Lijntgen Eeuwouts Verschoor , * ±1560 , [] Rotterdam, Charlois 10-12-1624.
Dochter van Eeuwout Diericxz ( Verschoor) en Hadewij Aerts (Hadewijtgen Aerts) .



× <1590
    Wouter Hendricksz Verduijn , * ±1550 , † Rotterdam, Charlois 9-7-1626, [] Rotterdam, Charlois 11-7-1626.
Kinderen:
  1. Clement Woutersz Verduijn , † <10-1625 .

      Clement Verduijn wordt op 21-3-1615 in Rotterdam vermeld betreffende de van 5 last rogge.
      Clement Woutersz Verduijn wordt op 18-4-1615 in Rotterdam vermeld bij de verrekening van 250 zakken gerst.

      Aert Symonssen, 72 jr., wonende in de Lande van Chaerloys, verklaart op 27-7-1623 op verzoek van Clement Woutersz Verduyn, coopman, dat hij met Verduyn gereisd is naar Johan Coenraedt Dobbermont te s’Hartogenbosch, die echter afwezig was. Zij hebben gesproken met diens vrouw Anna van Malsa. De zaak betrof de koop van landerijen gelegen in Carremelcklant.

      Clement Woutersz Verduyn, coopman, maakt een testament op 24-10-1623 te Rotterdam. Hij benoemt tot zijn erfgenamen:
      - zijn ouders Wouter Henricxz en Lijntgen Eewoutsdr Charloys;
      - met een legaat aan Hillegont Symonsdr, vrouw van Willem Doens, hoedenkramer, wonende in de Lastdrager Hooftstraet;
      - uitgesloten uit zijn nalatenschap wordt zijn halfzuster Maritgen Woutersdr.
      Tevens legaten aan het Weeshuis en de huysarmen.

      Rotterdam, 27-7-1623: Aert Symonssen, 72 jr wonende in de Lande van Chaerloys verklaart op verzoek van Clement Woutersz Verduyn, coopman, dat hij met Verduyn gereisd is naar Johan Coenraedt Dobbermont te s’Hartogenbosch die echter afwezig was. Zij hebben gesproken met diens vrouw Anna van Malsa. De zaak betrof de koop van landerijen gelegen in Carremelcklant.
      De stukken land moesten op een koopdag die gehouden zou worden door Claes Janssen van der A te Delft, verkocht worden.

      Rtterdam, 3-9-1625: Huych Corneliss Roon, brouwer, en Gerrit Jacobss van der Segen, administrateurs van de goederen van Clement Wouterss Verduyn, overleden, leggen een kwestie tussen genoemde Roon en Verduyn over betaling van partijen greynen bij door tussenkomst van Adriaen Euwoutss de Lange, Aernt Gerritss van der Wolf, Jacob Tromp en Dirck Janss Schiltvinck.
      Te Rotterdam vindt op 3-9-1625 arbitrage plaats. Huych Corneliss Roon, brouwer, en Gerrit Jacobss van der Segen, administrateurs van de goederen van Clement Wouterss Verduyn, overleden, leggen een kwestie tussen genoemde Roon en Verduyn over betaling van partijen greynen bij door tussenkomst van Adriaen Euwoutss de Lange, Aernt Gerritss van der Wolf, Jacob Tromp en Dirck Janss Schiltvinck.

      Willem van Nesch en Glaude Rosa verklaren op 5-7-1626 in Rotterdam op verzoek van Gerrit Jacobss van der Segen dat requirant de administratie doet van de nagelaten goederen van Clement Wouterss Verduyn volgens een machtiging d.d. 17-11-1623 gepasseerd voor deze notaris.

      Mogelijk is Clement al in 1619 overleden.


  2. ??? Wouter Wouters Verduijn .

      Op 11-1-1650 in Rotterdam was sprake van een Wouter Wouters Verduyn.


  3. Dirck Woutersse (Dierick Woutersz) Verduijn , *Rotterdam, Charlois ±1580 , † 1632 , [] Ridderkerk 1632.

    ×   Neeltjen (Neeltgien Ariens) Baes , *Ridderkerk 1596 , ~Ridderkerk 28-4-1596 , † <1669.

    7 kind(eren)


  4. Eeuwout Wouterse Verduijn , * ±1580 , † <1651 .
      Eind 1631 zou Ewout Woutersz. Verduijn 51 jaar oud zijn geweest.

      Eeuwout Wouterse Verduijn was schepen van ’s-Gravenambacht, heemraad van het land van Pernis, gewezen schepen van het Oude Land van Pernis en schout van Pernis.

      Schiedam, 8-3-1623: Euwout Woutersz. Verduijn, wonende op de Rijde, constitueert Cornelis van Dijck procureur alhier
      tegen Jacob Mathijsz. pachter van de ronde maat.

      Schiedam, 4-10-1636: Euwout Woutersz. Verduijn, wonende op de Rijde in het land van Overmaas, constitueert Jan Wilsoets notaris op Maassluis.

      Rotterdam, 2-6-1626: Hendrick Jan Ingenss wonende op de Smitshoeck, bekent 96 gld schuldig te zijn aan Euwout Wouterss Verduyn over de huur van een wei. Indien comp. zijn schuld niet op tijd terugbetaalt zal hij o.a. 2 pond betalen aan de Armemeesters van Charlois bestemd voor de Armen.

      Charlois, 29-7-1626:
      - Ewout Wouterse Verduijn,
      - Dirck Wouterse Verduijn,
      - Willem Wouterse Verduijn,
      - Cornelis Wouterse Verduijn,
      - Japhen Cornelisse, als getrouwd hebbende Marigje Wouterse jongen,
      - Pieter Janse de Raat, als getrouwd hebbende Elisabeth Wouterse,
      - Adriaan Lenertse Smitshoek, als getrouwd hebbende Lijgje Wouterse,
      - Juibert Janse Ruiter, als getrouwd hebbende Marigje Wouterse ouden,
      - Joop Pieterse als getrouwd hebbende de dochter van Nelletje Wouterse,
      - Krijn Hendrikse, Abraham Hendrikse, Isaak Hendrikse en Dammis Pieterse, als getrouwd hebbende Marigje Hendrikse, kinderen van Hendrik Wouterse Verduijn en Lijntje Ewoutse,
      allen erfgenamen van Wouter Hendrikse Verduijn en Maartje Cornelisse, verkopen te velde staand gewas in Varkensoord, karnemelksland in het griffioenblok, het struisblok, de lage boezem en in de hoge boezem.

      Charlois, 16-1-1627:
      - Ewout, Dirck, Willem en Cornelis Wouterszonen Verduijn,
      - Jaephet Cornelisz., als man en voogd van Jonge Maertgen Woutersdr.,
      - Pieter Jansz. de Raet, als man en voogd van Lijsbet Woutersdr.,
      - Adriaen Lenertsz. Smitshouck [ondertekent: Ven den Houck], als man en voogd van Lea Woutersdr.,
      allen kinderen en erfgenamen van Wouter Heijndrickxsz. Verduijn en Lijntgen Eeuwoutsdr., zijn tweede huisvrouw, beide zaliger,
      - Huijbert Jansz. Ruijter, als getrouwd hebbende Oude Maertgen Woutersdr.,
      - Dammis Pietersz., als getrouwd hebbende Maertgen Heijndrickxdr., voor hem zelf en nog als procuratie hebbende van Cornelis Heijndrickxsz., zijn huijsvrouwen broeder, nog als actie hebbende van Abraham Heijndrickxsz., mede zijn huisvrouwen broeder,
      alle kinderen van Heijndrick Woutersdz. Verduijn, en
      - Joost Pietersz., als man en voogd van Neeltgen Willemsdr., nagelaten dochter van Nelltgen Woutersdr., die een voorkind was van de voorn. Wouter Heijndrickxsz. Verduijn en geteeld bij Maertgen Cornelisdr., zijn eerste huisvrouw, beneffens de voorn. Oude Maertgen en Heijndrick Woutersz. kinderen en overzulks mede erfgenamen van de voor. Wouter Heijndrickxsz. Verduijn,
      bekenden bij de boedel bij de voorn. Wouter Heijndrickxsz. en Lijntghen Eeuwoutsdr. nagelaten geschift en gescheiden te hebben las hierna voldende.
      Te weten dat voorneomde Cornelis Woutersz., volgens het testament van de voornoemde Wouter Heijndricxsz. gepasseerd voor Adriaen Arentsz. Kieboom, notaris, op 11-7-1626, eerst in koop gevolgd is de hofstede daar op hij Wouter Heijndricxsz. gewoond en overleden is met huis, bergen en schuren en 16 morgen land zowel wei- als teeland in Charlois en 1 morgen weiland in de Hille etc.
      De eerste man van Maertgen Woutersdr., nu getrouwd met Huijbert Jansz. Ruijter, was Lenert Lenertsz. Smeer, waaruit een zoon Cornelis Lenertsz. Smeer. Verwijst naar boedel zaliger Clement Woutersz. Verduijn. Etc. Vermeld nog Crijn Heijndrickxsz. als zwager van voorn. Dammis Pietersz.

