouman
(?)
,
de doop van
Leentje Cornelis Stout
(?)
,
de doop van
Pietertgen Geerits Sterrenburg
(?)
.
×
Aert Jacobs ( Bovekerck)
, † <1659.
Zij hadden een dochter Aeltie.
geb. 1583/84
Aert Jacobsz. woonde te Nieuw-Lekkerland en werd vermeld in de 500e penning 1627, in de 200e penning 1638. Hij was eikmeester (zes dagen) 1627, waarsman 1627, 1635, schepen/heemraad 1628, 1630-1631, 1640, 1645.
1 kind(eren)
-
Leentgen Adriaens (Leentgen Ariens)
, * ±1585
, † <3-1622 .
×
±1608
Pieter Ariensz Bouman
, † >8-1663.
6 kind(eren)
-
Ariaentgen Ariens
, * ±1585
, † <1613 .
Zij was een dochter van Adriaen Gleijnensz, die werd genoemd in een weeskameracte van 21-1-1618.
Ariaentgen’s betovergrootvader Melis Dircksz. was leenman van Langerak en werd op 29-1-1488 beleend met 3 morgen land opstrekkend van de Lek tot de Kasloot. Dit leen werd op 2-2-1520 gesplitst en - na Melis’ overlijden - verdeeld onder zijn 3 zonen op 29-12-1534.
Op 23-9-1636 ging de belening van 1 morgen land hiervan over op [Ariaentgen’s man] Cornelis Adriaansz. te Oud-Alblas voor Adriaan Geleinsz., zijn schoonvader, bij dode van Gelein Arnoutsz., zijn neef.
×
1608
Cornelis Adriaensz Bouman
, * ±1585
, † <1675.
Zoon van
Adriaen Bastiaensz Bouman
en
Jeutge Cornelis
.
Cornelis Adriaensz Bou(w)(man) was bouwman (= landbouwer) te Alblasserdam.
In Alblasserdam op 21.1.1618 comp.
- Cornelis Adriaensz Bouman, geassisteerd met Jan Meertensz, zijn zwager, Jan Adriaensz, broeder, ter eenre; Contra:
- Adriaen Gleynensz, grootvader, en Aert Jacobsz, oom, en voogden van de weeskinderen van Adriaentge Adriaensdr., in echte geprocereert bij de voorn. Cornelis Adriaensz Bouman, met name Cuyniertge Cornelisdr (ca. 8 jaar) en Eeltge Cornelisdr (ca 4 jaar).
Boedelscheiding. Cornelis Adriaensz Bouman zal hebben de gehele hofstede, gelegen in Vinckenpolder, waar hij nu ter tijt op woont. Etc.
Alblasserdam, Den 11 April 1638:
- Cornelis Arienssen Bouman, wewenaer van Janneken Cornelis, van Alblasserdam, met
- Aertiaentgen Cornelis, weduwe van Pieter Cornelissen, wonende tot Alblas.
Overleden 1665-1674.
Cornelis Adriaensz
trad op als getuige bij
de doop van
Leentge Ariens Breur
(?)
,
de doop van
Jannichje Cornelis
(?)
.
3 kind(eren)