Barber Jans
Keet
, * ±1625
.
Dochter van
Jan Cornelisz (Molenaer bijgenaempt) Keet
en
Trijntge Lenerts
.
Barber Jans
trad op als getuige bij
de doop van
Jan Cornelisz Keet
,
de doop van
Pietertgen Cornelis Keet
,
de doop van
Trijntge Arijens Kerckhof
,
de doop van
Neeltge Cornelis Jonge Keet
,
de doop van
Willempje Cornelis Jonge Keet
,
de doop van
Jannetje Cornelisse Jonge Keet
.
Barber Jansdr. wordt op 28-4-1648 vermeld als jonge dochter.
Cornelis Janse Keet en Neeltgen Heijdrickx lieten op 2-3-1659 in Hillegersberg een zoon Jan dopen met als getuigen Cornelis Aerjense en Barber Jans. Op 10-10-1660 volgde aldaar de doop van dochter Pietertgen met Barbara Jans opnieuw als doopgetuige. Bij de doop van Neeltge Cornelisse op 20-1-1664 ald. waren Aerjen Janse en Barbara Jans de getuigen. Op 17-1-1666 werd de tweekubg Willempje en Jannetje gedoopt met als getuigen Jan Janse Keet, Aerjeantje Cornelis en Barber Jans.
Cornelis Dirx Keet en Dirk Pietersz in ’t Hout, gehuwd met Claasje Dircx, Arie Pietersz in ’t Hout, gehuwd met Grietje Dirx, en mede in de naam van Aart Ariensz Klinkert, gehuwd met Pietertje Dirx, nagelaten meerderjarige kinderen van Dirk Jansz Keet, worden op 13-5-1672 in Hillegersberg vermeld.
Een akte van 11-7-1662, opgemaakt in Rotterdam, bevat de boedelinventaris, waaronder onroerend goed, obligaties enz. van Trijntge Leendertsdr, weduwe van Jan Corneliss Keet. Trijntge is d.d. 03-05-1662 in Hillegersberch overleden. De inventaris is opgemaakt door haar erfgenamen Cornelis Janss Keet den ouden, Cornelis Janss Keet den jongen, Cornelis Arienss Dijckman, man van Barber Jansdr Keet, en Arien Janss Kerckhof, man van Leentge Janss Keet, die allen in Hillegersberch wonen. Tot de boedel behoort aan onroerend goed 3 morgen hooi-en weiland met een huis, schuur, enz. strekkende vanuit de Rotte tot de Oude Watering, ten oosten begrensd door de weduwe van Dirck Janss Keet en ten westen door 6 morgen weiland van Trijntge, strekkende van de Rotte tot de Oude Watering, begrensd ten oosten door de voorgaande 3 morgen en ten westen door Cornelis Janss Jongekeet en 10 hont weiland van Trijntge, strekkende uit de Rotte tot aan het land van genoemde Jongekeet, ten oosten begrensd door bovengenoemde 6 morgen en ten westen door de weduwe van, van Jacob Crijnen in ’t Hout. Vervolgens nog 3 morgen land, deels uit slachturf en water, en deels hooiland bestaande, strekkende uit de Oude Watering tot het Ommoersemeer, ten oosten begrensd door Arien Willemss Uyttenbroeck en Pieter Davitss en ten westen door de weduwe van Dirck Janss Keet en Arien Corneliss Boer. In de akte worden verder genoemd 2 overleden dochters, nl. Maertge Jansdr, die gehuwd geweest is met Arien Pieterss Huysman, en Martijntge Jansdr. Cornelis Willemss Vermeulen krijgt nog geld uit de boedel voor het onderhoud van het weeskind van Maertge. NB: Keet den ouden tekent met Cornelis Jansen Keet den ousten en Keet den jongen met Cornelis Jansen Jongekeet. Keet den jonge en Jongekeet worden in de akte door elkaar gebruikt.
Boedelscheiding op 18-8-1662 in Rotterdam tussen
Cornelis Jansz Keet den Ouden, Cornelis Jansz Keet den Jongen, erfgenamen en voogden over de kinderen van Maertijntge Jans Keet, Dirck Jansz Keet, Maertge Jansdr Keet, en Jan Jansz Keet en Cornelis Ariensz Dijcxman, man van Barber Jansdr Keet en Arien Jansz Kerckhoff, man van Leentge Jansdr Keet allen uit het Ambacht Hillegersberch scheiden de boedel van Trijntge Leendertsdr, weduwe van Jan Cornelisz Keet wier testament werd gepasseerd op 19-01-1661 voor notaris Jacob Duyfhuysen. De tweede erfgenaam krijgt haar huis met drie morgen land in de polder Ommoorden plus 1½ morgen slachturflant en water en belendende ten oosten Arien Willemsz en west Arien Cornelisz Boer. De tweede erfgenaam wordt ook genoemd Cornelis Jansz Jongekeet de eerste Cornelis Jansz Oudekeet.
×
Cornelis Ariensz Dijcxman
, † <1687.
Getrouwd tussen 1647 en 1655.
Kinderen:
-
Trijntie Cornelis Dixman
.
Trijntie Cornelis Dickxman was op 14-12-1682 in Hillegersberg getuige bij de doop van Neeltie, dochter van Jan Cornelisz Keet en Marijtie Pieters Dickxman.
N.B. Een Jan Dijckman, van beroep Mr., en Geertruijt Dijkman waren op 5-6-1672 in Delfshaven getuige bij de doop van Jacob, zoon van Govert Groenevelt en Annetie Tijssen. Dit betreft waarschijnlijk mr. Jan Dijckman en zijn vrouw Geertruida Cops, die kinderen lieten dopen in Delfshaven.
-
Gerrijt Cornelisse Dijxman
.
Een familielid van Gerrit Cornelisz Dijxman werd op 21-04-1712 in Hillegersberg begraven in de kerk op ’t dorp.
×
Neeltie Jacobze Coot
.
Dochter van
Jacob Eeuwitsz Coot
en
Claesie Jans Vormer
.
Neeltie Jacobze
trad op als getuige bij
de doop van
Jacob Bastiaans van der Wel
,
de doop van
Dirk Bastiaans van der Wel
,
de doop van
Cornelis Bastiaensz van der Wel
,
de doop van
Claas Bastiaans van der Wel
,
de doop van
Klaasje Bastiaans van der Wel
.
4 kind(eren)
- ?
Jan Cornelisz Dijcxman
, * ±1650
, [] Rotterdam, Hillegersberg 5-1-1708.
×
Bergschenhoek 28-2-1672
Annetie Willems Kerckhof
, *Rotterdam, Hillegersberg ±1652
, [] Rotterdam, Hillegersberg 11-2-1715.
5 kind(eren)
- ???
Leendert Cornelisse
, * 1654
, ~Rotterdam 14-8-1654
.
Cornelis Areijense en Barber Jans lieten op 14-8-1654 in Rotterdam een zoon Leendert dopen met Annetge Cornelis als getuige.