      Euwout Wouters Verduijn wordt op 6-8-1627 bij de weeskamer van Maassluis vermeld.

      Op 24-2-1628 in Poortugaal comp. Staas Jansz., timmerman, oud 60 jaar en Cornelis Willemsz., oud 50 jaar en leggen verklaring af op verzoek van Ewout Woutersz. Verduijn, Jan Gabrielsz. en Jacob Leendertsz. Porre.
      - Staas Jansz.: dat de wagen Aart Witten (komende rijden zeer onmerkelijk en zeer ongeschiktelijk uit het dorp Poortugaal) de wagen van Ewout Woutersz. Verduijn (rijdende het pad naar de korenmolen) omtrent het erf van Jacob Voogt is voorbij gereden en voorbij zijnde is omgeworpen op het rijpad recht voor de wagen van Verduijn voorsz., zodat het achterwiel van de wagen van Verduijn nog liep over een mens of twee die met de wagen van de voorn Aart uit de wagen waren geworpen, zodat de wagen en paarden van de voorsz. Verduijn van de dijk moesten rijden in de sloot. Cornelis Willemsz. legt eenzelfde verklaring af.

      In 1628 in Poortugaal comp. Teunis Claasz. de waard, bode van Poortugaal, oud 46 jaar en Hans Willem Lowijsz., mannenbode van de lande van Putten,oud 28 jaar en verklaren op verzoek van Ewout Woutersz. Verduijn, Jan Gabrielsz. en Jacob Leendertsz. Porre dat zij aanwezig zijn geweest op de rechtdag te Poortugaal, alwaarde zaak tussen hun en Anthonis Evertsz. als borg voor Aart Witte gegaan heeft. De knecht van Aart Witte had onzorgvuldig gereden en heeft de boete daarover betaald.
      In 1628 iin Poortugaal comp. Jan Gabrielsz., wonende op de Hije en Jacob Leendertsz. Porre, wonende aan de Hill onder Poortugaal en machtigen Ewout Woutersz. Verduijn om in hun naam op te treden tegen Anthonis Evertsz. ketelboeter en Aart Witte voor het Hof van Holland.

      Eind 1631 in Pernis comp. Cornelis Hendriksz. van Dijk, onze schout, oud 50 jaar, Ewout Woutersz. Verduijn, oud 51 jaar, Gerrit Jansz. Blick, oud 30 jaar, onze medeschepenen en Bartholomeus van der Swaan, secretaris van Pernis, oud 71 en leggen verklaring af op verzoek van Gerrit Teunisz. Er wordt hen gevraagd:
      - Of zij op 1 oktober 1631 ten huize van Joost Pietersz., schout, zijn geweest, op de besomming en liquidatie van de schulden van Joost Pietersz. en de erfgenamen van Maartje Hendriks, zijn lest overleden huisvrouw, alwaarook is geweest Cornelis Spagarius op den
      hove van Delft. (is waar).
      - Is het waar dat enige kwestie is geweest van de hofstede met het aankleven. (is waar)
      Maartje Dirks is dienstmaagd van Joost Pietersz. Joost Pietersz. zou met een mes de kamer binnen gekomen zijn en hebben gedreigd.

      Eewout Wouterse Verduijn, wonende te Pernis, verklaart onder ede en op verzoek van Pieter Aartse Verschoor dat een diezelfde dag gedane verklaring van Jan Adriaanse Pors [dat Jan Jacobse uit Delfshaven, zijn neef, aan Pieter Aartse Verschoor omtrent 1 morgen land, 20 roeden weiland, gelegen in het Oostduijelblok te Charlois, heeft verhuurd] op waarheid berust, doch dat hij [Eewout] zich niet meer duidelijk herinnert of de overeenkomst voor 5 dan wel voor 7 jaar was aangegaan. Hij verklaart wel bij het sluiten van de overeenkomst aanwezig te zijn geweest en die te hebben goedgekeurd. Eewout Wouterse Verduijn ondertekende zijn verklaring op 23-6-1638 te Charlois.

      De weduwe van Eewout Wouterse Verduijn betaalde 3-5-0 aan de kerk van Charlois rond 1646.

      Rotterdam, 27-2-1646:
      Euwout Woutersz Verduyn, schout te Pernis, zijn zoon With Woutersz Verduyn, zijn broer Cornelis Woutersz Verduyn, wonende in Chairlois, en de schoonvader van zijn zoon Meyndert Ariesz Calckman, coopman, bekennen 2.500 gld. schuldig te zijn aan Willem Jansz van Bergen, brandewijnbrander.
      Onder aan de akte is vermeld dat With Woutersz Verduyn alleen de 2.500 gld. gebruikt heeft en de anderen daarom vrij stelt van terugbetaling.
      In de marge is vermeld dat op 24-04-1652 de obligatie is afgelost en de kwitantie is getekend door Susanna Balde, vrouw van Willem Jansz van Bergen.

      Schiedam, 23-02-1659: Gifte geboden van 2 gemet weiland en vogelkooi, van Fop Raes aan de Hil, (bij hem verkocht aan Wouter Verduijn) genaamd de Ganseweije, gelegen in het oude land van Poortugaal in de polder genaamd Roon, aan de westzijde van de werf van zijn woning en zijn vogelkooi, omtrent groot zijnde 2 g, gelegen ten westen van de voorszegde 2 gemet weiland, mitsgaders 10 gemet weiland aan de noordzijde van de voorszegde vogelkooi, wezende leengoed van de grafelijkheid van Holland.

      Vlaardingen, 29-6-1665: Witte Ewoutsz. Verduyn, insolvent; gehuwd met Maria van den Timpel.

      Schiedam, 10-6-1699: Maria van der Spuy, wed. van Teunis Steur, overleden 29-6-1716; in de inventaris
      van haar boedel wordt genoemd een schuldbrief van f 2000,-, gepasseerd bij Clement, Aryen. Ariantje en Hadewy Eeuwoutsd. Verduijn voor heemraden der
      heerlijkheid Deijffelsbroek.

      Poortugaal, 23-5-1701: Clement Eeuwoutsz. Verduijn, Ariaentje Eeuwoutsd. Verduijn, Ary Eeuwoutsz. Verduijn en Hadewy Eeuwoutsd. Verduijn, broers en zusters, won. in de jurisdictie van Pernis, benoemen elkaar tot erfgenaam. Clement Verduijn legateert Pieternelletje Hendricksd. Voogden: Pieter Woutersz. Verduijn en Ary Woutersz. Verduijn alsmede Hendrick Jansz. Decker.

