Cornelis Adriaense (Cornelis Ariens) van Tilborgh , *’s-Grevelduin-Capelle ±1648 , ~’s-Grevelduin-Capelle 14-2-1649 , † <1699.
Zoon van Adriaen Wouters (Arien Wouterssen) (van Tilborgh) en Toniske Cornelisse Seeu .
Get. bij de doop: Theuniske Corsten (?) .



× ’s-Grevelduin-Capelle 16-12-1674 (otr ’s-Grevelduin-Capelle 23-11-1674)
    Teuntje Peters (Tonisken) Timmer , *’s-Grevelduin-Capelle 1649 , ~’s-Grevelduin-Capelle 5-12-1649 , † <1699.
Kinderen:
  1. Theuneske (Teuniske Cornelis) van Tilborgh , * 1675 , ~’s-Grevelduin-Capelle 24-11-1675 .


  2. Marike Cornelisse van Tilborgh , *’s-Grevelduin-Capelle ±1676 , ~’s-Grevelduin-Capelle 3-3-1677 , † 4-1742 , [] ’s-Grevelduin-Capelle 16-4-1742.

    × ’s-Grevelduin-Capelle 5-2-1696   Jan Janse Boudewijns , [] ’s-Grevelduin-Capelle ±24-6-1702.
        Zoon van Jan Gerritsen (Jan Geerts) Boudewijns en Dingena Adriaanse (Dingetgen Adriaens) Rombouts (??).
      Otr. op 14-1-1696 in ’s-Grevelduin-Capelle.
      Capelle, 1695:
      Naer vertooninge des quirantie van voldoeninge aen ’t Lant.
      Jan Jansse Boudewijns, j.m., en Marike Cornelisse van Tilborgh, j.d., beijde geboortig en woonagtig alhier, sijn den 14 Jan. ondertrouwt, getrouwt den 5 Febr.; onder ’t classis van 3 gulden.

      Jan Bauwdeweijns.

      Capelle, 23-5-1699:
      Erffdeelinge voor recht aan Schout ende gerechte van ’s Grevelduijn Cappel, aangebracht bij Wouter Ariensen van Tilborgh, Janneken van Tilborgh, Jan Jacobsen Paans, in houwelijck Lijntjen van Tilborgh, Claes Jansen Paans, Peeter van Campen, Peeterken Peetersen Dolck, Jan Bauwdewijns, Joris van Grevenbroeck, ende de vooghden van Anna van Tilborgh, alle Testamentaire Erffgenamen van Niclaes van Tilborgh. Ende dat vande Erffgoederen bijden voorsr. van Tilborgh achtergelaaten.
      Daarbij is bij blindt lodt ten deel gevallen aan Peeter van Campen en Peeterken Peetersen Dolck voorde eene helft, Jan Baudewijns, Joris van Grevenbroeck ende de vooghden van Anna van Tilborgh voor de andere helft, eerstelijck op drie en een halff geerdt hoij ofte weijlant in een stuck van seven geerden, gemeen ende onverdeelt met Peeter van Campen cum suis, gelegen in Zuijdewijn, belent oost Wouter Jansen van Tilborgh, west de Erffgenamen van Govert vander Ven cum suis, streckende van Cappel aff noortwaarts op tot den banne van Meeuwen toe.
      Item alnoch twee en een derde hondt ackerlant gelegen ten ooste van Willem van Gents vaart, te wete Peeter van Campen en Peeterken Peeters Dolck de helft vande voorsr. 2 1/3 hondt ten Zuijden Jan Bauwdeweijns, Joris van Grevenbrouck ende Anna van Tilborgh ten noorde met de andere helft vande voorsr. 2 1/3 hondt, belent vant geheel ten Zuijde Willem Potmaackers, noorden Dingena Rombouts, streckende vander halver Willem van Gents vaart afrf oostwaarts op tot den Quakel toe.
      Item alnoch de helft van eenen binnen dijcksr hoff, gelegen ten ooste vande Nieuwvaart, groot int geheel ses hondt, is bedeelt op Peeter van Campen, mits aan Jan Bauwdewijns, Joris van Grevenbroeck ende Anna van Tilborgh uijt te keeren eene somme van dartigh gulden voor haar continggent, belent vanden geheelen hoff, west Arien Gielen van Beeck, oost Adriaan de Roij, streckende vanden buijten teen vanden dijck aff, Zuijtwaarts op tot den halven watergangh toe, belast met den dijck en bekennen vande voorsr. uijtkeeringe te weten met 30 gl. voldaen te wesen.

