Elisabeth van Elsrack , * 1601 , ~Hasselt, België 22-2-1601 , † Hasselt, België 10-11-1629.
Dochter van Robert van Elsrack en Marie van Hilst .



× ±1590
    Jan (Jean) de Geloes , † Hasselt, België 1-11-1615.
Kinderen:
  1. Etienne de Geloes , * 1589 , ~Hasselt, België 15-10-1589 , † Hasselt, België 27-5-1651 .

      Etienne trouwde op 25 april 1626 in Hasselt met Jeanne Brauns en had kinderen Maria, Philippina, Jean René en Willem Renier.


  2. Jan de Geloes , ~ 1591 , † Hasselt, België 25-9-1631 .

      Jan de Geloes was in 1616 pastoor in Hasselt en deken in 1630.

      De oudste zoon, Jan, licentiaat in de theologie, droeg in 1614 zijn eerste mis op. Hij doceerde in 1615 aan het seminarie van Luik. In 1616 volgde hij Hendrik Duyfkens op als pastoor van Hasselt. Mede door zijn toedoen vestigden de grauwzusters en de kapucijnen zich in Hasselt. Op 18 juli 1630 werd hij verkozen tot landdeken van het concilie Hasselt. Enkele maanden later, in maart 1631, overleed Jan Geloes. Hij had, samen met Margareta de Berghes, abdis van Herkenrode, in 1624 een glasraam geschonken aan de begijnhofkerk van Hasselt; zijn wapen, gehouden door een gevleugelde engel, was erop afgebeeld binnen een sierlijke Renaissanceomlijsting.


  3. Stephanus (Steven) de Geloes , * 1598 , ~ 15-10-1598 .
    Steven trad op als getuige bij de doop van Elisabeth Vrerix (?) , de doop van Gerardus (Gérard) Vrerix (?) .

      Steven huwde op 25 april 1626 met Joanna Brauns, dochter van Willibrord en Elisabeth Vannes. In 1626 werd hij benoemd tot schepen van Hasselt en in 1629 volgde zijn aanstelling tot schepen van Vliermaal, het beroepshof van het graafschap Loon. Het burgemeesterschap was voor hem weggelegd in 1637 en in 1649. Het echtpaar Geloes-Brauns had o.m. twee dochters, Maria en Philippina, die intraden bij de sepulcrijnen in Hasselt. Een zoon, Willem-Renier, werd priester gewijd in 1651. Hij bekwam in 1663 een prebende in het kapittel van Sint-Gereon in Keulen en later in het kapittel van Huy. Hij overleed op 11 mei 1715.

      Nogmaals werd de stam verder gezet door een enkele zoon, die de voornamen Jan-Renier kreeg bij zijn doop op 25 februari 1627. Jan-Renier, die in 1649 een licentie in de rechten behaald had, legde op 5 januari 1650 de eed af als advocaat bij het Geestelijk Hof in Luik. Hij volgde zijn vader op in 1651 zowel in de schepenbank van Hasselt als in het hof van Vliermaal, functies die hij uitoefende tot aan zijn overlijden op 6 september 1684. Burgemeester van Hasselt werd hij in 1653 en in 1674. Jan-Renier trouwde in Maastricht op 29 december 1652 met Maria van Daelem, dochter van Gerard en Agnes Meys. In 1665 kocht Jan-Renier de Geloes van baron Godfried van Mombeek het ’Waerdenhof’, gelegen in de Maastrichterstraat in Hasselt. Hij liet het ’Waerdenhof’ grondig verbouwen en plaatste het alliantiewapen Geloes-van Daelem in het fronton van de nieuwbouw. Jan-Renier de Geloes kon in 1676 eveneens beslag leggen op het kasteel van Mombeek. Samen met zijn broer, kanunnik Willem-Renier, had hij bovendien de heerlijkheid Herten gekocht. Van Jan-Renier de Geloes en zijn echtgenote bewaart men een paar zilveren kandelaars, waarop hun alliantiewapen gegraveerd is (nvdr: privéverzameling). Dat wapen werd eveneens gebeeldhouwd op hun grafsteen die in de Sint-Quintinuskerk geplaatst werd. Een andere wapensteen, waarvan de afkomst onbekend is, werd bij verbouwingswerken in het begin van de 20ste eeuw (ironisch?) gemetseld in een buitenmuur van het kasteel van Eisden, stamgoed van de adellijke tak.

