Harmen Ernstinck (Herman Harperinck) .
Zoon van Karst Ernstinck .

Harmen werd geboren op de boerdrij Ernstink in Buurse. Hij trouwde Judith ten Hengel, weduwe van Engbert te Giffel op de boerderij (Groot-)Harperink te Noordijk. Harmen Ernstink werd vanaf toen (Groot) Harperink genoemd.

Harmen’s vader heette Karst. Harmen had zussen Jenneken en Aaltjen.

In Neede op 19.3.1669 lieten Egbert Harperinck en Judith, eheluiden, een jonge dochter doepen die genaemt wierde JOANNA, die getuigen waren Berent Benninck, Goessentjen toe Giffele en Gertien Harperinck.

1. Egbert Harperink , *Neede, Noordijk 1671 , ~Neede 13-8-1671 .
   Op 13.8.1671 lieten Herman op Groot-Harperinck en Judith, eheluiden, eenen jongen sone doepen die genaemt wierde EGBERT, die getuigen waren Gert toe Giffele, Goesen Harperinck en Hendricksken Benninck.
   
   Engbert trouwde
   1. in Borculo op 7 nov. 1723 Johanna Kippers;
   2. in borculo op 12 jan. 1727 Harmina Kobes.
   
   Kinderen o.a. Johannes, Johanna, Jan, Garrit Jan, Berendina, Christiaen, Jan Willem, Gerhardus, Enbelbartus en Geertruid.
   
   Borculo, 7.11.1723: den 7 9br. - ENGBERT HARPERINK j.m. van Nede met JOHANNA KIPPERS weduwe wijlen Jan Elberink van hijr. Cop. hic 30 9br.
   
   Borculo, 28.12.1726: den 28 Xbr. - ENGBERT HARPERINK, wed., met HARMINA COBUS j.d., beide van hier. Cop. hic den 12 jan. 1727.
   
   Borculo, 1733: Den 8 november - heeft Egbert Harperink getrouwt aen Harmina Cobus een dogter laaten doopen genaemt BERENDINA.
   
   Borculo, 18.12.1735: de soon van Egbert Harperinck getrouwt aan Harmina Cobus en genaemt
   CHRISTIAEN.
   
   Borculo, 1747: Den 21 dec. - ged. ’t kindt van Egbert Harperink en Harmina Cobus genaemt CHRISTIAEN.
   
   Borculo, 1742: Den 29 juli - is ged. ’t kindt van Egbert Harperinck en zijn huisvr. Harmina Cobus en genaemt ENGELBARTUS.
   
   Borculo, 19.7.1750: ’t kind van Egbert Harperink en Harmina Cobus genaemt GEERTRUIT.
   
   Anno 1752 - den 14 junii hebben Gerrit Jochems en Wilhelmina Kobus ehellieden, voorts Maria Hoentiens weduwe van Jacob Kobus, alsmede Egbert Harperink en Harmina Kobus, ehellieden, erfgenamen van wijlen Jan Kobus etc. overgedragen aan Geertruid Brouwers, weduwe van wijlen Hendrik ten Hones, twee stukken bouwland op den soo genaamden Koldenboom en een stuk daar agter aan het Gaerdeken in de buirschap Huere gelegen.
   



2. ? Christiaan Harperink , *Neede, Noordijk 1674 , ~Neede 26-3-1674 .
   
   × ? Neede 8-7-1703   Jenneken S’Roon , * ±1680 .
   
   2 kind(eren)



3. Essele (Esseltjen Harmens) Harperinck , * 1676 , ~Neede 9-4-1676 .
   Get. bij de doop: Derksken (Derricksken) toe Giffele .
   In Neede op 9.4.1676 lieten Herman Groot Harperinck en Judith, eheluiden, een jonge dochter doepen die genaemt wierde ESSELE, die getuigen waren Frerick Luttick-Hengel, Gertien Harperinck en Derricksken toe Giffele.
   
   Den 21 9ber 1726 [in Geesteren] hebben juffrouw Hester Johanna van Ommeren voor haer selven, en als volmagtiger van haeren eheman Bernard Muller, voorts Derck Wanninkhoff als volmagtiger van juffrouw Elisabeth Maria van Ommeren aen Harmen Olthoff woonende in den Noordijck en desselfs huijsvrouwe Esseltjen Harperinck en derselver erven gecedeert, getransporteert, en opgedragen haer lieder eigendommelijke vier stucken bouwlandts, so de cedenten en de verkopers te saemen hebben liggen indese heerlikheijt Borculoo, en voogdije Geesteren, op het Aefftinck Rot, waervan twee stukken zijn gelegen naest elkanderen, met den eenen sijde langs Gerrit Egginck sijn landt, en met den anderen sijde langs Roeloff Teckelenborghs landt, met den eenen einde aen het Oostervelt, en met het ander einde tegens het Dwersstukke mede in desen koop begrepen, welck Dwers stucke schiet met de andere sijde langs den togtgraven aen de Costers maete, het vierde stuck gelegen tussen het provisoren landttot Geesteren ter eenre en een geestelijk stuck ter anderen sijden, met het eene einde aen de Roeterincks maete, met het ander einde aen het Oostervelt, vide breder bij de acte hiervoren.
   
