Henrick Dirricxs Mors , † 1603.
Zoon van Dirck .



× <1570
    NN. .
× <1603
    IJchgen Adriaens , † >1603.    

Kinderen:
  1. Cornelis Henricxs Uijl , † ±1618 .

    ×   IJchgen Gerrits , † >4-1638.

    8 kind(eren)


  2. Dirricxken Henricx , † <1606 .
      Kinderen: Bastiaan, Anna en Adriaan.

    ×   Philips Bastiaens , † ±1604.
      Zij hadden wsl. zonen Bastiaen en Adriaen Philips.

      Rechtdag extraordinaris, Langerak, 15-6-1603:
      Rechtdag gehouden op kosten, tussen partijen IJchgen Ariaens weduwe van Henrick Dirricx Mors, eiseresse ter eenre en Cornelis Henricx Uul en Philips Bastiaens als man en voogd van zijn huisvrouw Dirrickgen Henricx, mitsgaders Jan Engberts als huisvrouw gehad hebbende Jonge Maritgen Henricx, moeder van Aelt Aerts Gedaagden.
      Jan Lenaerts treedt op als voogd van IJchgen Ariaens zijn tante en wordt geassisteerd door Dirck Daniels. De gedaagden worden vertegenwoordigd door Cornelis Coevoet. Coevoet wijst de eis om binnen 24 uur tot boedelscheiding te komen af. Hij eist een schriftelijke inventaris van de boedel en uitbetaling van het ’moeders goed’ van de kinderen. Het gerecht bepaalt dat de eiseres de verzochte inventaris zal leveren binnen den derden dag.

      Rechtdag extraordinaris, Langerak, 17-6-1603: IJchgen Adriaens, nagelaten weduwe van Henrick Dirricxs zaliger, contra Cornelis Henricxs Uul, Philips Bastiaens, als man ende voecht van Dirrickgen Henricx zijn huijsvrou, ende Jan Eijngberts, als te huijsvrou gehadt hebbende t’jonge Maritgen Henricx za., moeder van Aelt Aerts Schepenen de partijen gehoord hebbende, verklaren de eiseres tot de verzochte loting van de landen in kwestie, haar met de gedaagden competerende gefundeerd. ’Ordonneren partijen overzulcx voor mor­gen avond binnen zonneschijn mit den anderen int vruntlick te loten te weten tussen de weduwe ende erfgenamen elk half ende half ten ware bij hylicx voirwaerden tussen Henrick Dirricx zaliger ende zijn huisvrouw anders geconditioneerd ware’.
      Overl. tussen 18-5-1602 en 19-12-1605.


  3. Maritgen Henricx (Oude Maritgen Henricx) , † <1606 .

      Oude Maritgen’s kinderen hadden als ’oom ende bloetvoocht’ Cornelis Hendricks Uijl, de broer van Maritgen.

    ×   Thonis Lenaertsz , † <1642.
        Zoon van Leendert Theunisz en ?
      Oude Maritgen was de 1e vrouw van Thonis Lenaertsz.

      Thonis Lenaerts is een broer van Wouter en getrouwd met de zuster van Beligje.

      Rechtdag Langerak, 21-2-1604:
      - Wouter Lenaerts, als man ende voogd van Belitgen Henricxs, eiser, contra
      - Cornelis Henricxs,
      - Philips Bastiaens, als man en voogd van Dirricxken Henricx, zijn huisvrouw,
      - Thonis Lenaerts, als man en voogd van Maritgen Henricx,
      - Adriaen Henricxs en
      - Jan Eijngberts die getrouwd was met de jonge Maritge Henricx; deze gedaagden samen als erfgenamen van Henrick Dirricxs Mors, hun vader. De eiser verzoekt de ge­daagden te veroordelen tot betaling van de som van 38 carolus gulden, wegens zeker arbeidsloon en ge­leend geld. Beligje Hendriks heeft kennelijk een deel van het bedrag, dat zij op 24 mei 1603 van haar stief­moeder eiste, ontvangen. Wouter Lenaarts probeert nu, nadat de boedel van zijn schoonvader verdeeld is, het resterende deel op zijn zwagers en schoonzusters te verhalen. Cornelis Henricx, Philips Bastiaens ende Adriaen Henricx verzochten copie van de eis, wilden bij de volgende zitting daarop antwoorden. Thonis Lenaerts, die een broer is van Wouter en getrouwd met de zuster van Beligje, bekent de schuld aan zijn schoonzuster en is bereid zijn deel van het bedrag te betalen om alle verdere onnutte kosten te voorko­men. Twee weken later op 6 maart 160429, bij de volgende rechtdag geven de overgebleven gedaagden hun antwoord op schrift. De eiser verzoekt bij de volgende rechtdag te mogen antwoorden. De schepeen accorderen. De zaak is hiermee waarschijnlijk opgelost. Op de rol van de volgende rechtdag komt deze zaak niet meer voor.