      ’s-Gravenambacht, 23-4-1718 [met Jan van Lijcken schout, Jan de Raedt en Jan van Dijck, de schepenen]:
      - Pieter Verduijn,
      - Ewout Verduijn,
      - Arij Verduijn meerderjarige,
      - [K]Niertie Wouters Verduijn weduwe van Pieter Aartsz. Weuijster, nog voorn. Pieter en Arij Verduijn mitsgaders Heijndrick Jansz. Decker als testamentaire voogden over
      - de minderjarige kinderen van wijlen Ariaentie Verduijn, tezamen kinderen
      - (nevens Bastiaen Ariensz. Spruijt getrouwd met Neeltie Verduijn)
      en kindskinderen van wijlen Wouter Eeuwoutsz. Verduijn en zulks voor een vierde part,
      - Pieter Boogertman,
      - Cornelis Huijgen Schoonder getrouwd met Lintie Pieters Lems, nog voorn. Pieter en Arij Verduijn mitsgaders Heijndrik Decker als voogden over
      - Duffje Pieters Lems, welke Lijntie en Durffje Pieters Lems nagelaten kinderen zijn van Durffje Boogerman, nog de voorn. Pieter en Arij Verduijn mitsgaders Heijndrick Decker als voogden over de
      - twee nagelaten kinderen van wijlen Arij Huijbrechtsz. Boogerman, zijnde de voornoemde Pieter Durffje en Arij Boogerman nagelaten kinderen van wijlen Lijntie Eeuwouts Verduijn verwekt bij Huijbrecht Boogerman, zulks tezamen mede voor een vierde part,
      - Willem Cornelisz. Jongejan getrouwd met Jannetie Ole Keijser,
      - Jacob de Groot getrouwd met Willemtie Ole Keijser,
      - Cornelis Leendertsz. Pors getrouwd met Maertie Ole Keijsers, de voorn.
      - Heijndrick Jansz. Decker getrouwd met Commertie Ole Keijser,
      - Claas Ariensz. Knegt getrouwd met Martie Ole Keijser, allen kinderen van wijlen Neeltie Eeuwouts Verduijn verwekt bij Ool Gerritsz. Keijser zulks tezamen mede voor een vierde part, nog de voorn. Pieter en Arij Verduijn mitsgaders Heijndrik Decker als voogden over de
      - twee minderjarige kinderen van voorn. Heijndrik Decker verwekt aan nu wijlen Leentie van der Mast die in haar leven een dochter was van wijlen Grietie Eeuwouts Verduijn, tezamen mede voor het resterende vierde
      part;
      Zij zijn erfgenamen ex testamento en ab intestato van Arij Ewoutsz. Verduijn, in zijn leven gewoond hebbende en overleden zijnde in de jurisdictie van Pernis hebben getransporteerd aan voorn. Bastiaen Arijensz. Spruijt wonende in de jurisdictie van Rhoon 23/24e part van een stuk land groot en verongeld voor 19 gemeten zowel zaailand als boezem, gelegen in depolder genaamd de Kiesheid in ’s Gravenambacht, waarvan het resterende 1/24e part de koper in kwaliteit voornoemt zelf toekomt uit de staak van wijlen voorn. Wouter Ewoutsz. Verduijn. Een en ander volgens de jonge oude brief d.d. 18-5-1715. Voor 2395 gld. 16 st. 10 en 2/3e pen., boven een stuiver van de gulden tot rantsoen.

    × ±1620   Neeltje Adriaens Zegers , † ±1648.
      Kinderen: Witte, Lijntge en Wouter.

      Zij is een dochter van Adriaen Zegersz en Neeltje Cornelis Brouwer.

      Neeltgen Cornelisd., hulde door Leendert Zegersz., bij dode van haar man Adriaen Zegersz., dijkgraaf van Eijffelschenbrouck, op 17-7-1601. Neeltgen Adriaensd., bij dode van haar moeder Neeltgen Cornelisd. op 20-11-1609. Op 7-5-1649: Leendert Witte, bij dode van Neelte Adriaensd., zijn moeder, achter volgende de brieven van relieff der Heren Staten. Op 23-4-1650, Maertge Adriaensd., cum suis, bij makinge van Eeuwout Woutersz. Verduijn, die daar aan gekomen is bij uitkoop gedaan tegen de voorkinderen van de vs. Neeltie Adriaensd., die zijn eerste huisvrouw was.

      Charlois, 3-3-1611: Jacob Adriaensz. te Rhoon getr. met Ariaentje Ariensd. en Witte Bastiaensz. wonende op de Hijde getr. met Neeltje Ariaensd. transporteren
      aan het weeskind van Cornelis Jacobsz. en Cijtgen Dircksd. Zij erfden van Neeltje Cornelisd., de moeder van hun vrouwen.



      Bij de 200e penning van Schiedam van 1646 wordt bij Pernis vermeld:
      Eeuwout Woutersz. Verduijn: 30-00-00;
      De drie weeskinderen van Neeltgen Ariens gestaen hebbende op £ 15 is een van deselve vertrocken tot Rotterdam ende aldaer aangeschreven, comt alhier maer (opten ontfang tot Rotterdam): 10-00-00.

      Bij de 200e penning van Schiedam van 1652 wordt bij Pernis vermeld:
      De weduwe van Eeuwout Woutersz. Verduijn. Solvit 28-03-1653 19-10-00;
      De erfgenamen van de voorn. Eeuwout Woutersz. Verduijn, als Lijntgen Eeuwouts ende Wouter Eeuwouts 25-10-00.

    ×   Maertgen Adriaens (Maartje Ariens) Pors , † <1679.
        Dochter van Adriaen Lenaertsz (Adriaen Lenaertsz de Jonge) Pors (?) en Jannetgen Bastiaens Sandweg .
      Otr. op 27-9-1632 in Rotterdam.
      Get. bij het huwelijk: Cornelis Sebastiaensz (Cornelis Bastiaensz) Santwech en Jannetgen Bastiaens Sandweg en Adriaen Lenaertsz (Adriaen Lenaertsz de Jonge) Pors en Willem Wouterse Verduijn .

      Kinderen: Arij, Clement, Bastiaan, Grietje, Neeltje, Lijsbeth, Ariaentje en Hadewij.

      Rotterdam, 27-9-1632:
      - Euwout Woutersz Verduyn, weduwnaar, wonend in het ambacht van Pernis op de Hij, toekomstige bruidegom, vergezeld van zijn broer Willem Woutersz Verduyn, en
      - Maertgen Adriaensdr Pors, toekomstige bruid, wonend in het ambacht van Charlois in gezelschap van haar vader Adriaen Leendertsz Pors en moeder Jannetgen Bastiaensdr Sandweg en oom Cornelis Bastiaensz Sandwech.
      Zij maken hun huwelijkse voorwaarden over uit te keren geld, huis met inboedel gelegen over de dijk in Pernis en 6 mergen weiland in d’ Eyfel of Deyfel.

      Schiedam, 2-5-1650: ijntgen Eeuwoutsd. Verduijn, won. op de Pernisse Sluijs, Overmaes, verklaart dat zij verleden jaar 1649, omtrent de Schiedamse Varckemarckt, heeft gewoond ten huize van Maertge Aryensd., wed. van Eeuwout Woutersz. Verduijn. haar stiefmoeder wonende mede onder de ban van Pernis. Zij heeft geholpen een inventaris te maken van de boedel van de vz. Verduijn.

      Schiedam, 28-01-1652: Gifte geboden van 7 gemet land, in de polder van Rhoon, aan de noordzijde van de Pernisseweg in het oudeland van Poortugaal, door Maartje Ariens, weduwe van Ewout Woutersz. Verduijn, in zijn leven schout van Pernis, verkocht aan C.J. van Esch te Rhoon.

      Op 24-2-1652 in Poortugaal comp. Maartje Ariens, weduwe van Ewout Woutersz. Verduijn. in zijn leven schout van Pernis geweest, wonende op de Heijde onder Pernis, geassisteert met Leendert Ariensz. Porre, wonende Charlois, haar broer en gekozen voogd in deze en transporteert op Cornelis Jacobsz. van Esch, wonende Rhoon van 7 gemet zaai en weiland, genaamd de “Broodkist” in de polder de Roon aan de oostzijde van de Pernisserweg, belend W. de voorsz. weg, N. Bastiaan Claasz. Spruijt met zijn 10 gemet leenland, O. Cornelis Jansz. de Raadt tot Rotterdam en Z. Cornelis Jacobsz. van Esch zelf.

      Maertgen Adriaensdr Pors, weduwe van Eeuwout Woutersz Verduyn, wonend op Pernis, principaal, en Leendert Adriaensz Pors, wonend in Schairlois als borg, hebben zich op 17-6-1652 in Delfshaven borg gesteld voor alle lasten van de boedel van Eewout Woutersz Verduyn, ten behoeve van Witte Eewoutsz Verduyn, mondige erfgenamen van Eewout Woutersz, en beloven de erfgenamen van alle namaningen te vrijwaren.

      Poortugaal, 28-1-1652: gifte geboden van 7 gemet land, in de polder van Rhoon, aan de noordzijde van de Pernisseweg in het oudeland van Poortugaal, door Maartje Ariens, weduwe van Ewout Woutersz. Verduijn, in zijn leven schout van Pernis, verkocht aan C.J. van Esch te Rhoon.

      Schiedam, 14-3-1653: Leendert Ariensz. Pors wonende Overmaas onder Charlois borg voor Maertgen Ariensdr., weduwe Eeuwout Woutersz. Verduijn, schout van Pernis, zijn zuster voor de betaling van twee obligaties van 28-7-1652 met de verlopen rente als Maertgen Ariensdr. en Maertgen Woutersdr. en de kinderen van Neeltgen Hubrechtsdr. schuldig zijn.