   
   × Neede 24-10-1699   Harmen Hendrijcksen Olthof , * 1674 , ~Neede 13-12-1674 .
       Zoon van Hendrick Olthof en Egbertien .
   In Neede op 13.12.1674 lieten Hendric Olthof en Egbertien ...., eheluiden, een jongen sone doepen die genaemt wierde ...., die getuigen waren Joan en Armgard Olthof.
   Dit zou de doop Harmen kunnen zijn.
   
   Harmen Olthof huwde Essele Harperinks op 24-10-1699 in Neede.
   
   Neede, 15.8.1700: Harmen Olthof en Essele Harperinck hebben een soon laten dopen is genaemt HENDRICK.
   Neede, 25.2.1703: Harmen Olthof en Essele, ehel., hebben een doghter laten dopen, is genoemt GEESKEN.
   Neede, 1.1.1705: Harmen Olthof en Essele, ehel., een zoon genaemt JAN.
   Neede, 30.10.1707: Harmen Olthof en Essele, ehel., een zoon is genoemt ENGHBERT.
   Neede, 13.10.1709: Harmen Olthof en Essele, ehel., een zoon is genoemt CHRISTIAEN.
   Geesteren, 1711: den 25 oct. - onder Nede - Harmen Olthof een sone GERRIT.
   Neede, 17.12.1713: Harmen Olthof en Essele, ehel., een zoon is genoemt HARMEN.
   neede, 25.4.1717: Harmen Olthof en Essele, eh., een doghter is genaemt JUDITH.
   
   Haaksbergen, 1723: Den 10 Julij Jan Lankhiet muller alhier met Geesken Olthof J.dr. van Harmen Olthof uit de Noordick van Neede. Attes: na[ar] Nede.
   
   Neede, 1733: den 6 junij
   - Hendrik Olthof, j.s. van Harmen Olthof uijt den Noordijck onder Nede, met Aeltjen Wanninkhof, j.d. van Goossen Wanninckhof onder Geesteren.
   - Christiaen Olthof, j.s. van dien selven Harmen Olthof uijt den Noordijck onder Nede, met Grietjen Wanninkhof, j.d. van dien selven Goossen Wanninkhof onder Geesteren.
   
   Op den 20 maij 1754 [in Geesteren] hebben Harmen te Westhuis en sijn ehevrou Berentjen, Jan Bentelman en huisvrou Willemken Bentel, Arent Wilmerink voor hem selvs en de rato caverende voor sijn ehevrou, Henders Wilmerink, Jan Wilmerink, mede caverende voor sijn absente ehevrou, Waender Wilmerink, ook voor sijn afwesende huisvrou caverende, Derk Wilmerink, Jan Stormelink op den Bolderman als in huwlik hebbende Janna Wilmerink, waar voor mede is caverende, Harmken weduwe Haselberg, Hendrik Menkvelt, Arent te Menkvelt, Arent Renger en sijn huijsvrouw, Jenneken te Wanninkhof, Engbert Wanninkhof, voorts Hendrik Olthof en Arent Rengerink als momboiren van Hermina Wanninkhof, dogter van Christiaan Olthof en Griete Wanninkhof ehelieden, Jan Harperink voor hem selvs en als vader en voogd sijner kinderen bij wijlen Hendrina Stormelink ehelik verwekt, Gerrit ten Damme caverende voor sijn absente dogter Janna ten Damme, caverende te samen voor de andere mede erven, eindlik Harmen te Westhuis en Jan Welmerink de eerste als bloedoom en de andere als momber van Jan Sroon overgedragen aan Berent Koninks en sijn huijsvrouw het plaatsjen de Horst genaamt, in dese heerlikheid voogdie Geesteren gesitueert.
   



4. Jan Harperink , *Neede, Noordijk 1678 , ~Neede 10-11-1678 .
   Op 10.11.1678 lieten Herman Harperinck en Judith, eheluiden, een jongen sone doopen die genaemt wierde JOAN, denwelcken den vader selver ten doope præsenteerde.