      Capelle, 24-10-1699: Erffdeelinge aengebracht voor Schout ende Gerechte van ’s Grevelduijn Cappel, bij ende tusschen Jan Baudewwijns als getrouwt met Marie van Tilborgh, mitsgaders Wouter ende Nicolaes van Tilborgh ende Anthonij Timmers Schout van Vrijhoeven, saemen als vooghden ende toesienders van Adriaentjen ende Anna van Tilborgh, gesaementlijck kinderen van Cornelis van Tilborgh ende Teuntjen Timmers, wegens alle soodaenige goederen als van henne voorsr ouders naergelaeten sijn, ende dit alles bij consent van Adriaan van Andel Schout van Cappel, als oppervooght.

      Op 22-4-1700 compareerden voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt Joris van Grevenbroeck, den welcke verclaarde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aan ende tot behoeff van Jan Bouwdewijns, seecker gerechte sestepart in een buijten dijckse delle, gelegen alhier tot Cappel, groot ontrent int geheel acht hondt, ofte soo groot ende cleijn als deselve aldaar gelegen is, onbedeelt met den cooper cum suis.
      Aang. begr. 24-6-1702, ƒ3,-, van Jan Bouwdewijns door zijn vrouw Maria van Tilborgh.

      Get. bij de aangifte begraven: Marike Cornelisse van Tilborgh .

    × ’s-Grevelduin-Capelle 3-12-1702   Martinus Jans de Leeuw , *Vrijhoeven 1674 , ~’s-Grevelduin-Capelle 23-12-1674 , † 2-1706, [] ’s-Grevelduin-Capelle 12-2-1706.

    × ’s-Grevelduin-Capelle 10-4-1707   Jacobus Hendricksen (Jakob Hendriks) van Tilborg , *Waspik 1684 , ~Waspik 2-11-1684 , [] ’s-Grevelduin-Capelle ±24-2-1759.
        Zoon van Hendrick Jansen van Tilborgh en Maeijken Huijbertss (Maijken Huijberden) Berrevoets .
      Otr. op 24-3-1707 in ’s-Grevelduin-Capelle.
      Jakobus van Tilborg, j.m. van Waspik, en Maria van Tilborg, weduwe van Meerten de Leeuw, won. te Cappel, zijn den 24 Maart in ondertrouw opgenomen.
      Jacob, k.v. Hendrick van Tilburg en Maijke Huijberden Barrevoets.
      Ontfangen van Corn.s van Tilborg overt regt vant begraven vant Lijk van sijn vader Jacob van Tilborg, gehorende onder de Classe van .. f3-0-0.

      Get. bij de aangifte begraven: Cornelis Jacobse van Tilborg .
      Jakob Hendriks trad op als getuige bij de begrafenis van Marike Cornelisse van Tilborgh .

    6 kind(eren)


  3. Adriaantje Cornelisse van Tilborg , *Capelle (NB) 1680 , ~Capelle (NB) 21-3-1680 , † Capelle (NB) 29-11-1711 .
    Adriaantje Cornelisse trad op als getuige bij de overlijdensaangifte van Joris Henderickxsen van Grevenbroeck .

      Op 5-1-1705 compareerde voor Schout ende Schepenen van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt Adriaantje van Tilborgh, wed: Joris van Grevenbroeck, geassisteert met Meerten de Leeuw, haaren swager ende gecooren voogt in desen, mitsgaders de voorsr. Adriaantjen van Tilborg als moeder over haare drie kinderen, verweckt aan den voorsr. Joris van Grevenbroeck, ende sulcx met consent ende advies van Schout en Schepenen van Cappel voorsr., als opper vooghden van alle weesen aldaar, wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo dat regt is, aan ende tot behoeff van Nicolaas Artel, seecker huijs, hoff en erve aangelegen, gestaan ende gelegen alhier aande straat, soo groot ende cleijn alst aldaar gestaan ende gelegen is, belent oost Gerit Duijsers, west de pastorije en schoolhuijs alhier, streckende vande buijten teen vanden dijck aff, Zuijtwaarts op tot d’erve vande maire werde van Poppel toe, belast met den dijck en wegen, stegen, schouwen, watergangen ende naburen rechte, met recht daar uijtgaande, voorts gelooft de voornoemde vercoopersse in qualitijt voorsr. den cooper int voorsr. huijs en erve te vrije ende waaren, naar den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer Calangie ende aantaal dier op is aff te doen tot Nieuwjaar 1705 toe. Coram Adriaan van Andel Schout, Johan Cnaap ende Jan Crol Scheoenen, desen 5e Januarij 1705.

