Gijsbert van Langerak , * ±1385 .
Zoon van Gijsbert Jansz van Langerak (??) .


Kinderen:
  1. Gijsbert Gijsbertsz van Langerak , † ±1448 .

    1 kind(eren)


  2. Joost Gijsbertsz van Langerak , † ±1472 .
      Gijsbert en Joost zijn naar schatting geboren rond 1410.

      Joost van Langerak Gijsbertsz. was schout van Haastrecht (1436) en burger van Utrecht (1450).

      In 1440 verkoopt Gijsbert van Langerak Gijsbertsz., wonende in Polsbroek, 10½ morgen land in Polsbroek, idem Joost van Langerak, zijn broer.

      Op 4 september 1438 bekennen schout, burgemeesters en raad van Nieuwpoort, dat voor hen zijn gekomen Joost Gijsbertsz. van Langerak en Frederick van Lienden. Zij hebben gezworen met opgestoken vingers dat zij gezien hebben dat bij het overlijden van heer Jan van Langerak diens vrouw Agnes van Ahaus de brieven samenhangende met haar douarie in het vuur heeft geworpen waarop ze verbrand zijn. Zij weigerde aan Joost een verklaring daarvoor te geven.

      Joost van Langerak Gijsbertsz. geeft in 1439 toestemming, namens de heer van Langerak, om ondergelopen land over te dragen. In 1440 verkoopt hij, volgens de mededeling van Booth, samen met zijn broer Gijsbert land, gelegen te Polsbroek.

      Na zijn vestiging te Utrecht in 1450 is er kennelijk iets misgegaan, want op 30 november 1457 wordt verordonneerd dat Joost – in tegenstelling tot zijn vrouw – zich niet meer in Utrecht, Amersfoort en Rhenen mag vertonen, maar zich wel in Vianen of Montfoort mag vestigen.

      Op 28 oktober 1460 heeft Joost van Langerak 4 morgen land in de Lage Biessen, gelegen onder IJsselstein, gekocht van Adriaen Gerritsz.

      Joest Ghisberts van Langeraec zegelt met een wapen met de zogenaamde Teylingse leeuw, waarmee ook de adellijke heren van Langerak zegelden.
      Zegelbeeld: Een halfrond schild, met als schildhouder een griffioen.
      Wapen: Een klimmende leeuw met over de borst een barensteel van drie hangers.

      Joost van Langerak wordt verschillende keren vermeld in relatie tot het adellijke geslacht Van Langerak.

      Joost van Langerak heeft zijn dochter Bertha genoemd. Haar voornaam wijst in de richting van Bertha van Langerak, abdis van Rijnsburg, overleden op 6 april 1441, dochter van Gijsbert, heer van Langerak, en Johanna van Drongelen. Deze aanwijzing is relevant omdat dochter Bertha kort na 1441 geboren kan zijn.
      overl. tussen 27-6-1471 en 5-7-1473

    ×   Geertruijd Jan Egbertszdr (Geertruijd Jansdr) , † ±1482.
      Joost is de vader van Gijsbert, Beerte en Jan.

      Geertruijt is een dochter van Jan Egbertsz.

      Op 30 juli 1462 wordt Joost Gijsbertsz. van Langerak beleend voor zijn vrouw Geertruida, dochter van Jan Egbertsz., met 13½ morgen land in Lopik, bij overdracht door Evert van Rijn. Na haar overlijden wordt op 22 juni 1509 haar dochter Bertha van Langerak daarmee beleend, waarna zij het op 13 december 1513 aan Anna, dochter van Jan de Haze, overdraagt.

      Vervolgens wordt Joost van Langerak namens zijn vrouw Geertruida op 26 november 1467 beleend met het goed ‘De Melkwijk’, doch het leen wordt op 27 juni 1471 overgedragen aan Willem van Doornick.

      Geertruida wordt op 10 augustus 1468 door de Proosdij Ten Dom beleend met verschillende leengoederen - gelegen in Doorn en Cothen, waarmee na haar overlijden haar zoon Gijsbert van Langerak, als leenman vermeld 1499, wordt beleend. Hij draagt bij leven de lenen op 29 februari 1500 over aan zijn bastaard Gerrit van Langerak. Dit is kennelijk niet in goede aarde gevallen, want Gerrit van Langerak draagt de lenen op 8 maart 1501 over aan Hase, dochter van Tijman Cluting, weduwe van Gijsbert van Langerak. Misschien dat de verstandhouding ondertussen tussen beiden is verbeterd, want op 6 oktober 1506 worden de lenen door Haze weer aan Gerrit overgedragen. Hij draagt de lenen daarna op 10 juli 1507 over aan de familie Grauwert.

      In 1475/’76 worden Geertruyt, Joost weduwe van Langerak, en haar kinderen vermeld.

      Op 5 februari 1484 verkopen Gijsbert van Langerak en zijn vrouw Haze, en Floris van Jutfaes, voor zijn vrouw Bertha, dochter van Joost van Langerak, 4 morgen land in de Lage Biessen aan Jacob Aelbertsz., priester en kanunnik te IJsselstein.
      overl. tussen 25-4-1480 en 5-2-1484

    3 kind(eren)


  3. Johan (Jan Gijsbertsz) van Langerak .

      Jan van Langerak Gijsbertsz., schepen van Huissen (1449-1479).

      Hij sluit in 1468 lijfrenten af op het leven van Gijsbert en Bertha, kinderen van Joost van Langerak, ieder kind voor 12 pond 10 st.

      Zijn voornaam verwijst naar een vernoeming naar zijn verm. overgrootvader Jan, heer van Langerak en half-Nieuwpoort (1350-1379).


Samengesteld door Joan Bos.
Voor meer informatie zie de introduktie of de FAQ.