      In Langerak op 27-5-1632 compareerde Wouter Lenaarts en heeft getransporteerd aan Thonis Leenderts, zijn broeder, 11/2 hont land achter de Waal in een weer van zeven mergen. Oostw. Thonis Aarts erfgenamen en westw. de erfgenamen van Hendrick Dirricks Mors. strekkende van de Leck tot aan Goudriaan.

      In Langerak op 31-10-1644 compareerde Merten Pieters, Bastiaan Cornelis Uul en Bastiaan Cors, mede inwoners van Langerak op verzoek van Wouter Leenderts, Jan Leendertsz en de weduwe met de kinderen van Thonis Leenderts om getuigenis der waarheid te geven.

    2 kind(eren)


  4. Maritge Henricx (Jonge Maritge Henricx) , † <7-1603 .

      Langerak, 5-6-1603:
      Rechtdag extraordinaris gehouden op kosten, tussen partijen IJchgen Ariaens weduwe van Henrick Dirricx Mors, eiseresse ter eenre en Cornelis Henricx Uul en Philips Bastiaens als man en voogd van zijn huisvrouw Dirrickgen Henricx, mitsgaders Jan Engberts als huisvrouw gehad hebbende Jonge Maritgen Henricx, moeder van Aelt Aerts Gedaagden.
      Jan Lenaerts treedt op als voogd van IJchgen Ariaens zijn tante en wordt geassisteerd door Dirck Daniels. De gedaagden worden vertegenwoordigd door Cornelis Coevoet. Coevoet wijst de eis om binnen 24 uur tot boedelscheiding te komen af. Hij eist een schriftelijke inventaris van de boedel en uitbetaling van het ’moeders goed’ van de kinderen. Het gerecht bepaalt dat de eiseres de verzochte inventaris zal leveren binnen den derden dag.

    ×   Jan Eijngberts Slooter , † >1603.
      Met Jan Eijngberts had Jonge Maritge Henricx een kind Beertgen Jans.

      Jan Eijngberts die getrouwd was met de jonge Maritge Henricx.

      Langerak, 20-3-1604:
      Jan Eyngberts Slooter eiser contra Cornelis Henricx Uul als voogd van de weeskinderen van Maritgen Henricx zaliger. De eiser concludeert tot betaling van zes gulden tien stuivers van verschoten penningen ter goeder rekening over de doodschuld van Beertgens Jans die des eisers en voorschreven Maritgen zaliger dochter was. De schepenen gehoord de verdediging concluderen tot betaling van 20 stuivers.

    ×   Aart .
      Met Aart had Jonge Maritge Henricx een zoon Aelt Aerts.

    2 kind(eren)


  5. Adriaen Henricxs Mors .

      In Langerak op 6-6-1615 compareerden Adriaan Henricx ende Pieter Adriaans Vrijbuijt als broeder ende erfgenaam van Weijntgen Ariens, de overleden huisvrouw van Adriaan Henricks en hebben in dier qualite getransporteerd aan Wouter Lenaarts de vrije eigendom van circa 91/2 hont land, waarin ligt twee hont land genaamd het Waeltgen. Oostw. Wouter Lenaarts, en westw. Schatse Waal. Strekkende van de dijksloot noordwaarts tot de diepte van de lek, in twee verscheiden weren gelegen.

    ×   Wijntje Adriaans , † <7-1615.

      In Langerak op 6-6-1615 compareerden Adriaan Henricx ende Pieter Adriaans Vrijbuijt als broeder ende erfgenaam van Weijntgen Ariens, de overleden huisvrouw van Adriaan Henricks en hebben in dier qualite getransporteerd aan Wouter Lenaarts de vrije eigendom van circa 91/2 hont land, waarin ligt twee hont land genaamd het Waeltgen. Oostw. Wouter Lenaarts, en westw. Schatse Waal. Strekkende van de dijksloot noordwaarts tot de diepte van de lek, in twee verscheiden weren gelegen.


  6. Jan Hendriks Mors .

      Jan Hendriks die een vervelende ruziezoeker, drinkebroer en vechtersbaas blijkt te zijn, met als gevolg, dat hij de zeventiende eeuw niet heeft meegemaakt.