      Maertjen Ariensdr. weduwe van Eeuwout Woutersz. Verduijn, wordt vermeld op 28-3-1654 in Pernis bij een belending.

      Schiedam, 25-1-1659: Pieter du Bois verklaart in 1656 te hebben belegd op Maritgen Ariensdr., weduwe en boedelhoudster van Eeuwout Woutersz. Verduijn, wonende Pernis, en haar borg te zijnen behoeve en van Catharina Sluijs weeskind van Wijvetgen du Bois geprocureerd bij Marinus Sluijs 1100 gld tegen 5% per jr, breder vermeld in de brief verleden voor schout en schepenen van Pernis van 26-01-1655, in welke rentebrief hij verklaart niet meer dan 100 gld te competeren, welke 100 gld hij nu overdraagt aan de voorsz. Catharina Sluijs en waarvan hij voldaan is.

      ’s-Gravenambacht, 18-9-1661: [Feijs Meesz. Palsrock substituut-schout, Leendert Huijbrechtsz. Visscher en Bastiaen Cornelisz. Loosje schepenen]:
      Schout en schepenen van ’s Gravenambacht hevven ten verzoek van de heren rentmeesters Wilhem Canter en Johan Versijll vanwege haar heren meesters en principalen getaxeerd de navolgende partijen van landen gelegen in ’s Gravenambacht. Eerst 16 gemeten 93 roeden land gelegen in het Hijse Landeke daar bruikster van is de weduwe van Eeuwout Woutersz. Verduijn. Nog 2 gemeten 237 roeden boesemland gelegen als voren daar mede bruikster van is de voorsz. weduwevan Eeuwout Woutersz. Nog 2 gemeten 208 roeden land gelegen als voren daar bruiker van is Gabriel Jansz. Nog 6 gemeten 15 roeden 7 duimen land gelegen in de Kiesheid daar bruiker van is Feijs Meesz. Palsrock.

      ’s-Gravenambacht, 27-2-1666: Leendert Arijensz. Pors en Jacob van Bijemond secretaris van Poortugaal, als beneffens Jacob Verschoor bij schout en gerecht van Pernis gestelde curatoren over de desolate en geabandonneerde boedel van Maritjen Arijens weduwe van Eeuwout Wouterz. , zowel voor haar zelf als voor voorsz. Verschoor, hebben getransporteerd aan Cornelis Bastiaensz. de Vette 4 gemeten land gelegen in Kiesheid in ’s Gravenambacht. Voor 425 gld. voor ieder gemet, bedragende 1700 gld. boven het rantsoen van 1 stuiver op iedere gulden.

      Schiedam, 9-7-1678: Clement Eeuwoutsz. Verduijn, Lijsbet Eeuwoutsz. Verduijn, bejaarde Ariaentje Eeuwoutsd., Aryen Eeuwoutsz. Verduijn, Hadewy Eeuwoutsd.. alle won. op de Hijde. kinderen van Eeuwout Woutersz. Verduijn en Maritge Aryends., beide overleden, machtigen Oloff Gerritsz. Keyzer getr. met Neeltje Eeuwoutsd. te vorderen van Jacob van Byemont, schout en secretaris van Portugaal.
      Overl. tussen 1667 en 1680.

    11 kind(eren)


  5. Willem Wouterse Verduijn , * >1580 , † 1646 .
    Willem Wouterse trad op als getuige bij de ondertrouw van Eeuwout Wouterse Verduijn .

      Willem was Schepen en Kerkmeester van Charlois.

      Lauris Crijnen, voogd van de weeskinderen van Mathijs Crijnen en Stijntje Andries, te weten Huich Thijsen en Maartje Thijsen, procuratie hebbende van Hendrik Witte Suijthoek, wonende te Strijen, als gesubsitueerd voogd van deze weeskinderen,
      verkoopt op 10-5-1624 in Charlois een gedeelte van 4 morgen, 2 hond land in het kerkblok. De koper is Willem Wouterse Verduin. Borgen zijn Adriaan Lenertse Smitshoek en Cornelis Wouterse Verduin.
      Voornoemde borg Adriaan Lenertse Smitshoek was getrouwd met Lijgje Wouterse Verduijn.

      Charlois, 20-3-1627: Pieter Cornelisz. molenaer, onze inwoner, heeft getransporteerd aan Willem Woutersz. Verduijn, mede onze inwoner, omtrent 1 morgen 529 roeden land in Charlois in het Griffioenblok.

      Charlois, 2-12-1628: Cornelis Woutersz. en Willem Woutersz. Verduijn voor haar zelf en nog vervangende haar mede erfgenamen, allen als kinderen en erfgenamen van Wouter Heijndricksz. Verduijn zaliger, hebben getransporteerd aan Willem Michielsz. Verschoor, onze inwoner, een huis en erf op het dorp van Charlois voor de kerk.

      In september 1629 werden de bieraccijns van Charlois voor een halfjaar verpacht aan Pieter Hendrikse Verboom met Willem Wouterse Verduijn.

      Charlois, 15-3-1630: Lauris Crijnen, onze inwoner als voogd, en Heijndrick Wijten smith,
      wonende tot Strijen, als gesubstitueerde voogd van de jonge kinderen van Matijs Crijnen en
      Stijntgen Adriaensdr. met name Huijch en Maeijcken Tijssen hebben getransporteerd aan
      Willem Woutersz. Verduijn onze inwoner omtrent 1100 roeden land gelegen in Charlois in
      het Kerkenblok.

      Euwout en Willem Woutersz werden op 30-5-1630 door hun broer Cornelis Woutersz Verduijn benoemd tot medevoogden over zijn kinderen.

      Willem Wouterse Verduijn betaalde 2-0-0 schoorsteengeld in Charlois.

      Rotterdam, 16-4-1639: Willem Wouterss Verduyn, wonende in Saerloos, bekent 800 gld. schuldig te zijn aan de nagelaten weeskinderen van Jan Claess Cuyper. Tot borg stelt zich Cornelis Wouterss Verduyn.

      Charlois, 22-4-1643: Adriaen Cornelisz Huijser en Willem Woutersz. Verduijn, onze inwoners, hebben getransporteerd aan Eldert Jansz., mede onze inwoner, omtrent 1 morgen 1 hond 95 roeden weiland in Charlois in het Abtsblok, wezende geestelijke goederen, wezende de ene helft van 2 morgen 3 hond 90 roeden land, daarvan de Jonge Cornelis Cornelisz. de Man van de wederhelft op heden ook opdracht ontvangen heeft, d.w.z. hij transporteerde zijn deel op dezelfde dag ook aan Eldert Jansz.

      Charlois, 17-10-1646: Willem Woutersz. Verduijn, onze inwoner, heeft getransporteerd aan juffrouw Maria van der Meijde weduwe van de heer Johan van IJck in zijn leven burgermeester van Rotterdam en ontvanger generaal van het college ter admiraliteit aldaar omtrent 7 morgen 70 roeden land zowel wei- als teelland in Charlois. Compareerden mede Adriaen Lenertsz. Smitshouck als oom en bloedvoogd over Jonge Lijntgen Willemsdr. en Pieter Bastiaensz. Cranendoncq getrouwd hebbende de Oudste Lijntgen Willemsdr. dochters van de voorn. Willem Woutersz Verduijn zowel voor hem zelf en mede als voogd over de Jonge Lijntghen Willemsdr. zijn huisvrouwen zuster renuchiëren van hun recht van legaal hypotheek die de voorn. Oude en Jonge Lijntgen Willemsdr. Verduijn wegens haar moederlijke erfenis op dit opgedragen land is competerende.

      In het cohier van de 200e penning, opgemaakt op 2-11-1646, over de staat van personen, wonende te Charlois, staat Willem Wouterse Verduijn aangeslagen voor 3000,-.

