Andries Adriaensz (Andries Arijensz Timmerman) , † <3-1591.
Zoon van ? .

Geb. ca. 1530-35.

Andries Adriaensz. woonde in Maasdam, waar hij in 1585 kerkmeester was.

Op 26-4-1483 in Dordrecht vroeg hij in een vergadering namens Maasdam om Hubert de Rijcke als predikant.

In 1585 verhuurde Andries Adriaensz. als kerkmeester kerelanden.

Alle personen met de naam Van der Wulp - met vertakkingen door heel Nederland - stammen af van een Maasdams timmermans geslacht, dat aanvankelijk de van het beroep afgeleide familienaam Timmerman voerde. Na vestiging in ’s-Gravendeel, al snel na 1600, gaat deze familie echter geleidelijk de naam Van der Wulp voeren.

1. Cornelis Andriesse Timmerman , * ±1560 , † >6-1637 .
   
   ×   Maritge Bastiaens (Marrigje Bastiaens) , † >8-1624.
   
   5 kind(eren)



2. Ploentge Andries (Ploontgen Andries) ( Timmerman) , * ±1570 , † <1601 .
   
   Zij was een dochter van Andries Adriaensz. Timmerman, timmerman en kerkmeester in Maasdam, en Janneken Cornelisdr.
   
   Floris Huijgensz. met Herman Aelbertsz., en Aert Com(elis), zijn ‘zwagre’, en Floris Lenertsz. zijn ‘kozijn’ enerzijds, en anderzijds Com(elis) en Adriaen Andriesz. als bloedvoogden van Huijch Floris, Andries Floris, Lenert Floris en Emmeten Florisdr, achtergebleven kinderen van Ploontgen Andriesdr., zuster van genoemde bloedvoogden, die huisvrouw was van Floris Huijgensz., met de schout van Maasdam als oppervoogd, kwamen 21-11-1600 tot uitkoop en bewijs van de kinderen hun moederlijke besterf.
   Vader Floris zou in de boedel blijven, bestaande uit een ‘huis, arve, heyninghe en betelinghe’ aan ‘sheeren dijck’ te Maasdam, huisraad, inboedel en een melkkoe. Daarvoor zou hij de kinderen tot de leeftijd van 18 jaar groot brengen etc. en aan elk van hen 30 stuivers uitreiken. Hiervoor verbond hij zijn huis en erf.
   Ploentge’s weduwnaar hertrouwde met Ariaentgen Dircxdr.
   
   
   × <3-1591   Floris Huijgensz Molenaer , * <1565 , † ±1627.
   Kinderen: Lenert, Andries, Huijch en Emmeken.
   
   Floris was molenaar op de Polderschen watermolen in de Sint Anthoniepolder bij Maasdam in de periode 1604-9.
   
   De schout en heemraden van Maasdam visiteerden 7-7-1585 de snijwond die Floris Huijgense die dag ene Comelis Pietersz. had toegebracht.
   
   Op 26-11-1585 verklaarde de op Maasdam wonende Floris Huijgensz. 26 rijnsgld. 4 st. schuldig te zijn aan Adriaen Geerijtsz. Lapper, weeskind van Geerijt Geerijtsz., vanwege een half huis dat Floris gekocht had van éne Lieven Pietersz, welke woning hij ook als zekerheid stelde. Floris tekende met een vrij goede hand: ‘Florijs Huijgenss.’. Naderhand werd deze schuld door Floris betaald.
   
   Op 29-5-1592 kregen Bastiaen de Vogelaer, Floris Hughén en Pieter Hendricxsz. betaald voor elk acht dagen arbeid aan kaden tijdens de bedijking van de polder Bonaventura.
   
   Sedert het overlijden van Comelis Bastiaens tot aan half mei 1604 kreeg Floris Huijgens, ‘moelenaer van de moeien’, door de polder Sint Anthoniepolder 26 gld. betaald voor ‘de moeien te maelen’.
   Op 1-7-1608 nam Floris Huygen op Maasdam aan, de poldérschen watermolen een jaar lang te malen voor 50 Car. gld. Hij plaatste zijn handmerkje.
   In 1608 kreeg Adriaen Jacobs Hackmouys 3 gld. voor een week malen vanwege de ziekte van Floris Huygen.
   
   In een akte van 26-4-1626 zijn (de zwagers) Com(elis) Andriesz. Timmerman en Floris Huijgensz. Molenaer genoemd als bruikers van 525 roeden weiland in het Oudeland van Maasdam, toebehoord hebbende zaliger Sentgen Pietersdr., die het bij dode van haar bestevader Pioen Com(elis)s. had verkregen.
   
   Zie: Ons Voorgeslacht 2015, blz. 92, & Ons Voorgeslacht 2012, blz. 362.
   Overleden tussen 24-5-1626 en 25-2-1628.
   
   
   4 kind(eren)



3. Adriaen Andriesse Timmerman , * ±1570 , † <1641 .
   
   In 1620 woonde hij te Maasdam. Hij was timmerman.
   
   
   ×   Aechje Tonis .