      Slechts één maal wordt over Jan Hendriks geschreven en dat is in een akte voor het Hof van Utrecht. Hij blijkt te zijn overleden aan de gevolgen van een steekpartij die, als wij de advokaat van de dader moeten geloven, door hemzelf was uitgelokt. De dader Ningen Jans wordt hiervoor gestraft met levenslange verbanning uit de heerlijkheid Langerak en betaling van een hoge boete. Twee en een half jaar na deze gebeurtenis verzoekt de dader kwijtschelding van zijn zware staf. In het verzoekschrift aan het Hof van Utrecht vertelt de advokaat van de dader onder andere hoe het misdrijf was gepleegd. Het is daarbij niet ongebruikelijk om het slachtoffer af te schilderen als de echte ’slechterik’, die het onheil over zichzelf heeft afgeroepen. De dader wordt dan beschreven als een goedmoedig persoon, die eigenlijk ’geen vlieg kwaad kan doen’. Als de familie van het slacht­offer zich niet tegen de kwijtschelding van de straf verzet, wordt die in een dergelijk geval dikwijls verleend. Ningen Jans belooft de verwanten van het slachtoffer schadeloos te stellen. Uiteraard zal hij ook een boete betalen en zullen de kosten voor het rechtsgeding voor zijn rekening komen.


  7. Beeltje Henriks (Belitgen Henricxs) ( Uijl) , *Langerak ±1572 , † <6-1612 .

      Baligje was een dochter van Hendrik Dirks Mors.

      Rechtdag Langerak, 24-5-1603: Belitgen Henricx dochter eiser[es] contra de nagelaten weduwe van Henrick Dirricx Mors, haar vader, gedaagde. ’Omme te hebben betalinge eerst ter somme van 81gulden over drie jaren verdiende huurpenningen te weten den anno XVc vier, vijf ende zes en negentig, bij den eister als dienstmaagd van de gedaagde tharen huise verdient’ Verder eist Beligje nog 21gulden 10 stuivers wegens geleende penningen, nog zes gulden tien stuivers van verschenen landpacht, nog twee gulden voor geleverde waar. Boven het loon dat zij tegoed heeft, nog zes dunne doeken, drie paar schoenen en één paar muilen. Daarvan mag worden afgetrokken de som van 32 gulden 10 stuivers wegens het ’koe­beest’ dat zij van haar stiefmoeder, de gedaagde, heeft ontvangen. Dit alles ’Cum expensis’.
      De schepenen de partijen gehoord hebbende, bevelen de eiseres terug te keren op de volgende recht­dag en dan mede te doen ’verdagen de vorder erfgenamen vande Henrick Dirricx Mors haer vader za:’, aangezien het niet alleen deze gedaagde (stiefmoeder) aangaat, maar alle erfgenamen. Zodat alle par­tijen gehoord kunnen worden en dat naar behoren recht gedaan kan worden.

      Zie: Gens Nostra 2007, nr. 11.

    ×   Wouter Lenaarts , *Langerak ±1570 , † <9-1653.
        Zoon van Leendert Theunisz en ?

      Rechtdag Langerak, 21-2-1604:
      - Wouter Lenaerts, als man ende voogd van Belitgen Henricxs, eiser, contra
      - Cornelis Henricxs,
      - Philips Bastiaens, als man en voogd van Dirricxken Henricx, zijn huisvrouw,
      - Thonis Lenaerts, als man en voogd van Maritgen Henricx,
      - Adriaen Henricxs en
      - Jan Eijngberts die getrouwd was met de jonge Maritge Henricx; deze gedaagden samen als erfgenamen van Henrick Dirricxs Mors, hun vader. De eiser verzoekt de ge­daagden te veroordelen tot betaling van de som van 38 carolus gulden, wegens zeker arbeidsloon en ge­leend geld. Beligje Hendriks heeft kennelijk een deel van het bedrag, dat zij op 24 mei 1603 van haar stief­moeder eiste, ontvangen. Wouter Lenaarts probeert nu, nadat de boedel van zijn schoonvader verdeeld is, het resterende deel op zijn zwagers en schoonzusters te verhalen. Cornelis Henricx, Philips Bastiaens ende Adriaen Henricx verzochten copie van de eis, wilden bij de volgende zitting daarop antwoorden. Thonis Lenaerts, die een broer is van Wouter en getrouwd met de zuster van Beligje, bekent de schuld aan zijn schoonzuster en is bereid zijn deel van het bedrag te betalen om alle verdere onnutte kosten te voorko­men. Twee weken later op 6 maart 160429, bij de volgende rechtdag geven de overgebleven gedaagden hun antwoord op schrift. De eiser verzoekt bij de volgende rechtdag te mogen antwoorden. De schepeen accorderen. De zaak is hiermee waarschijnlijk opgelost. Op de rol van de daaropvolgende rechtdag komt deze zaak niet meer voor.