      Charlois, 18-12-1655:
      - Cornelis Woutersz. Verduijn, als voogd van Jonge Lijntgen Willemsdr. Verduijn, innocente dochter van zaliger Willem Woutersz. Verduijn en Pietergen Leendertsdr., van vaders zijde, en zich sterk makende voor Arijen Leendertsz. Smitshouck, mede voogd van voorn. Lijntgen Willemsdr., van moeders zijde, mitsgaders nog de voorn. Cornelis Woutersz. Verduijn, als voogd van Arijen Willemsz. en Cornelis Willemsz. Verduijn, nagelaten weeskinderen van de voorn. Willem Woutersz. Verduijn, daar moeder van is Maritgen Cornelis Huijsers, ter eenre, en
      - Jacob Arijensz. Geltelder, als getrouwd hebbende de voorn. Maritgen Cornelis Huijsers, moder van de voorsz. 2 weeskinderen ter andere zijde,
      verklaarden dat de voorsz. Jacob Arijensz. Geltelder in kwaliteit voorsz. eerstelijk aan de voorn. Lijntge Willensdr., vangweg haar moederlijk bewijs, volgens de vertichtingsbrief daarvan bij de voorn. Willem Woutersz. Verduijn, gepasseerd voor schout en schepenen van Charlois op 23-6-1628, per rest nog schuldig is de som van 2300 gld. staande dezelfde brief in het geheel verzekerd op zijn woning met 3,5 morgen land in het Griffiolen Blok en nog op 3,5 morgen land in het Struijs Blok, inhoudende ter som van 5050 car. gld. Daarop zij verklaarden afgelost te zijn een som van 2750 gld. en zulks nog resterende is de voorsz. 2300 gld., dewelke de voorn. Jacob Arijensz. Geltelder belooft te betalen met de interest van voordien. Tot hypotheek zijn voorsz. bouwwoning, bergen en schuren met omtrent 4 morgen 3 hond land, daar de voorsz. woning op staat, als daar annex gelegen in Charlois in het Kerkenblok.
      Verklaarden zij comparanten dat de voorn. Geltelder in kwaliteit voorsz. mede schuldig is aan de voorn. 2 weeskinderen met namen Arij Willemsz. en Cornelis Willemsz. Verduijn, daar moeder van is de voorn. Maritgen Huijsers, ter zake van haar vaderlijk bewijs de som van 1200 gld. volgens de uitkoop bij de voorsz. Cornelis en Eewout Verduijn jegens de weduwe voorn. ggedaan uit kracht van het testament bij de voorn. Willem Woutersz. Verduijn en zijn voorsz. huisvrouw, gepasseerd voor notaris Adriaen van Aller binnen Rotterdam, die Jacob Arijensz. Gelterlder belooft te betalen. tot hypotheek zijn voorsz. woning en land.

      Charlois, 19-9-1658: Jacob Arijensz. Geltelder onze mede schepen voor hem zelf voor de ene helft en Cornelis Woutersz. Verduijn, Pieter Velsenaer, Eeuwout Aertsz. Verschoor en in deze vervangende voor Arijen Cornelisz. Huijser te samen bij testamentaire dispositie gestelde voogden en executeurs over de twee minderjarige kinderen en goederen van zaliger Willem Woutersz. Verduijn en Maertge Cornelisdr. Huijsers, volgens het testament d.d. 22-3-1658 en voor zover nodig geauthoriseerd door het Hof van Holland volgens de akte van authorisatie d.d. 2-9-1658, voor de resterende helft hebben getransporteerd aan de heer Jacob van Vredenburch brouwer in de Bril tot Rotterdam omtrent 6,5 morgen zowel wei- als teelland gelegen in Charlois in twee percelen namelijk in het Oost Duijelblok 3 morgen 2 hond 73 roeden, en nog 3 morgen 89 roeden gelegen in het Kerkenblok.
      Op 16-4-1639 wordt hij nog genoemd als wonende in Saarloos en ook op 17-10-1646. In elk geval is hij overl. vóór 2-12-1646, dus in de periode okt. - dec. 1646 zal hij zijn overl.

    ×   Pietertje Leendertse ( Smitshouck) , † <1629.
        Dochter van Leenaert Adriaensz Smitshouck en Maertge Tijsdr ( Polderdijck) .
      Op 17-10-1646 in Charlois was sprake van de Oude en Jonge Lijntgen Willemsdr. Verduijn wegens haar moederlijke erfgenis. Aanwezig was Pieter Bastiaensz. Cranendoncq, getrouwd hebbende de Oudste Lijtgen Willemsdr. Adriaen Lenertsz Smitshouck was aanwezig als oom en bloedvoogd over Jonge Lijntgen Willemsdr.
      Charlois, 2 juli 1628: Leendert Adriaanse Smitshoek, Adriaan Leendertse, zijn zoon, en Gerrit Cornelisse, zijn zwager, voogden over de weeskinderen van Pietertje Leendertse en Willem Wouterse Verduijn, verkopen kleding van Pietertje Leendertse. Lauris Crijnen van Dijk is collecteur van de boedel.

    × <1647   Maertgen Cornelisse (Maritge Cornelisse) Huijser , † ±1658.
        Dochter van Cornelis Adrijaensz Huijser en Adriana Pleunen (Arijaentgen Ploonen) ( Verschoor) (??).
      Kennelijk hadden zij 2 dochters met de naam Lijntghen: Oudste en Jonge Lijntghen.

      Rotterdam, 5-10-1637:
      Cornelis Adriaensz Huyser, wonend in Charlois, maakt zijn testament en verklaart dat zijn zoon Adriaen Cornelisz Huyser direct na zijn dood zal aanvaarden zijn woning en landen gelegen in Charlois, met 5 mergen land gelegen bij de woning in Dirck Smeeslant en nog 7 hont land gelegen in Charlois in ’t Griffge in een blok met Aert Symonsz, mits hij daarvoor 8200 gld. zal betalen en nog 2000 gld. door hemzelf in te houden.
      Uit deze gelden zal hij aan Adriaentge Cornelisdr Huyser een jaar na zijn dood 4200 gld. betalen, het jaar daarna aan Willem Woutersz Verduyn, man van Maertge Cornelisdr Huyser, 2000 gld. Adriaentgen Cornelis zal daarnaast nog 5 mergen land verkrijgen nl. in ’t Capellenblock, Herslant en bij de woning van Bastiaen Heyndricxsz. Hij benoemt tot zijn erfgenamen Adriaen Cornelis Huyser, Maertge en Adriaentge Huyser.

      Rotterdam, 11-6-1647: Maertge Cornelisdr, weduwe van Willem Woutersz Verduyn, met haar broer Arien Cornelisz Huyser en haar zwager Cornelis Woutersz Verduyn, allen wonende te Charlois, als borgen, verklaren 1.200 gld. schuldig te zijn aan Adriaen van Berckel en Jan Woutersz van der Schoot, als voogden en Maria van der Meyde, als oppervoogdes over Margrieta van IJck, dochter van Johan van IJck, ontvanger.

      Rotterdam, 18-2-1648: Maritgen Cornelis Huysers, weduwe van Willem Woutersz Verduyn, wonende in Zaarloys, geassisteerd door haar zwager Pieter Velsenaar, wonende in
      Roon, sluit een uitkoop-overeenkomst met
      Eeuwout Woutersz Verduyn, wonende in
      Pernis.

      Rotterdam, 8-3-1648:
      Huw. voorw. tussen Jacob Aryens Gelttelder, j.m. van Charlois, met Marrigje Cornelis, wedu van Willem Wouters Verduyn, mede van Charlois.

      Charlois, 27-4-1648: Andries Matijsz., onze inwoner, heeft getransporteerd aan Jacob Adriaensz. Geltelder, getrouwd hebbende Maertgen Cornelisdr. Huijser, weduwe van Willem Woutersz. Verduijn, omtrent 1 morgen 1 hond 33 roeden land in het Kerkenblok in Charlois. Deze transporteert weer door aan Maertgen Woutersdr. Verduijn, weduwe van Jaeffhet Cornelisz.

      Maritge Cornelisse Huijser, huisvrouw van Jacob Arijense Geltelder benoemt hare 2 kinderen, Arij Willemse Verduijn en Cornelis Willemse Verduijn, bij haar verwekt door Willem Wouterse Verduijn, haar vroegere echtgenoot, tot universele erfgenamen van haar vermogen. Voorts benoemt zij Arijen Cornelisse Huijser, Cornelis Wouterse Verduijn, Pieter Gerritse Velsenaar en Eeuwout Aertse Verschoor tot voogden van haar kinderen. De akte is opgemaakt op 22-3-1658 in tegenwoordigheid van Dirk Krijnen Huijser en Pouwels Bastiaense Bijdemolen, schepenen van Charlois, en secretaris Dirk Cornelisse van der Spuij.