    × Waspik 2-2-1698   Joris Henderickxsen van Grevenbroeck , † 1704, [] Capelle (NB) 11-12-1704.
      Otr. op 11-1-1698 in Waspik.
      Jories Henderickxsen van Grevenbroeck, j.m. van en won. te Waspik, en Adriaentjen Cornelissen van Tielborgh, j.d. van Capelle, zijn tot Waspik den XI Jan 1698 ondertrouwt.
      Joris van Grevenbroeck, in huw. hebb. Adriaantje van Tilborgh.
      De bruidegom werd in Waspik in de classis van 3 gld. aangeslagen.

      Wsl. was Joris een zoon van Hendrick van Grevenbrouck en Maijke Jansse Conincks, die rond 1685 kinderen lieten dopen in Waspik. Hendrik van Grevenbroeck hertr. op 29-1-1692 in Waspik met Adriaentie Giele Vleesch.

      Capelle, 23-5-1699:
      Erffdeelinge voor recht aan Schout ende gerechte van ’s Grevelduijn Cappel, aangebracht bij Wouter Ariensen van Tilborgh, Janneken van Tilborgh, Jan Jacobsen Paans, in houwelijck Lijntjen van Tilborgh, Claes Jansen Paans, Peeter van Campen, Peeterken Peetersen Dolck, Jan Bauwdewijns, Joris van Grevenbroeck, ende de vooghden van Anna van Tilborgh, alle Testamentaire Erffgenamen van Niclaes van Tilborgh. Ende dat vande Erffgoederen bijden voorsr. van Tilborgh achtergelaaten.
      Daarbij is bij blindt lodt ten deel gevallen aan Peeter van Campen en Peeterken Peetersen Dolck voorde eene helft, Jan Baudewijns, Joris
      van Grevenbroeck ende de vooghden van Anna van Tilborgh voor de andere helft, eerstelijck op drie en een halff geerdt hoij ofte weijlant in een stuck van seven geerden, gemeen ende onverdeelt met Peeter van Campen cum suis, gelegen in Zuijdewijn, belent oost Wouter Jansen van Tilborgh, west de Erffgenamen van Govert vander Ven cum suis, streckende van Cappel aff noortwaarts op tot den banne van Meeuwen toe.
      Item alnoch twee en een derde hondt ackerlant gelegen ten ooste van Willem van Gents vaart, te wete Peeter van Campen en Peeterken Peeters Dolck de helft vande voorsr. 2 1/3 hondt ten Zuijden Jan Bauwdeweijns, Joris van Grevenbrouck ende Anna van Tilborgh ten noorde met de andere helft vande voorsr. 2 1/3 hondt, belent vant geheel ten Zuijde Willem Potmaackers, noorden Dingena Rombouts, streckende vander halver Willem van Gents vaart afrf oostwaarts op tot den Quakel toe.
      Item alnoch de helft van eenen binnen dijcksr hoff, gelegen ten ooste vande Nieuwvaart, groot int geheel ses hondt, is bedeelt op Peeter van Campen, mits aan Jan Bauwdewijns, Joris van Grevenbroeck ende Anna van Tilborgh uijt te keeren eene somme van dartigh gulden voor haar continggent, belent vanden geheelen hoff, west Arien Gielen van Beeck, oost Adriaan de Roij, streckende vanden buijten teen vanden dijck aff, Zuijtwaarts op tot den halven watergangh toe, belast met den dijck en bekennen vande voorsr. uijtkeeringe te weten met 30 gl. voldaen te wesen.

      Op 22-4-1700 compareerden voor Schout ende Heemraden van ’s Grevelduijn Cappel ondergenoemt Joris van Grevenbroeck, den welcke verclaarde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is, aan ende tot behoeff van Jan Bouwdewijns, seecker gerechte sestepart in een buijten dijckse delle, gelegen alhier tot Cappel, groot ontrent int geheel acht hondt, ofte soo groot ende cleijn als deselve aldaar gelegen is, onbedeelt met den cooper cum suis.