      Weeskamer Langerak, 10-6-1616: Op huiden zijn vergaderd geweest Wouter Lenaarts ter eenre ende Jan Aarts, wonende te Streefkerk in plaats van Cornelis Henrichs Uul (mits sijn innocentie), als rechte bloedvoogd van de weeskinderen van Belitge Henricks verwekt door Wouter Lenaerts ter andere zijde. En verklaarden de beide comparanten dat zij met elkaar in aanwezigheid van Cornelis Henricx Uul nu ongeveer vier jaren geleden in presentie van Jan Willems de Best ende Pieter Pieters die toen schepenen dezer heerlijkheid waren, vertichting en accoord gemaakt te hebben betreffende het moederlijk erfdeel van de weeskinderen. Door het overlijden van de schout en door slordigheid van hem Wouter Le­naerts is dit akkoord niet geregistreerd. Ten eerste, Wouter Lenaerts zal blijven in het bezit van alle roerende goederen, mitsgaders tot zijn profijt hebben alle inkomende schulden, die hij nog moet innen. Hij neemt daar tegen alle uitgaande lopende schulden tot zijn last. Hij zal mede hebben het gebruik van het land dat de kinderen bezitten en de onroerende goederen totdat zij mondig zijn. En hiertegen heeft Wouter Lenaerts beloofd zijn vier weeskinderen met namen: Cornelis Wouters nu oud circa 19, Marichgen Wouters oud circa 17, Dirrickgen Wouters oud circa 14 en Anna Wouters oud circa acht jaren, te onderhouden totdat zij mondig zijn en naar school te laten gaan. Daarop zal hij elk kind uitreiken 100 gulden en zal elk kind zijn deel hebben van het land en het onroerend goed. dat Wouter Lenaerts en zijn overleden huisvrouw samen bezeten hebben en dat ruim elf morgen groot is.en waarvan een deel komt van de vader van Belitgen Henricx, Henrick Dirricx Mors Mits dat ook elk kind zijn of haar deel betaalt van de last die rust op de landerijen. Ook zullen de kinderen gemeen hebben alle kleding en kleijnodien van goud of zilver, die aan hun moeder behoord hebben. ’Item is mede geconditioneerd dat deselve Wouter Lenaerts de kinderen tharenmundige dage ofte ten houwwelick state commende, beneffens haer ordinaris cleeding sal doen maecken ende becosti­gen een goet eerlick sondaechs cleet’. Onder de bezittingen is een aenpaert van een huijsinge op de Wael, daer Henrick Dirricxsz Mors zalr., des voorsz. Belitgen Henricx vader in sijn leven in gewoont heeft.

      In Langerak op 27-5-1632 compareerde Wouter Lenaarts en heeft getransporteerd aan Aelt Aarts en Bastiaan Tho­nis de vrije eigendom van één hont achter de Waal in een weer van zeven morgen.

      Op huijden de XXV augustus anno XVI drie en vijftich soo hebben ende bekennen Cornelis Wouters, Claes Ariens Maet man ende voocht van Dircken Wouters, Cornelis Adriaens Maet man ende voocht Marritgen Wouters ende inder qualiteijt elck voor haer selven ende Bastiaen Corss als vader ende van wegen sijne weeskinderen geprocreert bij Anna Wouters met den anderen geloot ende gegrond cavelt te hebben met consent van Marten Pietersz gesub. schout ten overstaen van de selven ende Bastiaen Thonis, Thonis Corss Smith
      schepen der vrijeheerlijkheit van Langerak.
      Alle alsulcke landerijen, betimmeringen ende betelingen, dien annecx als Wouter Leendertsz haerluijden vader, schoonvader ende grootvader respective ende deselfs huijsvrou hebbende naegelaten, altesamen gelegen inder Vrije Heerlijkheid van Langerak in deze nagenoemde weeren ende dit inder voegen ende oock onder de conditien hier nae volgende te weten dat de voorn. Cornelis Wouters, Claes ende Cornelis Adriaens Maet. stuk land 7 morgen 3 hond met huijs en betimmering ende betelingen gelegen op’t schoor, ten oosten sweerlants van Jacob Aerts, ten westen Thonis Leenderts wed. ende kinderen, o.a nog land in t’Wael onder Langerak, ook genoemd Hendrick Morssen weer, etc.
      Overl. tussen 6-3-1648 en 25-8-1653, wsl. in Langerak.

    4 kind(eren)


Samengesteld door Joan Bos.
Voor meer informatie zie de introduktie of de FAQ.