      Charlois, 20-1-1663: Jacob Arijensz. Geltelder, als in huwelijk gehad hebbende Maertgen Cornelisdr. Huijser, die weduwe was geweest van Willem Woutersz. Verduijn, beloofde de 2 nagelaten kinderen van de voorn. Maertgen Huijsers voorn., namelijk Arij Willemsz. en Cornelis Willemsz. Verduijn, te zullen bevrijden van alle schulden die iemand zou mogen hebben te pretenderen tot last van de boedel en nagelaten goederen van de voorn. Willem Woutersz. Verduijn en Mertgen Cornelisdr. Huijsers, beide zaliger.
      In 1658/1659: "Ontfangen van Jacob Arijensz Geltelder van dat sijn huijsvrouw, Maertgen Cornelis Huijsers, int hoochkoer begraven is".

    4 kind(eren)


  6. ? Marigje Wouterse Jongen (Jonge Maertgen Wouters) Verduijn , * ±1585 , † Rotterdam, Charlois 12-1649 .

      Jonge Maertge Woutersd.

      Japhet Cornelisse, als getrouwd hebbende Marigje Wouterse Jongen, werd vermeld in 1626. Japhet Cornelisz, als man ende voocht van Jonge Maertgen Woutersdr., wordt ook vermeld in 1627. Zij was een kind van "Heijndrickxz Verduijn ende Lijntgen Eeuwouts, sijne tweede huijsvrouwe, beijde saliger".

      Charlois, 29-7-1626:
      - Ewout Wouterse Verduijn,
      - Dirck Wouterse Verduijn,
      - Willem Wouterse Verduijn,
      - Cornelis Wouterse Verduijn,
      - Japhen Cornelisse, als getrouwd hebbende Marigje Wouterse jongen,
      - Pieter Janse de Raat, als getrouwd hebbende Elisabeth Wouterse,
      - Adriaan Lenertse Smitshoek, als getrouwd hebbende Lijgje Wouterse,
      - Juibert Janse Ruiter, als getrouwd hebbende Marigje Wouterse ouden,
      - Joop Pieterse als getrouwd hebbende de dochter van Nelletje Wouterse,
      - Krijn Hendrikse, Abraham Hendrikse, Isaak Hendrikse en Dammis Pieterse, als getrouwd hebbende Marigje Hendrikse, kinderen van Hendrik Wouterse Verduijn en Lijntje Ewoutse,
      allen erfgenamen van Wouter Hendrikse Verduijn en Maartje Cornelisse, verkopen te velde staand gewas in Varkensoord, karnemelksland in het griffioenblok, het struisblok, de lage boezem en in de hoge boezem.

      Zij woonde in 1645 op het tolhuijs te Katendrecht. Zij was een dochter van Wouter Heijndricksz Verduijn, landbouwer, en Lijntgen Eeuwouts Verchoor.

      Op 2-12-1645 in Rotterdam was Maritgen Wouters, weduwe van Japhet Cornelisz wonende op het Tolhuys te Overmaes, borg voor Aert Jacobsz., zeijlmaecker.

      Charlois, 27-4-1648: Andries Matijsz., onze inwoner, heeft getransporteerd aan Jacob Adriaensz. Geltelder, getrouwd hebbende Maertgen Cornelisdr. Huijser, weduwe van Willem Woutersz. Verduijn, omtrent 1 morgen 1 hond 33 roeden land in het Kerkenblok in Charlois. Deze transporteert weer door aan Maertgen Woutersdr. Verduijn, weduwe van Jaeffhet Cornelisz.

      Charlois, d.d. 29-1-1659: Sr. Aert van der Stolck coopman tot Rotterdam als getrouwd hebbende Hadewijtge Cornelisdr., een dochters dochter van Jaephet Cornelisz. en Maertgen Woutersdr. haar overleden grootvader en grootmoeder beide zaliger, heeft getransporteerd aan de heer Joan Aelbrechtsz. de Haes wonende tot Rotterdam omtrent 2 morgen 1 hond weiland gelegen in Dirck Smeetsland onder Charlois.
      Overl. tussen 4-12- en 31-12-1649.

    × ±1605   Japhet Cornelisz (Jaeffhet Cornelisz) Westduel , * ±1575 , [] Rotterdam, Charlois ±3-10-1644.
        Zoon van Cornelis Jafette (Cornelis Japhetsz) Westduel en NN. .
      Kinderen: Floris, Heijndrick, Aert, Hadewij, Leentgen, Nelletge, Ingetje en Cornelis.

      Jaephet Cornelisz. Westduel, ook genaamd Westduul of Westduyl. Hij is een zoon van Cornelis Japhetsz.

      Rotterdam, 30 juni 1637: Testament.
      Japhet Cornelisz en zijn vrouw Maertge Woutersdr Verduyn, won. in Overmaes op het Tolhuys, benoemen elkaar tot erfgenaam met uitsluiting van de weeskamer. Zij vermaken 2000 gld, een bed en 200 gld voor de uitzet aan elk van hun kinderen, wat Hadewij Japhetsdr, vrouw van Cornelis Danielsz van Driel, hun dochter, al genoten heeft.

      Rotterdam, 14-1-1650:
      Hadewytgen Cornelis, jonge bejaarde dochter, benoemt in dit testament familieleden van haar moederszijde tot algemeen erfgenaam, en wel ieder voor een gelijk deel in haar nalatenschap. Familie van vaderszijde krijgt een legaat van 1.100 gulden om gelijkelijk te verdelen. In beide gevallen gaat bij overlijden van een erfgenaam dat deel naar diens kinderen.
      Genoemde erven zijn de ooms en moeien: Floris-, Heyndrick-, Aert-, Cornelis-, Leentgen-, Nelletge- en Ingetge Japhets (familie van moeder Hadewij Japhets; haar vader is Cornelis Danielse van Driel).

      Rotterdam, 24-7-1658:
      Aert Japhets, Pieter Cornelisz Kouwenhoven, Leendert Cornelisz Groot, Heijndrick Pieters Bijkercq en Aert Verstolck, allen erfgenamen van Japhett Cornelisz en Maritgen Wouters Verduijn, en Fleuris en Heijndricq Japhets, machtigen Cornelis Japhetts Schoutt van Cathendrecht om hun tegoeden te innen.
      Functie: Schepen van Charlois van 1611 tot 1611

    8 kind(eren)


  7. Cornelis Wouterse Verduijn , * ±1597 , [] Rotterdam, Charlois 1-1-1673.
    Cornelis Wouterse trad op als getuige bij de ondertrouw van Heinderick Pietersen Bijkercke (?) .
      Cornelis Wouters Verduyn, oud-schepen van Chairlois, nu heemraet van Karremelxlant, 49 jaar, wordt vermeld op 6-11-1646 in Rotterdam.

      Cornelis Wouters Verduijn was de jongste zoon en erfde de hofstede te Charlois.

      Charlois, 12-1-1632: Rekeninghe bewijs van Lenert Schilperoort, Bastiaen Adriaensz. Hoosge ende Cornelis Woutersz Verduijn als kerckmeesters van Charloijs.
      Cornelis Woutersz Verduijn, Harman Clementsz Pors Eeuwout Aerts, schepenen van Charlois, worden op 12-1-1632 in Charlois genoemd.

      Op 10-5-1624 in Charlois wordt Cornelis Wouterse Verduin genoemd als borg voor Willem Wouterse Verduin, die toen land kocht in het kerkblok.

      Wouter Henricxss Verduyn, won. te Charlois, herroept alle voorgaande testamenten op 11-7-1626 in Rotterdam en bepaalt dat zijn jongste zoon Cornelis Wouterss Verduyn de hofstee met berg, schuur, boomgaerden en 1 morgen land zal erven; bovendien nog 16 morgen land, dat deels naast het huis gelegen is aan de westzijde. Het land is met 12 pond per jaar t.b.v. het weeshuys belast.8 morgen land worden ten noordoosten begrensd door Dirck Witten, ten zuidoosten door de gemenelantswech, ten zuidwesten en ten noordwesten door de watering en de weg of de erfgenamen van Aert Euwoutss. 1 morgen is gelegen in de Hille tegenover het slop van de woning en 3½ morgen in het Caremelckslant waarvan Dirck van der Wolff, advocaet, eigenaar is. Zoon Cornelis zal zijn zusters en broeders een vergoeding betalen van totaal 10.500 gld.

      Charlois, 2-12-1628: Cornelis Woutersz. en Willem Woutersz. Verduijn voor haar zelf en nog vervangende haar mede erfgenamen, allen als kinderen en erfgenamen van Wouter Heijndricksz. Verduijn zaliger, hebben getransporteerd aan Willem Michielsz. Verschoor, onze inwoner, een huis en erf op het dorp van Charlois voor de kerk.

      In 1629 was Cornelis Woutersz. Verduijn mede schepen van Charlois. In 1631 was Cornelis Woutersz. Verduijn kerckmeester en schepen van Charloijs.