      De acht kinderen die Maria van Daelem aan haar man schonk, zouden allen ofwel ongehuwd ofwel kinderloos sterven. De laatste drie stierven jong. De oudste zoon Steven-Gerard, licentiaat in de rechten, werd priester en was verbonden als kapelaan aan de Sint-Quintinuskerk; hij overleed op 17 november 1689. De tweede zoon, Robert, releveerde de heerlijkheid Herten in 1689. Hij was op 3 juli 1686 in Maastricht in het huwelijk getreden met Anna-Carolina de Montaigne, die reeds op 22 juli 1687 overleed. Robert overleefde haar amper enkele jaren en stierf kinderloos op 9 juli 1690. De dochter Maria-Agnes overleed ongehuwd op 22-jarige leeftijd in 1680.

      Renier de Geloes, zoon van Jan-Renier en Maria van Daelem, gedoopt op 12 juni 1661, volgde de voetsporen van zijn vader. Hij behaalde eveneens een diploma in de rechten en nam zitting in het hof van Vliermaal vanaf 23 mei 1690. Hij werd aangesteld tot burgemeester van Hasselt in 1700; in die hoedanigheid droeg pater Bonaventura Moors hem en zijn collega Arnold Briers een van zijn godvruchtige werken op. Hij releveerde de heerlijkheid Herten na het overlijden van zijn broer Robert. De goederen van Mombeek en Hommelen bezat hij in onverdeeldheid met zijn broer Jan-Mathijs. Renier de Geloes overleed op 5 juli 1708 zonder kinderen na te laten uit zijn huwelijk met Anna-Catharina Thisius, waarmee hij op 20 juni 1705 getrouwd was.

      Met Jan-Mathijs, de vierde zoon van Jan-Renier de Geloes, zou deze Hasseltse bastaardtak uitsterven. Hij werd in Hasselt gedoopt op 4 september 1663. Op gevorderde leeftijd trad hij in de echt met Barbara-Gertrudis van Hilst, het huwelijk werd ingezegend op 26 juni 1706. Jan-Mathijs werd burgemeester van Hasselt voor het eerst in 1704 en herbenoemd in 1705, 1707 en 1708, telkens samen met Arnold Caproens. Na het overlijden van zijn broers, verviel het volledige familiefortuin van de Geloesen aan Jan-Mathijs, die zich heer van Herten, van Mombeek en van Hommelen mocht noemen. Jan-Mathijs overleed kinderloos op 2 december 1728. Een gedenksteen ter zijner nagedachtenis werd het jaar nadien door zijn weduwe opgericht in het kerkje van Herten. Deze steen draagt het alliantiewapen Geloes-van Hilst. Bij testament had die weduwe de heerlijkheid Herten in volle eigendom verkregen evenals het vruchtgebruik van de overige goederen. Haar tweede echtgenoot, Adriaan de Heusch, zou hier nog lang van genieten. De rijke nalatenschap verviel later aan de afstammelingen van een groottante Elisabeth de Geloes en van diens echtgenote Frederik Vrerix.

      Uit: Oog in Oog (2003), pp. 170-174.


  4. Renerus (Renier) de Geloes , * >1598 , † 30-9-1676 .

      De derde zoon, Renier, bekwam de pastorie van Zonhoven en werd in 1654 verkozen tot landdeken van Hasselt; hij verkreeg ook een kanunnikenprebende in de kathedraal van Brugge. In de sacristie van Zonhoven bewaart men een berechtingspyxis, waarop zijn wapenschild gegraveerd staat naast de initialen D(ominus) R(enerus) G(eloes) en het jaartal 1633. Renier Geloes overleed op 30 september 1676.


  5. Elisabeth de Geloes , * 1601 , ~Hasselt, België 22-2-1601 , † Hasselt, België 16-2-1664 .

    × ±1635   Frederik (Frédéric) Vrerix , * 1613 , ~Hasselt, België 10-4-1613 , † Hasselt, België 3-11-1675.

    4 kind(eren)


  6. Robert de Geloes , * >1601 , † 1683 .
    Robert trad op als getuige bij de doop van Anna-Maria Vrerix .

      De vierde zoon, Robert, werd aangesteld tot kanunnik van Loon in 1628, waarna hij in 1645 benoemd werd in het kapittel van Sint-Gereon in Keulen. Hij overleed in 1683.


Samengesteld door Joan Bos.
Voor meer informatie zie de introduktie of de FAQ.