      Op 23-6-1704 in Capelle compareerde Joris van Grevenbroeck den welcke verclarde wettelijck over re geven met eender vrije gifte, soo dat regt is, aan ende tot behoeff van Arien Heijmans, molder inde Vrijhoeven, seecker drie en een halff hondt ackerlant, ofte soo groot ende cleijn alst denselven ten ooste vande Nieuwvaart gelegen is.

      Op 5-1-1705 werd Adriaantje van Tilborgh, als weduwe van Joris van Grevenbroeck, geassisteert door Merten de Leeuw, "haeren swager en gecoren voogd" bij het verkopen van een huis. Zij had toen 3 kinderen.

      N.B. Het plaatsje Grevenbroich (Grevenbroek is het exoniem van Grevenbroich) gelegen in het Hertogdom Gulik (Herzogtum Julich).
      Pro deo begraven.

      Get. bij de overl. aangifte: Adriaantje Cornelisse van Tilborg .

    ×   Hendrik Paans , † ±1706.
      Otr. op 24-2-1706 in Capelle (NB).
      Den 24 febr. sijn na voorgaande vertoning van constent, so van capitein as secretaris, in ondertrouw opgenomen Hendrik Paans, so staat onder het regiment van Nassauw Woudenburg, onder de compagnie van den Capitein van Weede, in Aken garnisoen houdende, en Adriaantje van Tilborg, weduw. van Joris Grevenbroek, getrouwt alhier.

      Hendrik Paans was soldaat onder het regiment van de capiteit van Weede in garnisoen in Aken.
      Beroep: soldaat tot ±1706
      Overl. tussen 24-2-1706 en 1-5-1707.

    × Capelle (NB) 1-5-1707   Jan Geldens Paans , *Loon op Zand 5-4-1683 , † ’s-Grevelduin-Capelle 1738.
        Zoon van Gelden Jan Huiberts Paans en Willemke Claassen .
      Otr. op 9-4-1707 in Capelle (NB).
      Jan Geldens Paans, j.m., geb. van Loon, wonen. te Cappel, en Adriaantje van Tilborg, laatst weduwe van Hendrik Paans, mede te Cappel wonend, sijn den 9 April 1707 ondertrouwt. Getrouwt den 1 Maij.

      Jan Geldens Paans is erkend bij testament bij notaris Hoevenaar te Raamsdonk in 1725. Hij was een natuurlijke zoon van Gelden Jansz Paens en Willemken Claes.
      Jan’s eerste echtgenote, Adriaantje Cornelisse van Tilborg, had uit haar 1e huwelijk met Joris van Grevenbroeck 3 kinderen: Cornelis, Teuntje en Hendrik.
      ’s-Grevelduin-Capelle, 29-3-1738: Ontv. van de Ergen. van Jan Paans over het regt vant begraven vant lijk vanden gemelten Paans als gehorende onder de Classe van ... f3:0:0.

    7 kind(eren)


  4. Anna Cornelisse van Tilborgh , * 1682 , ~Capelle (NB) 11-1-1682 .
      Doopget. Maijcken Jansdr.

      Capelle, 24-10-1699: Erffdeelinge aengebracht voor Schout ende Gerechte van ’s Grevelduijn Cappel, bij ende tusschen Jan Baudewwijns als getrouwt met Marie van Tilborgh, mitsgaders Wouter ende Nicolaes van Tilborgh ende Anthonij Timmers Schout van Vrijhoeven, saemen als vooghden ende toesienders van Adriaentjen ende Anna van Tilborgh, gesaementlijck kinderen van Cornelis van Tilborgh ende Teuntjen Timmers, wegens alle soodaenige goederen als van henne voorsr ouders naergelaeten sijn, ende dit alles bij consent van Adriaan van Andel Schout van Cappel, als oppervooght.


  5. Piternelle Cornelisse van Tilborgh , * 1683 , ~Capelle (NB) 21-11-1683 .


  6. Adriaena Cornelisse van Tilborgh , * 1686 , ~Capelle (NB) 7-7-1686 .


Samengesteld door Joan Bos.
Voor meer informatie zie de introduktie of de FAQ.