      Carel Uyttenhoeve, heere van Reynesteyn, man en voogd van Sandrina van Tuyl van Seroskercken, machtigt op 30-8-1634 te Rotterdam Willem Carter, rentemeester wonend in Sgraevenhaege, om voor het gerecht van West-Iselmonde 24 morgen land over te dragen aan o.a.
      - Sebastiaen Pietersz Cranendonck;
      - Cornelis Woutersz Verduyn;
      - Adryaen Gerritsz Boots;
      - Willem Leendersz Aryswager;
      allen wonend onder Iselmonde.
      Het land is gelegen in Verckensoort onder West-Iselmonde.

      Rotterdam, 14 juni 1636: Cornelis Woutersz Verduyn en Bastiaen Pietersz bij de Meulen, beiden wonend te Charlois, zijn beide schuldig aan en elkaars borg voor deze schulden aan Mr. Antonis Willemsz, doctor in beyde rechten: resp. voor 1100 gulden en 1000 gulden.

      Op 4-1-1639 wordt Cornelis Woutersz Verduijn als schepen te Charloos vermeld.

      Rotterdam, 27-2-1646:
      Euwout Woutersz Verduyn, schout te Pernis, zijn zoon With Woutersz Verduyn, zijn broer Cornelis Woutersz Verduyn, wonende in Chairlois, en de schoonvader van zijn zoon Meyndert Ariesz Calckman, coopman, bekennen 2.500 gld. schuldig te zijn aan Willem Jansz van Bergen, brandewijnbrander.
      Onder aan de akte is vermeld dat With Woutersz Verduyn alleen de 2.500 gld. gebruikt heeft en de anderen daarom vrij stelt van terugbetaling.
      In de marge is vermeld dat op 24-04-1652 de obligatie is afgelost en de kwitantie is getekend door Susanna Balde, vrouw van Willem Jansz van Bergen.

      Charlois, 17-10-1646: Cornelis Woutersz. Verduijn, onze inwoner, heeft getransporteerd aan Bastiaen Adriaensz. Hoosgen, mede onze inwoner, omtrent 1 morgen 3 hond 70 roeden bosem land in Charlois in het Kerkenblok in de Lage Bosem.

      Leendert Aelbrechtsz Ruyter, jonge man oud 17 jaar, geboren in Barendrecht, verklaart op 20-12-1647 in Rotterdam dat hij ongeveer 11 jaar is opgevoed en onderhouden door Cornelis Woutersz Verduyn.
      In verband met zijn reis naar Oostindien met het schip waarop schipper is Cornelis Leendertsz Blau, benoemt hij Verduyn tot erfgenaam.

      Cornelis Wouters Verduijn en zijn vrouw Grietge Ariens, wonende te Cherloijs, benoemen elkaar tot erfgenaam en voogd met uitsluiting van ieder ander op 9-6-1648 in Rotterdam.

      Thomas van der Helm, secretaris van Beuckelsdijck, Blommersdijck en het eyland(!) van Cool, legt op verzoek van Cornelis Woutersz Verduijn een verklaring af op 5-5-1651 te Rotterdam bij notaris Adriaan Kieboom:
      Hij zegt op 11-10-1649 thuis geweest te zijn bij Pieter Pietersz Clemens, tijdens zijn leven vendumeester, en dat hij namens Verduyn met Clemens overeengekomen is dat er 19 oktober 36 vette beesten verkocht zouden worden op bepaalde betalingsvoorwaarden.

      Cornelis Wouterse Verduijn. lage waersman van Charlois vant gemeenlants slop betaalde 0-12-0 aan de kerk van Charlois rond 1646. Cornelis Wouterse Verduijn betaalde 2-0-0 schoorsteengeld in Charlois. Het cohier van de 1000ste en 200ste penning van Charlois van 27-12-1660 vermeldt Cornelis Wouterse Verduijn.

      Rotterdam, 8-12-1651: Cornelis Woutersz Verduyn, wonend Overmaes in de jurisdictie van Charlois, die met Lauris Bastiaensz, wonend in Catendrecht borg is voor Pieter Jansz Winter t.a.v. een obligatie die deze als debiteur ten behoeve van Jan Leendertsz Schouten, notaris en procureur heeft gepasseerd, verzoekt deze notaris zich te wenden tot Dirck Pelt, advocaet of zijn moeder, die beweren eigenaars van deze obligatie te zijn, om hen te vragen hoe zij aan deze obligatie zijn gekomen. Deze antwoordt dat hij verwonderd is over de koppigheid van de insinuant, aangezien hij wel weet aan wie hij de betaling heeft gedaan.

      Rotterdam, 13-1-1654: Pieter Cornelisz Couwenhove, man van Leentge Jafette, Aert Jafet/Jaephet, Cornelis Wouters Verduijn, als voogd over Nelletge en Ingetge Jafette. Zij zijn erfgenamen van Henrick van Jafette, machtigen Cornelis Jafette, schout te Catendrecht, om van Jacob Besemer, coorencooper, het geld te vorderen dat zij van hem tegoed hebben.

      Ridderkerk, 13 mei 1655: Gerrit Jacobsz Boer te Lekkerkerk heeft tot voogd over zijn eventueel na te laten onmondige kinderen benoemd: Cornelis Woutersz Verduijn te Charlois en Herman Loheman, predikant in Hendrik Ido Ambacht, respectievelijk zijn zwager en behuwd neef.

      Cornelis Woutersz Verduijn te Charlois verklaart de schuldbrieven betreffende de verkoop van nog te velde staande tarwe- en vlaszaden d.d. 25-06-1657 ter waarde van 140 gld. en 5 st. te hebben getransporteerd t.b.v. Johan Ondaes de Jonge. Deze laatste verklaarde voor Schout en Schepenen van Charlois een bedrag van 1090 gld. ontvangen te hebben.

      Een kind van Cornelis Wouters Verduijn werd op 2-10-1665 in Charlois begraven.

      Rotterdam, 13 mei 1655: Gerrit Jacobsz Boer te Lekkerkerk heeft tot voogd over zijn eventueel na te laten onmondige kinderen benoemd: Cornelis Woutersz Verduijn te Charlois en Herman Loheman, predikant in Hendrik Ido Ambacht, respectievelijk zijn zwager en behuwd neef.

      Op 27-9-1665 werd in Ridderkerk voor notaris Engelbrecht Cornelisz van der Grijp een verklaring afgelegd:
      Haefje Arijense, weduwe van Arijen Arijense Baes, dijkgraaf te Ridderkerk, Arijen Arijense Baes de jonge, Cornelis Janse Baes en Arijen Jacobse Vinck, allen wonende te Ridderkerk verklaren op verzoek van Arijen Jacobse van der Zegen en Cornelis Wouterse Verduijn, Gerrit Bijvelt, schout van Maasland en Willem Jacobse Lems, als voogden van de minderjarige kinderen van Jacob Gerritse van der Zegen zaliger, hoogheemraad te Ridderkerk, als erfgenamen van Gerrit Jacobse hun grootvader, gewoond hebbende te Lekkerkerk, dat de 5 mergen naast de Grasdijk van de 12 mergen, 5 hout land gelegen in Nieuw Reijerwaard toebehoord hebbende aan Gerrit Jacobse en nu aan de requiranten en die nu in het bezit zijn van Signeur Adriaen Ambrosius, buiten diens weten het vrije uitpad over de landen van Ambrosius tot de Grasdijk hebben gehad in de vorm van de Damsteeg.
      In het cohier van de 200e penning, opgemaakt op 2-11-1646, over de staat van personen, wonende te Charlois en aangeslagen op een vermogen van 2000 pond of meer, staat Cornelis Wouterse Verduijn vermeld voor 5000-.

      Maritge Cornelisse Huijser, huisvrouw van Jacob Arijense Geltelder benoemt hare 2 kinderen, Arij Willemse Verduijn en Cornelis Willemse Verduijn, bij haar verwekt door Willem Wouterse Verduijn, haar vroegere echtgenoot, tot universele erfgenamen van haar vermogen. Voorts benoemt zij Arijen Cornelisse Huijser, Cornelis Wouterse Verduijn, Pieter Gerritse Velsenaar en Eeuwout Aertse Verschoor tot voogden van haar kinderen. De akte is opgemaakt op 22-3-1658 in tegenwoordigheid van Dirk Krijnen Huijser en Pouwels Bastiaense Bijdemolen, schepenen van Charlois, en secretaris Dirk Cornelisse van der Spuij.

      Charlois, 28-7-1662: Cornelis Woutersz. Verduijn, oud schepen van Charlois en onze
      inwoner, heeft getransporteerd aan de heer Arnout Hofflant wonende tot Rotterdam 6 morgen 5 hond 83 roeden land, te weten omtrent 3 morgen teelland en voorts weiland, daarin gelegen is een klein boomgaardhe hetwelk mede in dezelve is begrepen, alles leggende benoorden aan de woning van de comparant in Charlois in het Struijsblok. Het land is voorn. Cornelis Verduijn aangekomen bij testament van zijn vader zaliger Wouter Heijnderxsz. Verduijn d.d. 11-7-1626 gepasseerd voor notaris Adriaen Cieboom binnen Rotterdam in mindering van zijn vaderlijke erfenis, welke voorn. zijn vader hetzelve ten huwelijk had gehad van Hadewijtgen Aertsdr. zijn huisvrouwen moeder zaliger.

    ×   Geertruijt Gerritsdr , † <1631.
      Otr. op 20-7-1629 .
      Huwelijksvoorwaarden gesloten op 20-7-1629. Zij kregen een dochter Geertruijt, die naar haar moeder werd vernoemd, die wsl. in het kraambed al is overleden.

      Cornelis Woutersz Verduyn en zijn vrouw Geertruyt Gerritsdr maken een testament op 30-5-1630 in Rotterdam. Zij herroepen de huwelijkse voorwaarden gesloten op 20-7-1629. Zij benoemen elkaar nu opnieuw wederzijds tot erfgenaam. Zij vermaakt haar klederen van linnen en wollen, en juwelen van goud en zilver aan haar jongste zuster Neeltge Gerritsdr.
      Indien hij na haar overlijden ongehuwd blijft, vermaakt hij aan de kinderen een bedrag van 6.000 gulden. Als hij hertrouwt een bedrag van 7.000 gulden.
      Als Cornelis Woutersz de langstlevende is zal hij aan de erfgenamen van zijn vrouw 6.000 gulden uitkeren.
      Als Geertruyt de langstlevende is zal zij aan de erfgenamen van haar man 10.000 gulden uitkeren.
      Behalve dat zij elkaar tot mede voogden benoemen, worden tot mede voogden benoemd Euwout en Willem Woutersz, zijn broers, en haar vader.
      Geertruijt Gerritsd. is overl. in of vóór 1630.

      Charlois, 1-7-1652: Cornelis Woutersz. Verduijn, onze inwoner, verklaarde also Geertruijt Verduijn, enige voordochter vna Cornelis Verduijn, en de heer Hermanus Loheman, predikant in Hendrik-Ido-Ambacht en doctor in de medicijnen, haar tegenwoordige man, zich van haar mederlijke goed niet tevreden waren met de som van 7000 gld. en de waarde van de klederen en kleinoden ten lijve van haar moeder gehoord hebbende en bij hem gepresenteerd die hij comparant volgens het testament van zijn vorige huisvrouwe, Geertruijt Gerritsdr. zaliger, aan haar zoude hebbe moeten uitriken. Hij transporteert daarop aanvullend nog enige percelen land.

    × Rotterdam 13-12-1639   Grietgen Ariaens (Grietgen Arijens) , * ±1610 .
      Otr. op 19-11-1639 in Rotterdam.
      Met attestatie van Charloos.

      Rotterdam, 19-11-1639:
      - Cornelis Woutersz Verduyn, weduwe[naar], bruidegom, en
      - Grietge Ariensdr, bejaardedochter.
      Zij maken een contract van huwelijkse voorwaarden. De bruid brengt goederen in, beschreven in een staat gemaakt voor secretaris van Golen te Iselmonde.

      Cornelis Wouters Verduijn en zijn vrouw Grietge Ariens, wonende te Cherloijs, benoemen elkaar tot erfgenaam en voogd met uitsluiting van ieder ander op 9-6-1648 in Rotterdam.

      Grietgen Aryens, vrouw van Cornelis Wouters Verduyn, te Sairlois, 48 jaar, en Pieter Maertens Coninck, kruyer of arbeyder aan de straet, 37 jaar, leggen een verklaring af op 22-4-1659 in Rotterdam op verzoek van mr Hugo van Rijck, advocaet te Schiedam. Op 17-10-1658 hebben zij op de Korte Kipstraet achter de brouwerie van de Druyff bij de Schiedamse marctschuyt voor rekening van van Rijck boter en kaas besteld. Het biljet hebben zij aan een jongen aldaar afgegeven.

    6 kind(eren)


  8. Lijgje Wouters (Leijtgen Wouters) Verduijn , * <1605 .

      Adriaen Leendertsz Smitshouck en zijn vrouw Leychge Woutersdr Verduyn maakten een testament op 6-2-1646 in Rotterdam bij notaris Adriaan Kieboom. Zij benoemen elkaar tot erfgenaam met voorzieningen voor hun kinderen. De langstlevende zal aan de kinderen een stuk land van 8 morgen vermaken, of een bedrag van 6.000 gulden. Het stuk land is belend ten noorden door Cornelis Verduyn, ten oosten en westen de Cromme Santwech, en ten westen de erfgenamen van Aert Euwoutsz.

      Charlois, 12-7-1656: Arije Leendertsz. Smitshouck, als man en voogd van Leijchje Woutersdr., onze inwoners, verklaarde met zijn dochter Lijntgen Arijensdr., getrouwd zijnde met Heijndrick Dircksz. Jongedijckgraeff uit Barendrecht, ten huwelijk te hebben beloofd en gegeven zekere omtrent 8 hond land gelegen in Charlois in het Abtsblok.

    × <1647   Adriaen Leenderts Smitshouck , † <1611.
        Zoon van Leenaert Adriaensz Smitshouck en Maertge Tijsdr ( Polderdijck) .
      Kinderen: Pietertien, Maijken en Lijntgen.

      Adriaan Lenertse Smitshoek, als getrouwd hebbende Lijgje Wouterse.

      Leendert Adriaanse Smitshoek, Adriaan Leendertse zijn zoon en Gerrit Cornelisse zijn zwager, voogden over de weeskinderen van Pietertje Leendertse en Willem Wouterse Verduijn, verkopen op 2-7-1628 in Charlois kleding van Pietertje Leendertse. Lauris Crijnen van Dijk is collecteur van de boedel.

      Adriaen Lenertsz Smitshouck werd op 17-10-1646 in Charlois genoemd als oom en bloedvoogd over Jonge Lijntgen Willemsdr. Verduijn.

      Op 12 j u l i 1656 transporteerde Arij Leendertsz- Smitshouck, man van Leijchje Wouters, ca. 8 hont land in het Abtsblock te Charlois aan zijn dochter Lyntjen en haar man Hejndnck Ducxzjongendijckgraeff uit Barendrecht.

      Willem Dircxse, als getrouwd hebbende Maria Ariens Smitshouck, transporteerde op 5 aug. 1662 7 gemeten bouwland i n Oud-Pendrecht voor ƒ 1922 aan Sr Cornelis Jacobsz Beijde, koopman te Rotterdam. Dit land had hij van zijn schoonvader Anjen Leendertsz. Smitshouck ten huwelijk ontvangen.

      Huijch Dircxz. Jongedijckgraef, getrouwd met Pieterige Arijens Smitshouck, Willem Dircksz-, getrouwd met Maritgen Arijens Smitshouck, en Cornelis Woutersz. Verduijn, als voogd over de onmondige kinderen van Lyntgen Arijens Smitshouck, kinderen en erfgenamen van Arij Leendertsz- Smitshouck en Leijtge Wouters, transporteerden op 8 juni 1668 drie vierde parten in een huis en erf op Smitshoek voor 500 Car gld. aan mede-erfgenaam Heijndnck Dircx Jongedijckgraeff.

      Een transportakte gedateerd 10 maart 1672 noemt echter weer Huijch en Willem Dircxz. - voor hen zelf en
      mede voor hun broeder Heijndnck Dircxz. - als erfgenamen van Arij Leenderts Smitshouck en Leijchtie Wouters. Uit deze akte blijkt wel dat de drie gebroeders Jongendijckgraef waren getrouwd met drie zusters Smitshouck.
      OVerl. in of vóór 1610; in 1610 verkochten zijn erfgenamen zijn smederij.

    3 kind(eren)


Samengesteld door Joan Bos.
Voor meer informatie zie de introduktie of de FAQ.